Waar is God als het leven je verwondt? Als er iets ergs gebeurt, schokt het je vertrouwen in de wereld om je heen. Ook je geloof in God wordt geschokt. Je kunt je geloof sterker en reëler gaan beleven, maar het kan ook zijn, soms zelfs tegelijkertijd, dat geloven ingewikkelder wordt, minder vanzelfsprekend.
De Bijbel laat verschillende manieren zien waarop gelovigen reageren op lijden dat hen treft. Ook de troost die zij zoeken in hun geloof is heel divers. Die diversiteit zie ik lang niet altijd terug als ik christenen hoor spreken over het leed waar zij mee te maken hebben en minder nog als christenen elkaar proberen te troosten. Daarmee doen ze soms zichzelf, de ander en God tekort.
Geloven in God en getroffen worden door lijden is verwarrend. Het is niet te begrijpen dat er kwaad is dat mij treft als God goed en almachtig is, want als het werkelijk kwaad is dat mij overkomt, hoe kan de goede almachtige God dat dan laten gebeuren? ‘Er is kwaad dat mij overkomt, God is goed en God is almachtig.’ Deze drie uitspraken kunnen logisch gezien niet alle drie tegelijk waar zijn en toch houden christenen ze alle drie overeind. Dat is niet allereerst een logisch probleem, maar een raadsel dat ons bestaan raakt. Hoe kan ik een almachtige goede God vertrouwen terwijl zulk groot lijden mij treft?
Om daar uit te komen, kan het helpen een van de uitspraken over het kwaad, Gods goedheid en Gods almacht te nuanceren of te relativeren. Als je dat voor elk van die uitspraken doet, kom je tot drie manieren van omgaan met lijden die je ook in de Bijbel terugvindt. Deze drie manieren wil ik in dit artikel schetsen. Niet om uiteindelijk tot de beste manier te komen, maar om iets te laten zien van hoe de veelheid aan emoties en denken over lijden ook een plaats hebben in de omgang met God. Het past bij de dynamiek van het leven, juist ook van het leven met God, dat geloven en lijden op verschillende momenten en door verschillende mensen verschillend wordt beleefd.
God is groter dan het kwaad
Een jongetje valt op de grond. Hij huilt hard. Zijn moeder trekt hem naar zich toe en geeft een kusje op zijn knie. ‘Over,’ zegt ze. Het kind stopt met huilen. Even was het in paniek door de schrik en de onverwachte pijn. Maar de rust en de aandacht van de moeder maken alles weer goed.
God is net zo’n trooster. In Jesaja staat: ‘Zoals een moeder haar zoon troost, zo zal Ik jullie troosten’ (66:13). Als je hele wereld wankelt, is God een veilige schuilplaats, vast als een rots. En daarop sta je stevig (zie bijvoorbeeld Ps. 62:2,7). Als je het zelf niet meer weet, zegt Jezus: ‘Kom naar Mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal Ik jullie rust geven’ (Mat. 11:28). En zo zijn er ook de woorden en beelden van Psalm 23: God als de goede Herder die mij niets tekort laat komen. Die psalm wordt vaak gezongen en gelezen als het mensen juist aan heel veel lijkt te ontbreken en de wanhoop nabij zijn. Juist in het lijden zingen christenen liederen van kinderlijk vertrouwen op God die hen wel op de juiste weg zal brengen, ‘wat de toekomst ook brengen moge.’
Gelovig schuilen
Dit kinderlijk gelovig schuilen gaat samen met het vertrouwen dat het lijden dat ons treft niet het laatste woord heeft. Het lijden kan op verschillende manieren plaats vinden. In de Bijbel wordt het lijden soms gezien als Gods straf. Dat is pijnlijk, maar ook bemoedigend; dat je het overkomt, is een teken dat God om je geeft en bezig is je te vormen (zie bijvoorbeeld Spr. 3:12; Opb. 3:19). Daarmee vergelijkbaar is wat Paulus schrijft in de Romeinenbrief (8:28): alles wat de gelovige overkomt, draagt bij aan het goede, namelijk het evenbeeld worden van Gods Zoon. In hetzelfde hoofdstuk relativeert Paulus ook op een ander manier het kwaad door te zeggen dat ‘het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard’ (Rom. 8:18, 28-29). Er is kwaad dat mij treft, maar dat kwaad heeft niet het laatste woord. God is groter en liefdevoller dan het leed dat mij treft.
Is God wel goed?
