Als je maar gelukkig bent?

Preek over Johannes 17:3

‘Als ze maar gelukkig worden’

Waar gaat het om in het leven? Wat hoop je voor je kinderen? Ik hoor ouders nogal eens zeggen: ‘Mijn kinderen moeten niets. Als ze maar gelukkig worden.’  Dat klinkt mooi vind ik. Maar een vriend van mij die zijn vrouw jong verloor en achterbleef met drie jonge kinderen zei ooit tegen mij: ‘dat is toch een veel te hoog doel. Arme kinderen, wat kunnen zij eraan doen om gelukkig te worden. Je hebt het al moeilijk en dan moet je ook nog gelukkig worden!’ Die vriend is helemaal geen somberaar, maar door wat hij had meegemaakt wist hij wel: gelukkig worden, dat spreekt helemaal niet vanzelf. Dat kun je niet regelen. En gelukkig moeten zijn, kan een last zijn. Daarover straks nog wat meer.

Maar toch denk ik dat jullie als ouders het beste voor jullie kinderen willen. Wat is dat dan?  

Het echte leven

Geluk. Leven dat er toe doet.

Wat voor dingen zijn dat: de dingen die er toe doen? Dat zijn vaak heel gewone en toch heel bijzondere dingen: een kind krijgen. Samen de zon zien opkomen. Liggen in het gras. Een merel horen fluiten. Een prachtig feest hebben. Samen in de kerk zijn en Avondmaal vieren.

Vaak is het samen met anderen. Soms zegt iemand die verliefd is dat ook wel zo: leven met jou maakt alles mooier. Dan krijgt alles een kleur. Dan krijgt alles betekenis. Andersom is ook waar: als je alleen achterblijft, verliest het leven z’n glans of misschien ook wel als je altijd alleen bent en je denkt: het leven zou mooier zijn met iemand anders.

Het echte leven, een geluksmoment: het is vaak samen en vaak heb je daar denk ik het gevoel bij dat je het krijgt. Opeens voel je het, zie je het, hoor je het. Zelfs als je ergens hard je best voor hebt gedaan, is het geluk dat je ermee beleeft een geschenk.

Jezus heeft het ook over het echte leven. Hij noemt het ‘het eeuwige leven.’ Misschien denk je bij het eeuwige leven aan later. Als je sterft. Als je het tijdelijke voor het eeuwige verwisselt. Maar dat is niet wat Jezus zegt. Het echte leven, het eeuwige leven. Dat is allereerst het leven met de Eeuwige. Het leven met God. ‘Dit is het eeuwige leven dat zij U kennen, de enige ware God en Jezus Christus die U gezonden heeft’ (Johannes 17:3).

Het leven met God dat is het echte leven. Dan heb je altijd genoeg. Tenminste zo zingen we dat bijvoorbeeld met Psalm 23 – ‘De Heer is mijn Herder, het ontbreekt mij aan niets.’ Ik kom niets tekort. Ik vind het bijzonder dat juist die Bijbeltekst, die Psalm het vaakst gelezen wordt als mensen gaan sterven en het meeste op begrafenissen gezongen wordt. Als je aan God verbonden bent, kom je zelfs dan niets tekort. Dat is wat we dan tegen elkaar zeggen. Of zoals de vrouw van die vriend waar ik het net over had van ooit zei en zoals het stond op haar rouwkaart: ‘vriendschap met de Eeuwige is Eeuwige vriendschap.’

Het echt leven is het leven met de echte ware God. Leven met de Eeuwige is het eeuwige leven.

Geborgen leven met de Eeuwige

Maar wat is dat dan – leven met de Eeuwige? Het is leven met God die de liefde zelf is. Het is dus je geliefd weten. God de Vader die zegt: je bent mijn kind. God de Zoon die zegt: ik heb mijn leven voor je gegeven. De Heilige Geest die zegt: ik woon in je. Ik verbind je aan God.

