Vanuit mijn toch grotendeels links-christelijke wat intellectuele bubbel was ik verbijsterd door de overwinning van Baudet en de zijnen. Wat brengt mensen ertoe voor deze partij te stemmen? (‘Op deze man’ wilde ik schrijven, maar dat kon in dit geval niet.) Om niet bijna een op de vijf stemmers zomaar als achterlijk af te schrijven, heb ik geprobeerd rustig naar zijn overwinningsspeech te luisteren. Dat luisteren is me gelukt, maar erg rustig kon ik er niet onder blijven.
Ik moet toegeven, ik begrijp het een stuk beter. Ik begrijp dat Baudet niet alleen aantrekkelijk is zoals zoveel narcisten dat zijn door hun manier van doen, maar ook door wat hij zegt. En daar werd ik erg onrustig van. Allereerst maakt hij indruk met zijn preek tegen de ketterij van de bestuurders en het sociale, culturele en politieke klimaat. Juist het gebruik van het soort woorden dat verwacht in een preek – ‘ongeloof’, ‘ketterij’, ‘altaar’, ‘vereren’, ‘afgod’ – raakt een snaar. Het zijn geen platte technocratische redeneringen, maar Baudet wil iets diepers aanspreken. Het hart, de liefde, het verlangen. Baudet is in zijn toespraken domineeser dan de meeste dominees die ik ken. Baudet geeft af op het feit dat de leden van ‘het kartel’ in niets geloven, ze leven in ‘het spirituele vacuüm’, het gebrek aan liefde voor cultuur, land en geschiedenis. De bestuurders en de cultuurdragers – onderwijs, universiteit, kunstenaars – verkwanselen ‘onze’ belangrijke waarden. Ze geloven nergens meer en lijden slechts aan een schuldgevoel, aan zelfhaat. Daarom offeren ze 1000 miljard Euro op aan de afgod van de transitie, terwijl de aarde er niets beter van wordt. Daarom verkwanselen ze ‘onze’ cultuur.
Baudet verlost van dat schuldgevoel en laat zijn hoorders weten ze zich niet langer schuldig hoeven voelen over hun al dan niet openlijk geuite angst en afkeer voor de vreemdeling, voor dat wat anders is. Ook schuldgevoel over aantasting van het milieu is niet nodig. We moeten weer leren trots te zijn. En niet alleen dat. Daarvoor moest gevochten worden. Daarvoor moeten wij naar het front trekken. Daarvoor moeten wij de vijand verslaan om onze Boreale cultuur te beschermen. Om het straatbeeld qua architectuur en qua mensen die daar lopen weer echt van ‘ons’ te laten zijn.
Baudet is slim genoeg om zich niet te vereenzelvigen met fascisme, maar gaat een flirt niet uit de weg. Hij heeft het over onze ‘boreale’ beschaving, een term die o.a. Le Pen gebruikte voor zijn racistische ideeën. Desgevraagd door het AD zegt Baudet dat hij het een mooie term voor het licht vindt dat vanaf de Noordpool schijnt en daarom ‘een mooie, poëtische aanduiding van de westerse wereld’. Baudet vergist zich of probeert zich eruit te kletsen want Aurora Borealis = Noorderlicht, waarbij Borealis ‘noordelijk’ betekent. Ik geloof niet dat Baudet het woord ‘zomaar’ gebruikt. Daar heeft hij goed over nagedacht, net zoals over zijn hele toespraak.. Baudets verhaal doet denken aan toespraken uit de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. Ook toen werd met name in Duitsland de politieke en culturele elite gehekeld. Zij zouden het land verkwanseld hebben, nergens meer in geloven. De zon leek bezig onder te gaan, zoals dat nu ook volgens Baudet het geval is. En daarvoor was er een nieuwe beweging van mensen die weer ergens in geloofden. Een beweging die door miljoenen werd gevolgd, omdat die het hart, de liefde het verlangen van mensen aansprak.
Dat doet Baudet ook: liefde, verlangen en het hart aanspreken. Het gaat niet alleen om angst maar ook om een groot ideaal: liefde voor cultuur en geschiedenis. Daarbij verlost hij zijn aanhangers van hun schuldgevoelens en ze roept ze tenslotte tot strijd, het gevecht aan het front. Ook dat laatste heeft meermalen eerder in de geschiedenis geklonken.
Ik geloof met Baudet dat er in onze cultuur en samenleving vaak een spirituele leegte is. Ik herken de schuldgevoelens en het verlangen me ergens met hart en ziel voor in te zetten. Gevaarlijke ketters weten iets in ons aan te boren wat er echt is. Maar de weg van Baudet is een doodlopende dwaalweg. Verlossing van schuldgevoelens, misschien. Maar verlossing van schuld zo zeker niet. De god die Baudet wil aanprijzen lijkt mij teveel op het beest dat al te vaak en al te veel mensen heeft verpletterd en verslonden.