Maandag ging ik een eindje fietsen door het mooie Fryslân. Tot mijn verrassing werden mijn medefietsers en ik in elke van de elf steden toegejuicht en ook in al die dorpen eromheen. Tank, leave minsken! Het hielp ons door de regen, de wind en de koude. Jullie riepen ons om door te gaan. We waren ‘toppers’, ‘helden’, ‘kanjers’ of zelfs ‘heiligen’. Bij de stempelpost in Workum zong een man ‘O, when the Saints go marching in’ en kijkend naar de vermoeide fietsers riep hij: ‘Ik zie ze binnenkomen!’ Jullie schreeuwden, zongen, zwaaiden ons naar de finish. Vanuit bushokjes, portietenten, vanuit het raam, staand in de deuropening of buiten, zelf de regen en wind trotserend. Ik zag een mevrouw die ons aanmoedigend toeriep terwijl ze met een houten lepel op een pannendeksel. Spandoeken, snoep en water dat uitgedeeld werd. Dankewol!
Ik voelde me tegelijk een beetje vreemd. Want wat waren mijn medefietsers en ik nu helemaal aan het doen? Een eindje fietsen door het mooie Fryslân. Waren we daarom ‘toppers’, ‘helden’ en misschien zelfs ‘heiligen’? Natuurlijk niet, maar de aanmoedigingen hielpen wel. Tegelijk dacht ik: wat zou het geweldig zijn als de echte ‘helden’ af en toe zo zouden worden toegejuicht.
Ik zie het al voor me: de vuilnisauto rijdt de strijd binnen en de vuilophalers worden toegejuicht door mensen hangend uit het raam en staand voor de deur. ‘Helden, toppers! Waar zouden we zijn zonder jullie!’ Na de zomervakantie staat het schoolplein vol juichende mensen. Ook al voelen leraren en leerlingen buikpijn van de spanning, ze gaan toch maar weer: ‘Hou vol, ga door! Je kunt het!’ En bij de ingang van het verzorgingstehuis wordt het personeel dat weer bedden gaan verschonen en mensen gaat wassen toegezongen: ‘O, when the Saints go marching in.’
En voor wie dat juichen maar ongemakkelijk vindt: Het kan ook op een andere manier, zoals die onbekende medefietser deed die me bibberend van de kou op de dijk bij Holwerd zag staan, wachtend op mijn medefietsers en die me later in Bolsward weer zag en vroeg of ik het weer een beetje warm had en me hartelijk succes wenst. Gewoon een beetje aandacht van ‘zomaar iemand.’ Bedank degene die je stad, je dorp schoonmaakt af en toe eens persoonlijk, maak een praatje met de leerkracht van je kind of met degene die je oude moeder verzorgt.
Ik kom volgend jaar graag weer fietsen in het mooie Fryslân, maar als er dan geen mensen langs de kant staan, omdat de echte helden moeten worden toegejuicht, vind ik dat niet erg. Al hoop ik natuurlijk dat jullie ons toch ook nog een beetje willen aanmoedigen.
Bram Beute, Kampen