Leven met de Eeuwige is je geliefd weten. Dat is wat jullie als ouders door mogen geven: er wordt meer van je gehouden dan je je ooit kunt voorstellen.

Dat geeft geborgenheid. Dat is mooi dat je dat als ouders kunt geven. Tegelijk gaat de liefde van God verder dan dat. God is degene van wie deze wereld is. Jezus is degene die zijn leven heeft gegeven voor deze wereld. Hem kennen, betekent in deze wereld richting kunnen vinden.

Laat me uitleggen wat ik bedoel. Zonder in God te geloven kun je als mens heel veel weten en begrijpen. De wetenschap heeft ons heel veel kennis en begrip van de wereld gebracht. Toch beantwoordt de wetenschap de belangrijkste vragen worden niet echt: waar kom ik vandaan? Waarvoor ben ik hier? Waar ga ik naar toe? Het antwoord wat de wetenschap daarop kan geven is: je bent hier toevallig. Toevallig door die samensmelting van net dat eicelletje met dat zaadje. Als het iets anders was gegaan, was je er niet geweest. Je gaat nergens naar toe, je bent hier een tijdje – doe ermee wat je wilt – en dan ga je dood.

Kaal en eenzaam sta je dan op aarde. Dan blijft er niet zoveel over dan proberen gelukkig te worden. ‘Als je maar gelukkig wordt.’ Dat klinkt heel vrij en mooi. We leven in een tijd met enorm veel vrijheid. Maar gek genoeg brengt veel vrijheid ook veel stress met zich mee. Je kunt van alles kiezen, maar je moet ook kiezen. Je moet kiezen welke sport je wilt doen, welke opleiding, welk werk, welke vakantie, waar je je geld aan uitgeeft. Maar het kan ook een enorme last worden. Want hoe word je dan gelukkig? En als je het niet wordt, dan is het misschien wel je eigen schuld. Je kon tenslotte zelf kiezen wat je wilde!

God en Jezus kennen biedt geborgenheid. Je hoeft de wetenschap niet te ontkennen, maar je kunt meer zeggen: het is goed dat je er bent. Het is de bedoeling dat je er bent. En wat er ook gebeurt. God laat je niet los.

God kennen is geborgenheid. Je bestaan slaat ergens op. Je hoeft niet wat van je leven te maken. De levende God heeft jouw leven gemaakt.  Dat is het mooie van gedoopt zijn en God leren kennen. Dan leer je: je bent niet de hoofdpersoon in een film over je eigen leven waar je zelf het script voor moet schrijven. Nee, je doet mee in een veel groter verhaal. Dat is het verhaal van God die wereld maakte. Het verhaal van Jezus die zijn leven gaf voor de wereld. Het verhaal van de Geest die over de hele wereld Gods liefde laat zien. En jij doet mee in dat verhaal. Jij doet mee. God houdt van je bij voorbaat. Door Jezus. Je bent een mens die het kwaad ook met je meedraagt. Je hoeft je niet beter voor te doen dan je bent. Juist daarvoor is Jezus gekomen. Je mag fouten maken. En tegelijk ben je geroepen om volmaakt te zijn, net zoals God. Goed en vol van liefde. En zo zul je, als je met God leeft, ook worden.

Tot slot

Volgens God word je niet gelukkig doordat je jezelf gelukkig moet maken. Doordat je de goede keuzes maakt. Je wordt gelukkig als je Hem kent. Als je aan Hem verbonden bent. En zelfs dat hoef je niet te regelen. Hij verbindt zich aan Noud, aan Casper en Pepijn zonder dat ze er nog iets van begrijpen. God kent hen en zij mogen Hem leren kennen.

Dat deelt Jezus uit – de liefde van God, het leven met God, het eeuwige leven.

Jullie gunnen je kinderen het beste. En daarom ook heb je ze vandaag laten dopen en heb je beloofd ze hiervan te vertellen. Een goede keuze. Want: het kennen van God, het kennen van Jezus Christus, dat is het echte leven!