Een spin in mijn tuin

In de tuin hangt een spin. Vannacht heeft ze haar web geweven en dat hangt nu onder de boom. De zon valt precies op haar web. De wind blaast er met vlagen tegenaan. Het beweegt soepel, golvend mee. Onverwoestbaar. De wind doet het schitteren in de zon. Als je goed kijkt zie je dat het allemaal verschillende kleuren heeft. De spin zit onverstoorbaar in het midden.

Het ziet er prachtig uit, maar ik weet dat ze een dodelijk wapen heeft gemaakt voor muggen en vliegjes. Als er een in haar web vliegt zal ze eraan trekken en rukken zoals de wind, maar er steeds vaster in komen te zitten. Als het slachtoffer niet al te veel weerstand meer biedt, zal de spin erheen sluipen en haar verder omwikkelen met spinrag om haar op later leeg te zuigen.

En toch. Het web danst schitterend in de zon en met de wind. Als Gods schepping op een dag vernieuwd is, als de dood er niet meer is, zal er dan geen plaats meer zijn voor spinnen? Of zullen ze hun web nog steeds weven en spelletjes spelen met de muggen en de vliegen?

Het klinkt absurd. Van biologen heb ik geleerd dat het in het planten- en dierenrijk maar om een ding gaat: overleven. En vaak ten koste van anderen. Cheeta’s kunnen zo geweldig hard rennen om te doden. Vogels zingen om hun territorium te verdedigen tegen anderen of een vrouwtje te veroveren. Sommige planten groeien ontzettend snel om anderen de ruimte te ontnemen.

En toch. Waarom ziet het er dan vaak zo schitterend uit: die kracht voortkomend uit de overlevingsdrang? Ik kan het niet alleen maar zien als functioneel. Dat is mij te grauw, te eenzijdig. Zou de schoonheid straks niet blijven bestaan zonder die dodelijke overlevingsdrang? En kan het zijn dat de spin een loflied weeft op Gods grootheid, inventiviteit en drang naar echt leven?

Ineens zie ik in de schaduw, nog geen halve meter achter het spinnenweb dat ik bewonder, nog een spinnenweb. Het is nauwelijks zichtbaar, maar veel groter. Het hangt in de luwte en meer in het donker. Alleen de grote spin in het midden kun je goed zien. Onbeweeglijk hangt hij daar. Wachtend op een prooi die snel zal komen. Het deprimeert me wat. Maar wie weet, danst ook zijn web op een dag in de zon en de wind, terwijl hij speelt met de muggen en de vliegen.

 

P.S. Ik zag overigens dat Wolter Huttinga zich zulke vragen ook stelt, maar dan beginnend bij poep.