Afgelopen zondag was ik vrij. Ik bezocht ook een andere kerk. Het was een mooi oud gebouw dat al stamde uit de Middeleeuwen. Duizelingwekkend om te bedenken hoeveel mensen er al die eeuwen die kerk bezocht hadden. Hoeveel kinderen er gedoopt zijn, hoe vaak er getrouwd is, hoeveel mensen er vanuit die kerk begraven zijn. Honderden jaren heeft het geduurd, maar tijdens de kerkdienst vroeg ik me af of dat niet binnenkort afgelopen zou zijn.
Er was in de kerkdienst een speciaal moment voor de kinderen. De predikant deed het prachtig, maar er waren helaas niet meer dan drie kinderen in de kerk. Mijn zoon had even daarvoor al geconcludeerd dat hij de enige tiener in de kerk was. Voorin de kerk zat de kerkenraad. Het jongste kerkenraadslid leek me iets ouder dan ik. Wat zou er over tien of twintig jaar nog van deze kerk over zijn?
In mijn eigen stadje is al een kerk gesloten waar sinds de 12e eeuw elke zondag kerkdiensten werden gehouden. Nu zijn er af en toe nog bijzondere diensten of evenementen, maar vaak is hij ‘gewoon’ dicht op zondag. Het is een klein drama dat zich in veel kerken in Nederland al veel eerder afspeelde. De kerk waar ik werk, lijkt nog anders. Bij het kindmoment in de kerkdienst komen er tientallen kinderen naar voren. Zondagavond komen er tientallen jongeren voor ‘M8ig’. Ze ontmoeten elkaar en zijn onder leiding van betrokken vrijwilligers bezig met het geloof.
En toch. Ook bij ons is het niet meer als vroeger. In de kerkdiensten zitten er tegenwoordig ’s ochtends net zoveel mensen als er twintig jaar geleden ’s middags waren. We doen de middagdiensten nu samen met een andere kerk, en is de kerk nog niet halfvol. Steeds meer jongeren haken af. Tot een jaar of 16 doen de meesten nog wel aardig mee. Maar daarna verdwijnen er steeds meer buiten beeld. Het is niet langer vanzelfsprekend om belijdenis te doen, om naar de kerk te blijven of te geloven. En zelfs degenen die blijven lijken een veel minder sterk commitment te hebben dan vroeger: al jaren lukt het niet meer om bijvoorbeeld genoeg ouderlingen voor de kerk te vinden. Ziet onze kerk er over 20, 30 jaar net zo uit als de kerk waar ik zondag was? Of gaat het misschien nog veel sneller?
Dit jaar heb ik van de kerkenraad tijd gekregen om na te denken over de plek van jongeren in de gemeente. Op een bijeenkomst met jeugdwerkers van andere kerken in Kampen hoorde ik hetzelfde verhaal: jongeren vanaf een jaar of 16 haken af. Kun je ze erbij houden? Moet je dat wel proberen? Is de keuze niet aan hen? Kunnen we kerk zijn ook met oog op de toekomst, waar we nu al jongeren een belangrijke plek bieden om met ons te leren geloven?
Dat zijn zo wat vragen waar ik over nadenk en vooral ook met jongeren, jongerenwerkers, ouders en anderen over in gesprek ga om te ontdekken of en zo ja wat we dingen anders moeten doen. Daarnaast probeer ik me ook te oriënteren door te lezen. Zo lees ik op dit moment Growing Young en de blogs die daarover verschenen bij het Praktijkcentrum. Ik geloof niet in (simpele) oplossingen, maar ben wel op zoek naar wat we als kerk voor en met jongeren kunnen betekenen. Om mijn gedachten, ervaringen en indrukken te ordenen hoop ik daar de komende tijd wat meer over te schrijven.