Preek over Marcus 6:1-6
Inleiding
Waar zie je God? Kun je Hem eigenlijk wel iets van Hem zien? Voor veel mensen lijkt God afwezig. Of ver weg. Voor jou misschien ook wel. Dan lees je in de Bijbel mooie verhalen over God. Hoe Hij zorgt en helpt en redt en wonderen doet. Zoals Jezus. Dat moet wat geweest zijn, om Hem te horen spreken over God en wonderen te zien doen.
Of misschien heb je ook wel eens het idee dat God meer aanwezig is op een andere plek. Misschien in Afrika of Zuid-Amerika waar veel mensen tot geloof komen. Of in een andere kerk, waar de mensen veel enthousiaster lijken. Waar misschien ook wel wonderen gebeuren. Waar de heilige Geest heel actief lijkt. Maar is God ook bij ons, hier bij ons?
In het verhaal dat we uit de Bijbel lazen is God heel dichtbij de mensen. In Jezus is God bij de mensen gaan wonen. Bijna dertig jaar lang heeft Jezus in Nazaret gewoond. Hij was daar bekend als de timmerman. Nazaret was niet zo groot, dus de meeste mensen zullen Jezus, de timmerman wel gekend hebben. En toch kenden ze Hem niet. Ze zagen niet wie Hij echt was. Ze herkenden Hem niet als God die bij de mensen kwam wonen.
Hoe kan dat? Hoe konden ze hem over het hoofd zien?
De afwijzing
Dat is ook de verbazing van Jezus. Hij is uitgenodigd om op sabbat in de synagoge te spreken. Maar echt luisteren naar Hem doen ze niet. Of ook weer wel: het valt ze op dat Jezus heel anders spreekt dan de anderen in de synagoge. Hij spreekt met gezag. Hij zegt: ‘Het is zover, Gods nieuwe wereld komt eraan. Ga anders denken en leven. En geloof het goede nieuws!’
Maar de mensen doen niet wat Hij zegt. Helemaal niet, maar ze zeggen tegen elkaar: ‘Waar haalt Hij het vandaan? Hoe komt hij erbij? Wat is dat toch voor wijsheid? En wat een wonderen, nou nou. Ik zie er geen een…’
Ze luisteren niet echt naar Jezus’ geweldige boodschap. Ze zien niet dat met Jezus Gods nieuwe wereld is begonnen. Nee, ze proberen Jezus weer terug te brengent tot hanteerbare omgang. ‘Jezus, we weten heus wel wie hij is. Hij is gewoon de timmerman! De zoon van Maria.’ (Jozef is waarschijnlijk al gestorven.) En we kennen z’n broers en zussen allemaal. Ze vinden een timmerman die staat te praten alsof hij een profeet is, bijzonder ergerlijk.
Heel pijnlijk, als dat gebeurt. Misschien herken je er wel iets van. Dat je een talent hebt ontwikkeld. Iets kunt, iets bereikt hebt, maar je familie of de mensen die je nog van vroeger kennen, die nemen je volstrekt niet serieus.
Dit verhaal doet trouwens denken aan wat er gebeurt met de profeet Jeremia uit het Oude Testament. Ook de mensen uit zijn omgeving, zelfs z’n familie moet niets van hem hebben. Ze proberen hem zelfs te vermoorden, vanwege zijn profetieën. God kondigt aan de mensen daarvoor te straffen. En ook Jeremia is er zo kapot van, dat hij God verwijt er niets aan te doen. ‘Sleep die boosdoeners weg, voer ze als schapen naar de slachtbank, zet ze apart om ze te laten doden’ (zie Jeremia 11:18-12:6).
Oorzaak
Wat zit daarachter, achter dat afwijzen van een familielid, iemand van vroeger die iets bereikt heeft. Waarom is een profeet het minst geëerd in z’n vaderstad?
Als je je inleeft, weet je het antwoord misschien wel. Misschien heb jij dat ook wel: iemand uit je familie, uit je dorp, iemand die vroeger bij je in de klas zat, een jaargenoot die iets kan, iets bereikt en opeens in het middelpunt van de aandacht staat. En je zegt: ‘maar het was vroeger maar een sukkeltje hoor.’ Of: ‘wat een opschepper, zo bijzonder is het allemaal niet wat ze kan.’ Je probeert iemand weer klein te maken. Ik denk dat er jaloezie achter zit. Die ander is gegroeid en dan lijkt het opeens of jij bent achtergebleven. Jij hebt niet bereikt, gekregen wat hij bereikt heeft. En daarom probeer je die prestaties maar naar beneden te halen. Jezus is gegroeid in de tijd dat Hij in Nazaret woonde. Niet alleen lichamelijk, maar ook in wijsheid. En zelfs, vertelt de evangelist Lucas, groeide Jezus in de liefde van God en mensen. Hij werd steeds geliefder (Lucas 2:52). Dat Hij steeds geliefder wordt, vonden misschien juist de mensen dichtbij Hem, uit Nazaret, z’n familie ook maar lastig.
Bij Jezus komt daar nog iets bij. Jezus kondigt Gods nieuwe wereld aan en roept op tot bekering. Hij vraagt een verandering van leven. Niet blijven zitten waar je zit, maar je richten op het goede, op een eerlijke wereld. Op Gd. Dat vraagt wat van je. Is het dan niet veel makkelijker om te zeggen: wat denkt die timmerman wel.
Misschien ook wel herkenbaar in je eigen leven. Iemand die het lef heeft om te zeggen dat je je leven moet veranderen, dat je zo niet verder kunt leven. Wat doe je dan? Luister je goed naar wat iemand zegt, of maak je je er vanaf en zeg je: wie denkt hij wel dat ie is? Ook in de kerk kan het zo gaan, dat we bijvoorbeeld jongeren niet serieus nemen als ze zeggen dat dingen anders moeten, omdat je denkt: ze komen net kijken. Wat weten zij er nu van?
