preek over Romeinen 8:12-17
Het feest van de Geest is een bevrijdingsfeest. Jezus zei het ooit al in een gesprek tegen Nicodemus – ‘De Geest waait waarheen Hij wil.’ De Geest kun je niet vastleggen. De Geest, dat is God in actie hier op aarde. En je weet nooit precies wat Hij gaat doen. Hij doorbreekt regelmatig de vaste kaders. Zo dat mensen vaak niet snappen wat er gebeurt als de Geest actief is. Zoals we net in de Bijbel lazen: De Heilige Geest vult alle gelovigen in Jeruzalem en onmiddellijk beginnen ze allemaal in hun eigen taal te spreken. Wat moet dat bizar geweest zijn voor de omstanders. Gewone mannen en vrouwen, de meesten afkomstig uit de Galilea, de provincie, zouden ze in Jeruzalem zeggen. En die spreken opeens Latijn, Arabisch, Perzisch, Grieks, noem maar op… Dat is zo vreemd dat sommigen zeggen: ‘Die mensen doen zo idioot, die moeten wel dronken zijn.’ De Heilige Geest kleurt buiten de lijntjes, verrast, maakt vrij.
[dia 1] ‘Je bent niet gebonden aan het aardse om volgens aardse maatstaven te leven’, schrijft Paulus dan ook. Je bent niet gebonden aan het aardse om je te gedragen zoals het hier hoort. Zo kan dat wel vaak voelen. Dat je moet voldoen aan allerlei voorwaarden in het leven. Misschien heb je niet eens het idee dat dat ‘aards’ is, dat het van buiten op je af komt, maar vind je het zelf ook.
Je moet…
… er wel een beetje leuk uitzien
… straks als je op vakantie gaat, wel een beetje een interessante vakantiebestemming hebben
… wel makkelijk contact kunnen letten
Je moet…
…een mooi huis kunnen hebben
…als je kinderen hebt ze goed voor de dag laten komen
…een goed inkomen hebben
…succesvol zijn.
Noem maar op. Misschien herken je niet alles, maar vast wel een aantal dingen. Als je jong bent en je kijkt op TikTok, op YouTube of op Insta, dan zie je waarschijnlijk heel vaak filmpjes van mensen die het gemaakt hebben. Ze hebben heel veel volgers. Ze zijn populair. En ze kunnen je gemakkelijk het gevoel geven – dat moet ik ook bereiken. En sommigen leggen ook uit, hoe zij het bereikt hebben om zo populair te worden. En misschien probeer jij dat ook, maar het lukt toch niet.
En je voelt je stom. Een mislukkeling. Of je wilt dat niet voelen en je zoekt afleiding – in heel veel gamen om maar niet na te denken, toch maar weer filmpjes kijken. Of je doet jezelf pijn, je snijdt jezelf. Of je drinkt. Of je slikt af en toe een pilletje, rookt wiet om je even niet zo rot te voelen. En eigenlijk voel je je daar dan weer in vast zitten. Je zou wel willen stoppen met je zelf te snijden, met drinken, met drugs gebruiken, maar dat lukt niet.
‘Je bent niet gebonden aan het aardse om volgens aardse maatstaven te leven’, lazen we bij Paulus. Dat gaat over dit soort dingen – verwachtingen waar je denkt aan te moeten voldoen, manieren waarop je jezelf gelukkig probeert te maken die niet helpen. ((Paulus in Romeinenbrief aan ‘heidenen’ en Joden over leven zonder Gods geboden, of proberen God te ‘pleasen’ door je te houden aan de geboden en dan telkens weer te ontdekken dat dat niet lukt.))
[dia 2] Je kunt gemakkelijk als een hamster in een zo’n hamstermolen blijven rennen zonder dat je vooruit komt. Maar het hoeft niet. Je bent daar niet aan gebonden. Daar gaat Pinksteren over. De heilige Geest geeft je een andere mogelijkheid.
En dat is goed: want als je wel maar blijft rondrennen, bezig blijft met te voldoen aan alle verwachtingen van anderen en jezelf. Als je je uiterste best blijft doen om jezelf gelukkig te maken, om van jezelf een goed mens te maken, dan loop je dood. ‘Als je wel zo leeft, zul je zeker sterven.’ Ook als je niet overspannen raakt, burnout wordt, of verslaafd raakt, mis je toch het echte leven, zoals God het heeft bedoeld. Die weg van voldoen aan de aardse maatstaven, loopt dood.
