Preek over Exodus 13:3-10
Hoe leer je om vrij te zijn?
Hoe leer je om vrij te zijn? Misschien vind je dat een gekke vraag. Als je vrij bent, dan ben je vrij. Dat hoef je toch niet te leren? Toch, als je er iets langer over nadenkt, herken je het misschien wel. Je hebt eindelijk vakantie of weekend, maar je blijft toch maar je email checken en in je hoofd bezig met je werk. Of je houdt het onrustige gevoel – ik moet nog iets – terwijl je niets meer hoeft.
Je kunt zoiets ook horen in verhalen van mensen die jarenlang in de gevangenis hebben gezeten of slaaf zijn geweest. Die kunnen heel vaak maar slecht wennen aan het idee dat ze echt vrij zijn. Je bent er zo gewend aan dat anderen bepalen wat je zelf moet en wat je mag dat het heel lastig kan zijn om dat opeens zelf te doen als je vrijgelaten. Daarom worden mensen in Nederlandse gevangenissen zitten aan het einde van hun straftijd ook voorbereid op de tijd dat ze vrij zullen zijn. Vrij zijn moet je leren.
Jezus bevrijdt
Je zou kunnen zeggen dat het op een bepaalde manier voor iedereen geldt. Je moet vrijheid leren. Onvrijheid biedt ook een soort duidelijkheid, structuur. We vieren vandaag – zoals elke zondag – dat Jezus ons bevrijd heeft van het kwaad en de dood. Dat is enorm – Jezus bevrijdt van kwaad: van hebzucht, van jaloezie, van negativiteit ten opzichte van anderen, ten opzichte van jezelf. We vieren hier dat we geliefd zijn. Waardevol, kostbaar. We vieren dat de dood verslagen is en alles wat daarbij hoort: geen ziekte, geen oorlog, geen kwaad heeft het laatste woord. Dat is een enorme verandering: wie dat gaat geloven, die begint als het ware weer helemaal opnieuw met het echte leven.
Dat is wat jij, NN (degene die gedoopt wordt), daarover zei: mijn ogen zijn geopend. Nu begin ik echt te leven. Dat wordt uitgebeeld in de doop. Dat water beeldt uit: je oude leven wordt van je afgewassen, je begint een nieuw leven. Je oude leven blijft achter in het water. Dat sterft, zoals Jezus gestorven is om opnieuw te leven, zoals Jezus is opgestaan.
De vrijheid van Jezus moet je leren leven
Een nieuw, bevrijd leven. Maar vrijheid moet je leren leven. Voordat je het weet geloof je in machten die je gevangen houden. In de dood en alles wat die met je kan doen. Of je gelooft in macht, populariteit, in je telefoon, in geld, carrière. Mooie dingen, maar als je daarop je vertrouwen stelt, raak je gevangen.
Vandaar dat God aan zijn volk de tien woorden geeft: Ik ben God die je bevrijd hebt. Zorg dat je vrij blijft. En daarom: doe deze dingen allemaal niet. Vertrouw niet op andere goden, wees niet altijd aan het werk, steelt niet, spreek geen kwaad. Doe dat allemaal niet, maar blijf vrij.
Pesach vieren om vrijheid te oefenen
Dat is een manier om vrijheid te oefenen. Maar er is nog een andere manier om vrijheid te leren. Dat is de vrijheid te vieren. Daarover lazen we vandaag. Elk jaar moest Israël vieren dat ze vrij zijn. Elk jaar weer Pesach vieren. Ik zal daar straks in het kindmoment nog iets meer over zeggen hoe dat ging.
Elk jaar moesten ze dat vieren. Wat ze ook meemaakten, wat er ook gebeurde. We lazen dat er heel precies een datum wordt gegeven. Je viert dat niet als je er zin in hebt, of als je eraan toe bent. Als je het gevoel hebt dat je het wel kunt gebruiken, maar gewoon elk jaar opnieuw. En Israëlieten, Joden, hebben dat eeuwenlang, millenia lang gevierd. In het beloofde land. In tijden van vrede, en in tijden van oorlog. In vrijheid en in tijden van vervolging en onderdrukking. Om steeds weer te leren: God maakt ons vrij. God heeft ons bevrijd. En als het nodig is zal Hij dat weer doen.
Pesach wordt avondmaal
Zo is het ook als Jezus Pesach viert met zijn leerlingen. Dan vieren ze dat God bevrijd heeft uit Egypte en zegt dan. God zal definitief bevrijden – bevrijden van de onderdrukkende macht van de Romeinen. Van de corruptie van de priesters in de tempel. Van de onvrijheid in je eigen hart. Van je verslaving aan negativiteit. Ik maak een nieuw begin. Ik ben het nieuwe begin: eet dit brood, het is mijn lichaam. Drink deze beker het is mijn bloed. Wees in deze maaltijd aan mij verbonden. Verbind je opnieuw aan God.