De gevolgen
Jaloezie en angst om het leven te veranderen zijn de oorzaak van het afweren van Jezus. Wat zijn de gevolgen? Die zijn wel vrij heftig. Jezus deed telkens wonderen, maar in Nazaret kan Hij geen wonderen, omdat de mensen niet in Hem geloven.
God is een mens geworden als wij. En Hij dwingt het geloof niet af. Soms denk je misschien wel eens: deed God maar een wonder, dan merkte ik dat Hij er was. Maar wonderen zijn niet Gods manier om ons ongeloof te bestrijden. Het is eigenlijk bij Jezus bijna altijd andersom: Hij doet wonderen, omdat de mensen in Hem geloven. Dat betekent niet: als je maar gelooft, gebeurt er een wonder. Maar wel: zonder geloof meestal ook geen wonderen.
Jezus, God maakt zich in wat Hij doet afhankelijk van mensen. In veel plaatsen kwamen de zieken naar Jezus toe en dan genas Hij hen. Maar als de mensen niet in Hem geloven, brengen ze hun zieken ook niet bij Hem en kan Hij niet genezen.
Toch, er zijn er een paar. Een paar mensen die wel bij Jezus komen. Hen legt Hij de handen op en geneest Hij.
God maakt zich in zijn daden en wonderen afhankelijk van mensen. Ik denk dat nog steeds zo is. God wil bij ons wonen met zijn Geest in gewone mensen. Maar als je dat niet ziet, als je dat niet wilt zien, uit jaloezie, uit angst misschien ook, omdat je die ander dan ook echt serieus moet nemen, dan kan het zijn dat God door die ander ook geen wonderen kan doen.
Ook in kerken gebeurt het dat mensen met grote talenten, gaven, met geloof van God niet tot hun recht komen, omdat ze niet serieus genomen worden. Te jong, te oud, gewoon maar een timmerman, een praatjesmaker, iemand met een handicap, een buitenlander, niet echt slim, te slim. Honderdduizend excuses om niet te zien dat dat God door iemand naast je, een familielid, buurman, kerklid aan het werk is. En dan mis je iets belangrijks.
Wat gebeurt er dan?
Jezus gaat verder
Jezus gaat verder. Hij blijft niet in Nazaret, maar gaat naar andere dorpen. Dat is voor alle partijen het beste. Voor de mensen die zich maar aan Jezus ergeren, voor Jezus en voor de mensen in de andere steden en dorpen.
Niet dat Jezus de mensen voor altijd opgeeft. Ik kom daar later nog wel op terug. Maar voor dit moment, kan Jezus zijn energie beter in andere mensen steken. Zo kan het nog steeds zijn. Als je gaven van God hebt gekregen. Of misschien een roeping van God om voor Hem aan het werk te gaan, kan het zijn dat je merkt, dat de mensen voor wie je werkt dat helemaal niet zo kunnen zien. Dat je merkt dat ze je niet serieus neemt. Dat je hier echt niet kunt doen wat God van je vraagt om te doen wat je moet doen. Dan kan het soms beter zijn om te vertrekken. Dat is niet een besluit dat je zomaar moet nemen.
Je kunt je natuurlijk ook vergissen. Het kan ook zo zijn dat de mensen je niet serieus nemen, omdat je echt niet kunt wat je denkt te kunnen. Omdat de roeping die je denkt te hebben ingebeeld is. Praat er dus met verstandige mensen over. Maar als duidelijk is: mensen aanvaarden mijn van God gegeven talenten niet, mijn inzet niet, dan is het wellicht beter om te doen, wat Jezus hier ook doet. Verder gaan naar een andere plek. Dit kan over allerlei dingen gaan: je werk, je inzet voor vrijwilligers, voor vriendschappen misschien en ook in de kerk.
Het is verdrietig als het zo gaat, maar het heeft ook iets goeds. Jezus probeert de mensen in Nazaret niet nog eens te overtuigen van zijn missie. Hij geeft ze ook de ruimte om tegen Hem te kiezen. En het bijzondere is dat als je mensen de ruimte laat, dat ze ook later weer ruimte hebben om van gedachten te veranderen. Als je maar doorgaat met mensen te overtuigen van jouw gelijk, dan gaan ze zich vaak alleen maar harder verzetten. Maar als je het loslaat, kunnen ze er op een gegeven moment toch anders tegenaan gaan kijken.
Dat is misschien in Nazaret en zeker in Jezus’ familie gebeurt. Zijn familie die zich ook aan hem ergert, blijkt later ook tot geloof in Hem te komen. Nadat Jezus naar de hemel is gegaan wachten ze met de andere leerlingen op de komst van de heilige Geest. Jakobus, de broer van Jezus, wordt later de leider van de kerk in Jeruzalem. En waarschijnlijk is diezelfde Jakobus de schrijver van de brief van Jakobus en is het bijbelboek Judas geschreven door Jezus’ broer Judas.
Door verder te gaan geeft Jezus ruimte om tot andere gedachten over Hem te komen en dat gebeurt dus ook.
Ten slotte
Waar is God? Waar zie je Hem aan het werk? Het is goed mogelijk dat Hij veel dichterbij is dan je denkt. Dat Hij werkt door gewone mensen in je omgeving die misschien wel over het hoofd ziet. Let goed op. God is aan het werk. Misschien wel veel dichter bij dan je denkt. Geloof en wie weet wat voor wonderen je zult zien.