In de paniek of in de schok van het leed dat hen plotseling treft, voelen veel mensen het verlangen om als een klein kind bij God te zijn. Je ziet het nogal eens bij het overlijden van een geliefde. De dagen voor de begrafenis wordt er zo troost gezocht bij God. Maar enige tijd na de begrafenis lijkt die troost veel minder sterk. En dan gaan de nabestaanden andere dingen zeggen: ‘Ik weet wel dat ze het nu goed heeft, maar ik zit hier nu maar alleen. Waarom moest dit nu eigenlijk gebeuren?’ Ook al geloof je dat God alles in zijn hand heeft, daarmee is de pijn niet over, zoals bij dat jongetje dat een kusje kreeg op zijn zere knie. Hoe kun je troost vinden voor de pijn die blijft?
Soms, en beslist niet alleen na een begrafenis, leidt dat tot een heel nieuw perspectief, waarin wat mensen eerder tot troost was, hen nu juist boos of vertwijfeld maakt. Wie is God eigenlijk als Hij alles in zijn hand heeft, maar dit leed toelaat? Is Hij echt in mij geïnteresseerd?
Twijfel
Ik maak het niet zo vaak mee dat in de kerk deze vragen hardop worden gesteld. En als het wel gebeurt op een gespreksgroep of kring, krijgt de vragensteller vaak snel een ‘troostende’ Bijbeltekst voorgehouden. Die tekst is echter op dat moment helemaal niet troostend, maar eerder verplichte kost die de vragensteller maar moet slikken.
En dat is erg, want er is veel ruimte om vragen en twijfels te uiten voor God. Het hele boek Job is daaraan gewijd. Job zegt vreselijke dingen tegen God. Bijvoorbeeld: ‘Hij teistert mij als een stormwind, zonder reden brengt Hij mij steeds nieuwe wonden toe (…) Gaat het om kracht, dan is Hij de sterkste, gaat het om recht, dan zegt Hij: “Wie daagt Mij voor de rechter?”’ Het is goed te begrijpen dat dat voor Jobs vrienden niet om aan te horen is. Zij willen Job uitleggen hoe God echt is. Ze willen hem voorhouden dat God echt wel goed en rechtvaardig is en dat Hij echt wel te vertrouwen is. Maar daar schiet Job niets mee op en dat laat hij ook in scherpe bewoordingen weten. En hij heeft gelijk. Hij heeft met al zijn protesten juist van God gesproken, in tegenstelling tot zijn vrienden. Job moet zelfs voor zijn vrienden bidden, om Gods woede te doen bedaren (Job 42:7-8).
Klagen
Klagen en protesteren bij God om het leed dat hen treft, hoort ook bij het leven van gelovigen. Dat kun je zien in de Psalmen, in Klaagliederen en bij Jeremia. De ervaring van door God verlaten zijn mag voor God bestaan. Ook Jezus vond in Getsemane geen troost in de gedachte dat God alle dingen in zijn hand houdt en dat alles goed zou komen. Hij werd juist doodsbang toen er een engel uit de hemel kwam om Hem te versterken (Luc. 22:42-44). Toen wist Hij dat het lijden echt kwam. Hij klaagde ook aan het kruis ‘Mijn God, mijn God, waarom heeft U mij verlaten?’
God is onze kwetsbare lotgenoot
Behalve als een klein kind schuilen bij God en klagen en protesteren is er nog een derde vorm van omgaan met God in het lijden die ik hier wil noemen. Deze manier heeft te maken met hoe we aankijken tegen Gods almacht. Betekent Gods almacht inderdaad dat God alles kan en dus ook alle leed zou kunnen tegenhouden?
Om die vraag te beantwoorden, richt ik me op een andere vorm van troosten, namelijk de troost van lotgenoten. Wie er op een afstand naar kijkt, zou kunnen denken dat je er weinig mee opschiet als er iemand een beetje met je meehuilt. Maar de praktijk leert anders. Google even op internet en je vindt lotgenotengroepen voor mensen met een spierziekte, nabestaanden na een zelfdoding, ouders van kinderen met autisme, familieleden van iemand met een lichamelijke handicap, enzovoort.
Kwetsbaar
Ook in mijn eigen leven zijn er geen mensen die mij zo getroost hebben als de mensen die mijn leed deelden, omdat het ook hun leed was. Delen van leed maakt de pijn en het verdriet niet minder, maar relativeert die wel. Ik ben niet langer alleen in mijn lijden. Weinig is zo troostend als iemand die precies lijkt te begrijpen wat je bedoelt als je praat over je pijn, omdat hij of zij het zelf ook meegemaakt heeft. Zonder gêne kun je samen huilen, je boosheid en frustraties uiten en je angsten noemen. Het is niet raar, want we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. En gek genoeg kun je ook nergens zo hartelijk lachen om je pijn als met lotgenoten. Anderen zouden schrikken als ze je zo zagen lachen om je lijden. Het lijkt te hard, te grof. Maar voor de lotgenoten is het een uiting van de blijdschap dat je deze rottigheid niet alleen doormaakt.
