Maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken
‘Maria, had je door?’
‘Maria, had je door?’ Dat Jezus zulke grote dingen ging doen? Ze wist dat vast niet zo precies. Al moet ze wel een idee hebben gehad: De engel had gezegd dat haar zoon, de Zoon van God zou zijn, koning. En de herders hadden het herhaald: hij is de Redder, de Messias.
Maria, had je door? Niet alles. Of ook wel heel veel niet. Van het mooie, maar zeker niet van het moeilijke. Dat Jezus weerstand en verzet zou oproepen. Dat haar andere zonen Jezus ‘overspannen’ en ‘gek’ zouden vinden. Dat de geestelijke leiders Hem een godslasteraar zouden noemen. Dat Hij wel als een koning Jeruzalem zou binnen rijden en worden toegejuicht. Maar zonder leger en op een ezel. En dat dan een week later een hele massa voor hem zou staan en zou roepen: ‘Kruisig Hem!’ Nee, dat had Maria niet door. De oude Simeon zegt daar een weken na de geboorte over Jezus tegen Maria: er zal een zwaard door je hart gaan.
Maar dat wist Maria gelukkig bij Jezus’ geboorte nog niet allemaal. En toch als ze nog met het kleine kindje Jezus in haar hand zit, begint ze zich daar al wel op voor te bereiden. Zonder dat ze ook dat zelf helemaal door heeft.
Maria ontvangt
Ze doet hetzelfde wat ze al eerder deed: ze ontvangt. Maria staat vaak op een bijzondere manier open voor God. Zij neemt de woorden van de engel aan die zegt dat ze moeder zal worden van Gods Zoon. Gewoon zo: ze gelooft ze. En ze zingt enthousiast van wat God doet en beloofd heeft. Terwijl haar oom Zacharias, de priester, het niet zomaar kan of wil geloven. Zij wel. Zij staat open. Ook om met haarzelf te laten gebeuren wat de engel zegt. En ook nu staat ze open: ze hoort de verhalen van de herders en bewaart deze woorden in haar hart en blijft erover nadenken.
‘Máár Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.’ Ze is anders dan de anderen die die woorden hoorden. Daarover schrijft Lucas: ‘Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden.’
Dat kun je je voorstellen dat je verbaasd staat. Wat is dat toch voor verhaal: herders die midden in de nacht weglopen bij hun kudde en verhalen vertellen over een hemelse boodschappers en een hemels leger. En dat er hier in hun kleine stadje de Redder, de Messias is geboren. En ze hadden ook al gehoord dat hij in een voerbak zou liggen.
Iedereen is verbaasd
Heel bijzonder verhaal. Je ziet het voor je hoe de mensen erover praten: e’jt al eurd? Van die herders? Wat verhaal he? Wat denk jij? Zouden ze dronken zijn geweest? Zoiets kan toch helemaal niet? Misschien waren er ook wel die protesteerden: je weet maar nooit. Er is meer tussen hemel en aarde. En David komt hier ook vandaan… Ze zijn verbaasd, geschokt. Maar daarna gaan ze weer verder. We lezen niet dat ze het kind komen aanbidden of zoiets. Herkenbaar niet? Er gebeurt iets heel bijzonders. Iets dat je raakt, maar daarnaar ga je gewoon weer verder.
Overprikkeld
Waarschijnlijk hebben wij dat nog veel meer dan de herders in Bethlehem. Stroom van prikkels, van dingen die je raken, die je verbazen, die grappig zijn, inspirerend. Telkens weer wat nieuws. Afgelopen weken heb ik af en toe een tijdje op Tiktok gezeten. Voor wie niet weet wat dat is: het is een app op je telefoon, heel populair bij jongeren en kinderen. Ik wilde daar wel eens wat meer van weten. Via die app kun je eindeloos veel filmpjes zien die allemaal ongeveer tien seconden duren. Als je een filmpje gezien hebt, komt er vanzelf weer een volgende. Of als je een filmpje niet leuk lijkt, veeg (swipe) je gewoon naar de volgende. Elke tien seconden weer een nieuwe indruk. Weer iets anders om je over te verbazen, om te lachen. Gemiddeld zitten gebruikers ongeveer een uur per dag op Tiktok. Dan heb je dus op een dag ongeveer driehonderdvijftig filmpjes voorbij zien komen. Natuurlijk weet je dan op het laatst echt niet meer wat je allemaal gezien hebt. Zeker niet als je de volgende dag weer kijkt. Enzovoort.
Dat is extreem, vind je niet? Maar van de meesten is ons leven zo geworden. Misschien minder extreem dan Tiktok, maar toch. Ik heb wel eens gelezen dat de zaterdagkrant met bijlagen meer informatie bevat dan de gemiddelde Middeleeuwer aan informatie in heel zijn leven kreeg. Je wordt als mens overspoeld met verhalen, beelden, indrukken. En ze willen precies dat allemaal doen: indruk maken. En ergens denk ik proberen we dat in de kerk ook: welk lied, welke manier kunnen we nu weer gebruiken om iets van de boodschap van het evangelie laten door dringen. Hoe kan het je raken? En als je het niet raakt, of als je het niet begrijpt, als je het niet zoveel zegt, laat je het gaan. Er is al weer wat anders om je aandacht op te richten.