[dia 3] Je moet er een eind aan maken, aan al die verwachtingen, de gedragingen die slecht voor je zijn: ‘Als je de zondige praktijken doodt door de Geest, dan zul je leven.’ Let goed op. Hier gaat het dus over de Geest. Paulus zegt niet simpelweg – stop met het doen van verkeerde dingen, dan gaat het goed met je. Stop met verslavingen, stop met gedrag dat jezelf kapot gaat, en het gaat goed met je.
Zo simpel is het niet. Dat weten we allemaal. Ik denk dat we allemaal slechte gewoonten hebben die we maar niet kunnen stoppen: roken, teveel drinken, te hard werken, teveel gamen, teveel eten, te weinig slapen, te weinig bewegen, ga maar door… Stop daar mee, en het gaat beter met je. Ja, dat zal wel, maar dat heb je misschien al zo vaak geprobeerd.
Paulus zegt het ook net even anders: ‘Als je een eind maakt aan je verkeerde praktijken door de Geest, dan zul je leven.’ Dat is niet iets waar je alleen maar zelf even je schouders onder moet zetten. Je moet het doen door de Geest, in de kracht van de Geest. Want zo is de Geest – Hij is een bevrijder. Hij bevrijdt van knellende onderdrukkende structuren.
[dia 4] Maar hoe dan? Hoe is de Geest een Bevrijder? Hoe maak je een eind aan slechte praktijken die je kapot maken? Paulus zegt: ‘Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. 15U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’. 16De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn..’
[dia 5] De heilige Geest is de Geest van adoptie’, zou je kunnen vertalen (zo bv de NRSV).
[dia 6] Stel je dat eens voor. Stel je voor een groep kinderen die in slavernij leven. Elke dag moeten ze werken in een kledingfabriek. Ze moeten bijna de hele dag werken. Geen tijd voor spelen of om te leren. Alleen tijd om te eten en te slapen en verder altijd maar werken. Het werk is gevaarlijk. Je kunt je verwonden aan de machines. En de bazen zijn streng. Elke dag weer doen de kinderen hun uiterste best om te voldoen aan de verwachtingen. Want als je dat niet doet, word je uitgescholden, geslagen of krijg je ’s avonds geen eten.
[dia 7] En stel je nu voor dat er iemand komt die die kinderen uit die slavernij. Ze hoeven niet langer in die fabriek te werken. Degene die ze bevrijdt zegt: ‘kom, kom maar mee, naar mijn ouders. Je mag net als ik bij hen in huis wonen.’ En het wordt onmiddellijk officieel geregeld: de adoptiepapieren worden getekend: je hebt nieuwe ouders. En je nieuwe ouders zeggen: ‘Welkom. Hier mag je weer kind zijn. Hier kun je spelen, hier hoef je niet te werken, maar je mag plannen maken voor je toekomst. Hier word je niet geslagen, maar geknuffeld en bij het slapen gaan lekker ingestopt.’
Dat is natuurlijk prachtig. Tegelijk kun je je voorstellen dat de kinderen niet zomaar aan dat nieuwe leven gewend zijn. [dia 8] Ze dragen letterlijk de littekens van hun vorig leven nog mee. Ze zijn nog steeds bang dat ze iets fout doen, dat ze daarvoor gestraft zullen worden. Ze blijven schuw en voorzichtig. Anderen zijn grenzeloos en denken alles: alles mag en doen waar ze zien in hebben, maar ook daar wordt niemand gelukkig van. Ze maken dingen kapot, slaan andere kinderen, omdat ze gewoonweg niet weten hoe ze zich moeten gedragen.
Je kunt je voorstellen dat die kinderen en hun nieuwe ouders een begeleider krijgen. Iemand die hen helpt om aan deze nieuwe situatie te wennen. Een adoptiecoach. [dia 9] Iemand die hen snapt en die hen aanmoedigt om hun nieuwe ouders te vertrouwen. ‘Echt waar – je kunt ze echt vertrouwen. Als je wilt, noem ze gerust “papa”, “mama”, want zo zijn ze voor jullie. Als je hulp nodig hebt, vraag het ze gerust. Ze willen je absoluut helpen.’
Door zo’n begeleiding gaan die kinderen langzamerhand wennen aan hun nieuwe situatie, gaan ze zich steeds meer thuis voelen al vallen ze soms terug en vertonen ze gedrag van vroeger.
[dia 10] Dat is wat de heilige Geest doet met jou en mij als je gedoopt bent, als je in God wilt geloven. Je was, zegt Paulus als een slaaf. Gebonden aan de aardse maatstaven. Je zat vast aan slechte gewoonten die jezelf kapot maakten. Maar toen kwam Jezus en die heeft je bevrijd. Hij heeft ervoor gezorgd dat God je Vader is. Dat heeft Hij al gedaan – zoals die kinderen in het verhaal officieel geadopteerd werden. Jezus heeft je – als je bij Hem hoort – al als zijn kind aangenomen toen Hij voor je stierf aan het kruis. En als je gedoopt bent – dat werd dan zichtbaar op het moment dat je gedoopt bent – je bent geadopteerd als Gods kind.