Een lotgenoot kan alleen een trooster zijn omdat hij of zij zelf ook kwetsbaar is. Alleen wie zijn eigen wonden, onzekerheid en wanhoop toont, kan zo een ander helpen in zijn of haar pijn. Alleen gewonden kunnen zo andere gewonden troosten.
God lijdt
En zo kan God ons óók troosten. God is niet onkwetsbaar en onaantastbaar. Hij kent ons lijden van binnenuit. ‘Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat Hij niet vervallen is tot zonde’ (Hebr. 4:14). In Jezus komt God zelf naar Hem toe en wordt duidelijk wie God is: Hij is zijn evenbeeld. Door de Zoon leren we de Vader pas echt kennen. We zien Hem, vervuld van liefde voor zijn vijanden, lijden en sterven. Zo is God. God lijdt doordat Hij liefheeft.
Wie erop gaat letten, ziet hoe de Bijbel telkens weer vertelt hoe God lijdt door zijn liefde voor de mensen en deze wereld. Al in de tijd van Noach toen ‘alle mensen op aarde slecht waren’. God kreeg er toen ‘spijt van dat Hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst’ (Gen. 6:5,6). God heeft mensen lief en als mensen niet uit die liefde leven, maar Hem afwijzen, raakt Hem dat diep. Dat is een eindeloos refrein in het Oude Testament. Telkens weer wordt God geraakt doordat Israël zich van Hem afkeert en doordat het volk zo niet alleen Hem, maar ook zichzelf tekort doet en te gronde richt (bv. Hos 7:8,9).
Van binnenuit
In het boek Hosea zie je misschien wel het scherpst hoe God lijdt door zijn liefde. De relatie tussen God en zijn volk wordt er geschetst als een liefdesrelatie waarin de vrouw haar man bedriegt. Alle emoties die een bedrogene in zo’n situatie kan hebben, heeft God in Hosea ook: gekwetstheid en verontwaardiging omdat zijn liefde zo versmaad wordt; woede en verlangen om te straffen en om wraak te nemen. Maar ook weemoed naar vroeger tijden en de hoop dat het weer wordt zoals het was. Liefhebben betekent lijden. Ook voor God.
‘Alles van waarde is weerloos,’ dichtte Lucebert ooit. Het meest waardevolle in deze wereld is de liefde en wie liefheeft, heeft geen verdediging tegen alles wat die liefde raakt. God ook niet. Niet omdat Hij niet almachtig is, maar omdat Hij wil liefhebben. En zo is God ook onze lotgenoot geworden.
God kan zich identificeren met mannen en vrouwen die door hun echtgenoten bedrogen zijn. Hij weet precies hoe dat voelt. God weet wat het is om je kind te verliezen aan de dood. God kent het verdriet om kinderen die niet zijn weg willen gaan. Jezus Christus, de Zoon van God weet hoe het voelt om van God en mensen verlaten te zijn. Hij kent het gevoel van bespot en uitgekotst te worden. Hij weet hoe het is om door godsdienstige leiders veroordeeld te worden als godslasteraar, als scheurmaker die het volk in verwarring brengt. Hij kent de angst voor pijn en dood van binnenuit. Hij weet wat het is om helemaal niets meer te kunnen dan ademen, om straks te moeten sterven. Jezus is onze Lotgenoot.
Loser
Dat kunnen we ook van de Geest zeggen. Hij deelt in ons lijden. Als wij niet meer weten wat we moeten zeggen, pleit Hij voor ons met woordloze zuchten (Rom. 8:26) Zo werkt Hij ook in de gemeente. Gods kracht en wijsheid worden zichtbaar in zwakheid en dwaasheid. Door het lijden heen komen Gods kinderen tot heerlijkheid.
God de Drie-enige is in ons lijden onze Lotgenoot. Dat betekent niet dat het al voorbij is. Maar het geeft wel troost. De angst voor lijden, pijn en dood kan minder worden: ik ga er niet alleen doorheen. De Geest lijdt met mij mee. Ik deel in het lijden van Christus en mag zo hopen te delen in zijn opstanding.
Prachtig wordt de verbondenheid aan Christus ook uitgedrukt in het gedicht van Hans Andreus (zie hieronder). Als alles van mij afschilfert, ontmoet ik Hem. Het is niet nodig dat ik nog iets weet, begrijp, kan formuleren, maar juist als ik niets meer in handen heb, kan ik hem, de Gekruisigde ontmoeten. Hij overwon niet door sterker te zijn, maar door zwak te zijn. Juist als ik het gevoel heb een complete loser te zijn, wordt het voor mij mogelijk dichter dan ooit bij de grootste Loser ter wereld te komen. Als ik zwak ben, ben ik sterk. God heeft het zwakke en het dwaze van deze wereld uitgekozen om zijn kracht en wijsheid in uit te laten komen. Te beginnen bij Jezus Christus en vervolgens ook bij mij.
