Preek over Johannes 1:14 voor Kerst
Inleiding – ik mis de ontmoeting, maar gaat het daar om?
Ik mis jullie wel. Zonder jullie hier in de kerk, is het eigenlijk maar een halve Kerst. Eigenlijk wil ik dat niet zeggen, maar het is toch zo. We kunnen het niet wegstoppen. En tegelijk denk je misschien: maar kun je dat wel zeggen – dat het zo maar een halve Kerst is? Het gaat bij Kerst toch om iets groters en belangrijkers dan dat wij in een gebouw bij elkaar komen?
Het gaat bij Kerst toch om vrede tussen God en mensen. Verzoening. God die naar ons toe komt. Is het dan wel zo belangrijk dat wij elkaar niet kunnen ontmoeten en zien? Ik moet eerlijk zeggen dat ik zoiets wel eens gedacht heb in de eerste maanden van corona. Vaak als ik met iemand van jullie had over de kerkdienst dan hoorde ik ‘ik mis de ontmoeting zo erg. Dat je elkaar niet even ziet, spreekt in de hal van de kerk of buiten.’ Dan dacht ik wel eens: maar het belangrijkste is er toch nog: de gebeden voor de wereld en elkaar, de Bijbellezing en de preek, de lof aan God door onze liederen? Maar ik weet intussen niet of dat eigenlijk wel klopt.
Vaak hebben we er misschien wel zo over gepraat voor corona. Het belangrijkste is – werd (heel) vroeger vaak gezegd – de woordverkondiging. De preek. Dat vinden we misschien niet meer zo, maar toch praatten we er wel vaak zo over: Wie preekt er zondag? Waar gaat de preek over? Wat vond jij van de preek. Ik had er niets aan (of juist wel). En voordat je mag preken in de kerk moet je eerst jarenlang theologie studeren.
En natuurlijk is het Woord van God geweldig belangrijk. God schiep de wereld door zijn Woord. Gods goede Boodschap, dat is zijn Woord. Maar let op: dat is meer dan alleen maar woorden. Veel meer dan een preek of letters, woorden in de Bijbel.
Het Woord is mens geworden
Het Woord is mens geworden, las Heleen net uit de Bijbel. Gods Woord is vlees en bloed geworden. En zo hebben we de goedheid en de waarheid leren kennen. Zo hebben we Gods goedheid ontdekt, zegt Johannes. Door dat het Woord een kwetsbaar mens is geworden, dat Maria in haar armen kon houden. Meer nog onder haar hart in haar lijf droeg. Zo komt God bij ons.
God wil bij ons zijn en laat zo zijn grootheid zien
En waarom dan toch? Omdat God bij ons wil zijn. Ons wil ontmoeten. Omdat wij Hem niet kunnen zien. Omdat alleen woorden uit de hemel of vanaf een berg niet genoeg voor ons mensen zijn. Omdat we Gods goedheid en waarheid alleen maar echt kunnen zien door Jezus. Dat we alleen maar door een kind in een voerbak kunnen ontdekken dat God echt van ons houdt.
Zonder dat vergis je je zo gemakkelijk. Waar zie je de grootheid van God? Ik denk dat velen van ons, jij misschien ook wel, geneigd zijn om dan te wijzen naar grote dingen: in de bergen, dan zie ik hoe ontzagwekkend God is. Als ik opkijk naar de sterren, zo oud, zo groot, dan zie ik iets van de grootheid van God. Of als je kijkt hoe bijzonder een bloemblad is gemaakt. Allemaal dingen om de grootheid van God te zien. En dat zijn ook bijzondere dingen.
En toch (zegt Johannes) als je echt wilt zien hoe groot God is, kijk dan naar Jezus zegt Johannes. Niemand heeft God gezien. En God leer je pas echt kennen door de Zoon die aan het hart van God de Vader rust, die zelf God is. Dan zie je hoe groot God is.
En nu moet je goed opletten. Als Johannes het over de grootheid van de Zoon heeft, dan moet je goed begrijpen wat Hij bedoelt. Je zou misschien geneigd zijn te denken aan de wonderen die Jezus deed: mensen genezen, water in wijn veranderen. En toch, alweer, dat is niet de kern. Als Johannes het heeft over Jezus grootheid, dan heeft Hij het vooral over Jezus’ lijden en sterven. Jezus wordt verhoogd aan het kruis. Daar zie je de grootheid van God. En dat begint met Kerst: Gods grootheid en majesteit wordt zichtbaar doordat Hij een kind wordt.
Maar wat is dan die grootheid van God? Wat is dan het allergrootste van God? Nee dat zijn niet de machtige bergen, de diepe zee, de sterren, maar dat is zijn liefde. Dat God liefheeft. Dat Hij ons liefheeft. Bij ons wil zijn. En daar alles voor over heeft. Dat is Gods grootheid. Daarom is het Woord vlees en bloed geworden. Zodat God bij ons kan zijn. Zodat wij bij God kunnen zijn. Zodat wij God kunnen kennen.