Tegelijk is het net als met die kinderen die vrijgekocht werden uit de slavernij. Je bént bevrijd van kwaad en dood, maar het betekent lang niet altijd dat je in een klap van je verslaving of je ongezonde gedrag af bent. (Al zijn er zeker voorbeelden van christenen die na hun bekering in één klap van hun verslaving af waren.) Het kan nog een hele worsteling zijn om anders te gaan leven. (Een worsteling die je hele leven kan duren.) En tegelijk: die verandering doormaken, leren als een vrij mens te leven, je niet meer laten binden aan de aardse maatstaven, dat hoef je niet alleen te doen. Daar helpt de heilige Geest je bij als adoptiebegeleider.
‘Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God.’ Hoe doet de heilige Geest dat dan? Hij leert je af om in angst te leven – doe ik het wel goed? Krijg ik geen straf? Voldoe ik wel aan de maatstaven?[dia 11] ‘U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om als Gods kinderen te worden, te leren leven als Gods kinderen.’
[dia 12] En hoe leert de Geest je dan als kind van God leven? – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader.’ Dat is wat de heilige Geest je leert – echt waar, je kunt deze God vertrouwen. Kijk maar naar de handen van zijn Zoon – Hij heeft er alles voor over om je vrij te kopen. Echt waar je kunt deze God, ‘Abba, Vader’ noemen, zoals zijn Zoon dat ook doet.
Dat doet de heilige Geest. Daar zie je de heilige Geest aan het werk als je leert God je Vader te noemen. Het is goed mogelijk dat dat een gewoonte was in de kerk, dat mensen dat riepen ‘Abba, Vader’. Paulus zegt ‘door de Geest roepen wij God aan als “Abba, Vader”. Hij schrijft dat aan christenen in Rome. Hij is daar nog nooit zelf geweest. Hij schrijft zoiets ook aan een brief van christenen in Galaten. Dus misschien was dat al in de eerste groepen christenen gewoon geworden om te roepen, te bidden ‘Abba, Vader.’ Ze kenden dat van Jezus, die vlak voor Hij gevangen werd bad: ‘Abba , Vader, voor U is alles mogelijk, neem deze beker van Mij weg. Maar laat niet gebeuren wat Ik wil, maar wat U wilt’ (Marcus 14:36).
‘Abba’, het klinkt als ‘baba’, ‘papa’ – één van de eerste woorden die een kind dat veilig bij ouders opgroeit leert zeggen. Kindslaven hebben dat niet geleerd, maar mogen het nu overnemen, zeg ook maar: ‘Abba, Vader’, net als Jezus.
Net als Jezus dat riep juist toen Hij het moeilijk had. En dat is vaak genoeg nodig. Ook al is het fantastisch om bevrijd te zijn uit de slavernij en toekomst en hoop te hebben, toch is het niet altijd gemakkelijk. Echt dat oude leven achter je laten kost moeite, doet soms pijn. Niet voor niets heeft Paulus heet over zondige praktijken ‘doden’. Stoppen met wat niet goed voor je is, omdat je weet – ik ben een vrij mens, een kind van God. Dat is moeilijk.
‘We delen in Christus lijden’, schrijft Paulus ook, ‘om met Hem te delen in Gods luister.’ We delen in het lijden. Dat zie je gelijk al op die eerste Pinksterdag – de heilige Geest is machtig aanwezig. Wind, vuur, en allemaal vreemde talen. Maar veel omstanders kunnen het niet bevatten en maken het belachelijk – ‘moet je horen, hoe raar ze praten. Ze zijn dronken!’ Dat zal telkens weer gebeuren als je weet dat je niet gebonden bent aan het aardse. Als je je ook niet meer zo gedraagt. Dan val je op. Je maakt andere keuzes en dan val je buiten de groep. En dat vinden anderen soms ongemakkelijk en ze laten je vallen. Of ze zeggen het niet zo tegen je, maar je voelt het zelf – ik ben anders.
Het is bijvoorbeeld anders om hoop te houden als er veel kapot gaat in je leven, in de wereld om je heen. Om niet pessimistisch te zijn en te denken ‘alles gaat toch kapot, er is niets aan te doen.’
Ook dat is het moment om ‘Abba, Vader’ te roepen. Vader, ik ben uw kind. Help me vol te houden.
Laat je leiden door de Geest. Leer te leven als vrij kind van God en noem Hem net als Jezus: ‘Abba, Vader’