Drie Christus-gedichten (3)
Maar niet de troostende, Godbewaarme, – niet de zachte
hand op het voorhoofd en de zachte stem –
zo weet ik ook niets van hem, zo zou ik hem
zelfs niet herkennen in de lafste nachten
als weke vleugels samenklappend waar
ik lig en mij niet meer verweer – nee, hij
komt aarzelend en dom lachend dichterbij
en zegt niet, weet ook niets te zeggen, maar
wanneer ik hem aankijk en niemand meer ben
en zo van ieder ding het begin zie en
al wat ik dacht, wist, schilfert van mij af,
dan is later nog het enige dat ik weet:
geen God heeft als hij bloed van angst gezweet
en was erger mens voor hij zich overgaf.
Hans Andreus, Verzamelde gedichten. Amsterdam, 2004.
blijf ik toch met de vraag worstelen waarom God het kwaad toelaat, ziekte toelaat
Het komt niet uit Zijn hand . Want God is goed
Is het dan de duivel die je ziek maakt.
God is almachtig en hoort de gebeden. Is het dan dat God toch wel doet wat Hij goedvind
en wat voor invloed heeft mijn gebed dan nog?
Sorry Heer voor deze vragen, want toch bent U Mijn schuilplaats , mijn God en Heer
Beste Ria,
Bij toeval op deze site terecht gekomen,en wil graag ook al is het inmiddels nu 2 jaar later een reactie geven op je vraag, beter laat dan nooit 🙂 Je schrijft dat je niet begrijpt waarom God het kwaad toelaat en ziekte? Laten we beginnen met wat je zelf ook aangaf God is goed, en almachtig , alwetend en alomtegenwoordig ! In Hem is geen duisternis en dus geen kwaad !
God wil alleen het beste voor ons juist omdat Hij zoveel van ons houd helaas hebben wij hier op deze aarde nog te maken met zijn tegenstander die ons dus wel kwaad wil aandoen en helaas blijven wij daar dus niet altijd voor gespaard zelfs Jezus niet hij is in ons lijden onze lotgenoot.
Gebed heeft zeker invloed wanneer het naar God’s wil is , maar wij krijgen niet altijd alles waarvan wij denken dat het goed voor ons is . Ik ben zelf van mening dat God onze omstandigheden soms gebruikt om ons juist te vormen naar zijn perfecte wil daarin kan zeker ook soms ziekte worden gebruikt om ons juist dichter naar Hem toe te brengen , want in nood zoeken de meeste mensen God.Zelf ben ik pas 4 jaar christen toen mijn vader ( laatste ouder) overleed riep ik God aan in mijn nood ! En zei als u werkelijk bestaat help mij dan hier door heen ik kreeg een duidelijk antwoord terug Hij zei ; weet je nou nog steeds niet na al die jaren dat ik steeds bij je ben? Nu sta ik voor een volgend dilemma pas te horen gekregen bij de tandards en ik kwam maar voor 1 ding dat ik een wortelpuntkanaalbehandeling en een kanaalbehandeling en een verstandskies moet laten trekken ! Dit was echt heftig lig er s’nachts van wakker kan niet meer normaal eten mijn maag draait om bij de gedachte alleen al ik heb zo’n angst voor die behandelingen! Vandaar dat ik ineens ook op deze site terecht was gekomen het helpt mij enorm te lezen dat ik er niet alleen door heen ga ,maar dat ik erop mag gaan vertrouwen dat Hij die zoveel meer is en in mij woont mee gaat dat is een hele troost die ik daar uit kan putten . Tevens denk ik zelf dat God mij op deze manier ook al is het vervelend mij een les wil leren Hij alleen weet mijn zwakten en wil mij sterk in hem maken dat kan alleen als ik leer op Hem te vertrouwen, ik denk dat ik deze les nog vaak moet meemaken helaas ,maar God doet dat alleen omdat Hij juist zoveel van mij houdt en juist wil dat ik mijn vertrouwen steeds meer in hem ga stellen. Vertrouwen komt eerst daarna overgave mooi is juist die text Als alles van mij afschilfert, ontmoet ik Hem, elke angst , elke twijfel bv maar juist als ik niets meer in handen heb kan ik Hem ontmoeten dat is pas overgave! Geef Hem al je zorgen en leer zoals ik om Hem te vertrouwen dat Hij je draagt in al je omstandigheden ik weet zeker als we daar op gaan leren vertrouwen dat overigens niet wil zeggen dat ons dus leed bespaard wordt maar het wordt wel dragelijker zeker als we ook nog eens weten dat we daarna delen in zijn opstanding!
Ik hoop dat je hier wat aan zult hebben het ga je goed Gods’s zegen toegewenst!
Vriendelijke groet ;Yvonne