Preek over Genesis 2: 18-25 voor de internationale dienst

Het is niet goed om alleen te zijn

‘Het is niet goed om alleen te zijn.’ Dat lazen we net in de Bijbel en dat herken je vast wel. Misschien ben je hier alleen naar toe gevlucht, zonder vrienden of familie. Je bent natuurlijk niet echt alleen. Kijk maar eens om je heen, we zijn met veel mensen. Maar soms voelt het toch zo. Ik ben alleen. Wie begrijpt mij?

Dat lazen we net ook in het verhaal over de eerste mens in de Bijbel, Adam. God heeft hem gemaakt, maar hij is alleen. Dat is niet goed, zegt God. God ziet dat het niet goed is voor een mens om alleen te zijn. Dat is al bijzonder. God is Iemand die met mensen meeleeft. Ze niet in de steek laat. Hij voelt met ons mee. Jezus is bij God in de hemel en die weet ook wat het is om alleen te zijn. Hij was zelf heel alleen toen hij aan het kruis stierf. Hij bidt voor ons en weet wat het is om alleen en eenzaam te zijn. (Hebreeën 2:17-18; 4:14-16).

God maakte de vrouw uit de man

Maar dat komt allemaal later in de Bijbel. In het verhaal van vanmiddag lazen we dat God ziet dat het niet goed is dat de mens alleen is. En dus maakt hij voor Adam allemaal dieren. Adam ziet al die dieren, maar er is geen enkel dier dat bij Adam past. Hij blijft alleen.

En dus maakt God voor Adam een vrouw. Dat gebeurt op een heel bijzondere manier. De HEER brengt Adam in slaap en maakt dan uit zijn rib een vrouw. Sommige uitleggers van de Bijbel zeggen daarover: dat is niet voor niets. God maakt de vrouw niet uit de voeten van Adam, want dan zou zij zijn slaaf zijn. God maakte de vrouw niet uit het hoofd van Adam, want anders zou zij over hem de baas zijn. Nee, God maakte de vrouw uit een rib, dat is vlak bij het hart van Adam.

Ze wordt dan een helper genoemd die bij Adam past. Dat kun je verkeerd begrijpen. Alsof de vrouw alleen maar een hulpje, een knechtje van de man is. Maar dat is zeker niet zo. Van God zelf zegt de Bijbel ook dat hij een hulp, een helper is. Dat is hetzelfde woord. God is een helper voor mensen, zo is de vrouw een helper voor de man.

Verwondering

Als Adam de vrouw ziet, wordt hij heel enthousiast. Hij zegt: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten: vrouw, een uit een man gebouwd.’ (2:23) Dat is een gedicht. Het is een spel met woorden: zij is uit de man genomen en daarom heet ze vrouw. n het Nederlands hoor je dat niet zo goed, maar in de taal van de Bijbel is man ISJ en vrouw ISJA. In het Engels hoor je het ook: ze komt uit de ‘man’ en is dus ‘woman’. Of je zou ook kunnen zeggen: toen Adam de vrouw voor het eerst zag, zei hij: Wo Man!

Het is niet altijd zo goed gebleven. Later lezen we in de Bijbel dat Adam en zijn vrouw niet goed voor elkaar waren en niet goed voor elkaar zorgden. Misschien is dat bij jou ook. Ben je getrouwd, maar ben je allang niet meer enthousiast, ben je helemaal niet blij met de ander. Dat is verdrietig, want God heeft het anders bedoeld.

Hij heeft je bedoeld om het samen goed te hebben. Om blij te zijn met je vrouw en je man. En als je niet blij meer kunt zijn, bid God dan. En dank ook voor de goede dingen die je wel krijgt.

Zo is het bedoeld, zegt de Bijbel: dat je als man aan een vrouw bent gebonden en als vrouw aan een man. Je wordt samen een eenheid. Dat betekent ook dat je je geluk niet bij een ander moet zoeken. Het is niet goed om je geluk bij een andere vrouw of een andere man zoeken, maar de eenheid te zoeken, ook al is dat soms heel moeilijk.

Gods liefde

God vindt de liefde tussen man en vrouw zo bijzonder, dat hij zichzelf ook een man, een echtgenoot noemt. Alsof Hij zelf getrouwd is met zijn volk, met de mensen die bij Hem horen. De Bijbel zegt dat het vaak mis is gegaan in het huwelijk tussen God en zijn volk. Zijn volk was als een ontrouwe, slechte vrouw. En toch heeft God niet opgegeven. Hij is ons blijven opzoeken. Ondanks onze fouten en tekorten. Blijft Hij zoeken. Daarom is Jezus gekomen. Om Gods liefde te laten zien. Ik wil dat jullie aan mij verbonden zijn.

En daarom is het huwelijk tussen twee mensen iets heiligs. Ook is er misschien van alles mis, het is ook bedoeld om iets van Gods heiligheid te laten zien. Kijk daarom zo naar elkaar, als je getrouwd bent: die ander heeft God aan mij gegeven. Wat geeft God mij door die ander?

Verwonder je. Verwonder je als je getrouwd bent. Over de vrouw, over de man die God aan je gegeven heeft. En ook als je niet getrouwd bent. Als je merkt: het is niet goed om alleen te zijn. Kijk om je heen: welke mensen geeft God wel aan mij? Wie kan er voor mij zorgen? En voor wie kan zorgen? Dank God voor de mens die hij aan je geeft. Hij laat je niet alleen.