En Nu?
Daarvoor doet God al die moeite. Om bij ons te zijn. Dat is de grootheid van God. De liefde van God. En dat werkt in ons door. Nog steeds. Dat Woord dat mens geworden is, is voor altijd mens gebleven. Jezus liet zijn lichaam niet achter in het graf toen Hij naar de hemel ging. Hij stond op uit de dood een mens van vlees en bloed. God heeft zich voor altijd met ons verbonden, door in Jezus een mens te zijn als wij. Door met zijn Geest in mensen van vlees en bloed te wonen. Paulus noemt de gemeente van Korinte een levende brief van Christus (2 Korintiërs 3:3) en zegt dat Gods woorden in ons hart, in ons leven zijn geschreven.
Later schrijft Johannes het in zijn brief ‘Niemand heeft ooit God gezien’, maar dan zegt Hij er iets anders achteraan, niet: ‘maar de Zoon heeft Hem bekend gemaakt’, maar ‘als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden’ (1 Johannes 4:12).
En dus, inderdaad, we missen iets heel belangrijks als we elkaar geen hand kunnen geven, elkaar niet kunnen groeten in de hal van de kerk of op het kerkplein. Want juist in vlees en bloed komt God bij ons wonen. Het bij elkaar zijn doet ertoe.
Als we liefhebben, blijft God in ons. Iemand zei eens: ‘het Woord is mens geworden. Nu wij nog.’ Dat is het precies. Het Woord is mens geworden om ons weer echt mens te maken. Het Woord is vlees en bloed geworden, zodat wij weer mensen van vlees en bloed worden. Dat wij weer leren wat het belangrijkste is. Niet wat we presteren. Zelfs niet wat we voor een ander doen, maar dat we er zijn en bij elkaar zijn. Zoals God bij ons is. Niet allereerst door iets te doen, maar door bij ons te zijn. Hulpeloos en kwetsbaar als een kind. Daar hoef je niets voor te doen. Zoals je voor een kind niet meteen iets hoeft te doen. Een baby maakt het niet uit hoeveel je verdient, hoeveel je weet of hoe populair je bent op sociale media. Een baby wil alleen maar vastgehouden worden en je warmte en aandacht voelen.
Bij elkaar zijn
Zo wil God bij ons zijn. En ons leren om zo bij elkaar te zijn. Zonder gelijk weer wat te moeten. Natuurlijk, soms moet je ook iets voor een ander doen, maar dat is niet het belangrijkste, dat is niet waar het om gaat.
Laat ik een voorbeeld geven. Je kunt je deze dagen ontzettend druk maken door van alles voor een ander te doen. Zo waren Idelette en ik druk bezig met het organiseren van de boodschappen, het kerstdiner. Het bezorgde ons stress, we kregen er haast ruzie van. En we zagen er al tegenop om al die gerechten klaar te maken, enzovoort. Maar opeens dacht ik: waarom doen we dit? We doen dit omdat we samen willen zijn. We willen samen feest vieren. We willen het goed hebben met elkaar. Dat is het belangrijkste. Die gerechten moeten er komen, maar niet ten koste van alles. Misschien proberen we vandaag maar wat meer samen te doen.
Ik zag van de week in OnderWeg – een heel goed christelijk tijdschrift, want er zitten heel wat gemeenteleden in de redactie ervan of schrijven er wel eens in 😉 – deze cartoon. Die laat het wel mooi zien. Je kunt zo druk zijn voor de ander, dat je de ander over het hoofd ziet. Dan ben je vooral vóór de ander bezig terwijl het belangrijkste is om met de ander te zijn.
Heel onverwacht, kwam ik diezelfde boodschap tegen in een reclame van Coca Cola (filmpje).
God is bij ons komen in deze wereld met herders, voerbakken, fietsenhokken en fietsmanden. Met mensen die The Worm dansen en Coca Cola verkopen. Hij wil bij ons zijn. En Hij roept ons op bij elkaar te zijn. En ja, dan missen we ook echt heel wat in deze tijd. Dat gevoel van gemis klopt en heeft alles met Kerst te maken. Zeker als je deze Kerst niet kunt vieren met degenen die je lief zijn, door corona, of doordat zij of hij niet meer bij je is. Ook juist daarom is God naar de wereld gekomen. Om banden te herstellen. Om straks een heel groot feest te vieren, ook met al degenen die ons voorgingen.
En dus voor nu: wees samen met degenen met wie je wel samen kunt zijn. Neem de tijd voor elkaar. Leg je mobieltje weg. Sta niet heel de tijd in je eentje in de keuken, maar probeer als er veel moet gebeuren het samen te doen. Probeer bij elkaar te zijn. Ook als dat soms lastig is. Omdat de ander moeiten heeft die jij niet kunt oplossen. Je hoeft niet gelijk wat te doen, wat op te lossen, maar wees bij elkaar zoals God bij je is. En geef de ander wat alleen jij kunt geven: jezelf.