Stilstaan bij wat God doet
Je voelt en merkt misschien ook wel. Zo kun je niet echt leven. Af en toe moet je even stilstaan. Even je telefoon weg. De tv uit. Niet op zoek naar een nieuwe ervaring, maar blijven bij wat belangrijk is. Dat zie je Maria hier doen. Ze hoort de verhalen van de herders. Ze zag niet alles begrepen hebben: een heel leger engelen? Waarom zijn die daar en niet hier bij Jezus, als die de Zoon van God is. Waarom blijven die niet hier, om haar kind te beschermen? Waarom komen er herders van buiten Bethlehem om het kind te aanbidden, waarom geen anderen? Maria zal vragen genoeg gehad kunnen hebben.
Maar ze slaat het goed op in haar hart. Misschien vroeg ze het nog eens terug: ‘vertel het nog eens, wat zei die engel precies? Wat heeft dat hemels leger gezongen?’ Ze wist niet wat het allemaal betekende, maar het was belangrijk. Dat moest ze onthouden.
Later vertelt Lucas dat nog eens. Jezus is dan twaalf jaar. Jozef en Maria hebben hem meegenomen naar de tempel in Jeruzalem. Maar als ze teruggaan zijn ze Jezus kwijt. Pas na drie dagen vinden ze hem weer in de tempel. Maria verzucht: ‘Kind, wat heb je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar je gezocht.’ Maar hij zei tegen hen: ‘Waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’ Jozef en Maria begrijpen dat niet. Ze reizen naar huis. En dan schrijft Lucas het weer ‘Zijn moeder sloot alles wat er met hem gebeurd was in haar hart’ (Lucas 2:48-51).
Ik zei dat Maria open staat voor God en zijn woord. Een voorbeeld in het geloof. Daarin heeft ze ook iets passiefs. Ze heeft geen oordeel over de woorden van de herders, maar laat ze bezinken. Geloven is meer niets doen dan iets doen. Dat maakt het juist zo moeilijk.[1] Niet gelijk actie. Niet gelijk alles willen begrijpen, maar je realiseren. Dit is van belang, dat mag ik niet vergeten. Daar moet ik af en toe maar een beetje over na blijven denken.
Geloven gaat niet allereerst over wat jij wel of niet doet. Het gaat over wat God doet en heeft gedaan. En dat meenemen, dat overdenken. Als het ware steeds weer herkauwen. Dat werkt iets uit.
Kijk maar naar Maria. Zij is klaar om te dragen wat er komt. Ze weet het nog niet wat er allemaal nog komt. Dat haar nog veel te wachten stond heeft ze vast wel vermoed. Maar al die heftige dingen, alle tegenstand voor Jezus, zijn dood? Dat waarschijnlijk niet.
Vertrouwen houden in de toekomst
Hoe zou ze toen vertrouwen hebben kunnen houden? Waarom heeft ze toen niet gedacht: ik heb me vergist? Waarom blijft ze tot aan het kruis bij Jezus? Dat kan ze door wat ze nu bij de geboorte van Jezus doet: ze bewaart nu al die woorden in haar hart. Dat moet ik vasthouden, wat de herders zeggen: hij is de redder, de Messias. Een engel heeft het zelf gezegd. Gods liefde en vrede wordt zichtbaar door Hem. Dat heeft het engelenleger gezongen. Dat houdt ze vast, dat blijft ze overdenken. Ze begrijpt niet alles, maar doordat ze dat tot zich door laat dringen kan ze de toekomst dragen.
Wij leven in een onzekere tijd. Dat realiseren we ons de laatste jaren meer dan vroeger, denk ik. Wat ons nog te wachten staat, weten we niet. Maar ook nu geldt dat de woorden die je van God gehoord hebt, dat wat je gehoord hebt, dat je dat met je mee kunt dragen. En als dat met je mee gaat dat dat je ook later in situaties die je nu nog niet kent kan helpen.
Evt vb – betekenis van kerst voor iemand later in zijn/haar leven.
Ik wil je daarom de vraag stellen: wat heeft je geraakt in de afgelopen Adventstijd of nu met Kerst? Waarin heb je iets van God gezien of gehoord? Wat wil je daarvan onthouden en bewaren? Het kan goed dat het iets is dat je nog niet helemaal begrijpt. Iets waarvan je voelt, weet, dit belangrijk, maar hoe precies, dat weet ik niet. Maar het is kostbaar.
Neem de tijd om er over na te denken. Je kunt het voor jezelf opschrijven. Als je wilt – deel het dan ook op de mentimeter. Daarmee kun je ook anderen inspireren – o ja, dat was mooi. Dat was goed. Dat is belangrijk om mee te nemen.
Het gaat niet perse om iets groots. Het kan een lied zijn geweest dat in de kerk in de afgelopen gezongen werd. De Avondmaalsviering. Een zin uit de Bijbel, uit een preek. Een gesprekje dat je had. Iets dat in de kerk gebeurde of juist niet.
Nou ja, het is hopelijk wel duidelijk hoop ik. Neem de tijd om erover na te denken en deel het als je wilt op mentimeter.
[1] Arnold Huijgen, Maria. Icoon van genade, 39.