Doe dit om mij te gedenken zegt Jezus. Dat is een echo van de woorden die we lazen uit Exodus: ‘Laat dit gebruik zijn als een herinneringsteken om uw arm en op uw voorhoofd, zodat de wetten van de HEER voortdurend op uw lippen zijn.’
Ik voel het niet zo…
Ik weet dat er heel wat christenen zijn die het Avondmaal niet echt als iets belangrijks zien. Het raakt je misschien niet zo. Het heeft misschien zelfs wel iets saais. De dienst duurt langer. En altijd maar weer dezelfde woorden. Hetzelfde gebaar. Hetzelfde stukje brood. Hetzelfde slokje wijn of druivensap. Het is iets heel groots, maar je voelt dat niet altijd. Dat kan je ook het gevoel geven dat je iets verkeerd doet – zou ik er niet veel meer bij moeten voelen? Zou het niet een hoogtepunt moeten zijn?
Het is mooi als je het zo beleeft, als een hoogtepunt. Wees er blij als je het zo voelt. Maar ik zou zeggen: vier het ook als je het niet zo voelt. Zoals niet elke maaltijd thuis ook niet steeds een hoogtepunt is. Soms wel, soms is het geweldig om samen aan tafel te zitten, het eten smaakt fantastisch, je gaat uit eten, er ontstaat opeens een goed gesprek. Maar de meeste maaltijden zijn gewoon. Weet je nog wat je eergisteren hebt gegeten of vorige week. En toch is het goed dat je toen gegeten hebt. Als al die maaltijden die je intussen vergeten bent niet had gegeten had, had je hier niet gezeten.
Je voelt het niet altijd gelijk dat gezond eten je goed doet. Je zou misschien liever geen groente en fruit eten, maar je weet: op de lange termijn heeft dat een goed effect. Kinderen groeien beter en ontwikkelen zich beter met gezonde voeding. Als volwassene blijf je beter in vorm door gezonde voeding.
Onmisbare voeding
Zo is dat ook met andere voedingen: elke dag een stukje uit de Bijbel lezen, bidden, naar de kerk gaan, Avondmaal vieren. De meeste keren ben je allang vergeten. Maar het is onmisbare voeding als je wilt groeien, als je je gezond wilt ontwikkelen als nieuwe mens. Als je vrijheid wilt leren.
Belangrijke dingen in het leven leer je meestal niet alleen met je hoofd. Je kunt niet alleen uit een boek leren hoe je auto rijdt, hoe je lesgeeft, hoe je eten kookt. Je moet het ook gaan doen. Oefenen. Uitproberen.
Vrijheid leren door te doen
Zo kun je ook niet alleen met woorden vrijheid leren. Je moet het ook oefenen en vieren. Pesach vieren was voor een Israëliet iets anders dan alleen maar het verhaal van de bevrijding uit Egypte horen. Het is het verhaal uitbeelden, het opnieuw beleven doordat je om de tafel staat en doordat je het eten proeft. Zo is het ook iets anders als iemand tegen je zegt: je bent jarig. Daar ben ik blij mee. Of als ze je toezingen, je een cadeau geven, je samen taart eet. Dan vier je dat.
Vrijheid van oordeel
Dat is de opdracht die onze Heer ons ook gaf: we vieren het Avondmaal. Om niet alleen met ons hoofd te weten – Jezus is voor ons gestorven, maar om er ook iets van te ervaren. Dat voelt soms ongemakkelijk. Om elkaar de vrede van christus te wensen, dat klinkt zo plechtig. Maar hoe vaker we het doen, hoe makkelijker het lijkt te gaan. En misschien blijft er langzamerhand iets hangen dat het echt waar is dat we dat allemaal nodig hebben, Jezus’ vrede.
Misschien leren we door te vieren meer te leven vrij van oordeel. Oordeel over jezelf: wat heb ik dat weer stom, slecht, verkeerd gedaan. Hier word je uitgenodigd: welkom – Christus heeft zichzelf voor jou gegeven. Vrij te leven van oordeel van de ander: die komt ook net als jij naar voren, zij/ hij heeft ook Gods genade nodig.
Het word je aangereikt: brood en wijn. Voor jou. Christus is er voor.
Vrijheid van angst
Misschien dringt er langzaamaan iets door van vrijheid. Vrijheid van angst voor de toekomst. Want deze viering is nog maar iets van wat ons te wachten staat – we krijgen een voorproefje van de toekomstige maaltijd.
Vrijheid van verdeeldheid
Misschien proef je iets van de bevrijding van het denken in groepen: Nederlanders, Irakezen, Iraniërs, Russen, Oekraïners. Je kunt ze allemaal tegenkomen bij het Avondmaal.
Het is een geheim
Ik doe eigenlijk iets geks. Ik probeer nu in woorden te vatten, wat je juist kunt leren door te doen. Ik probeer iets uit te leggen wat nooit helemaal uit te leggen valt. Ten diepste blijft het zoals alle belangrijke dingen in het leven een geheim: samen aan tafel komen, gevoed worden door de Heer, te eten krijgen van hemzelf.
Tegelijk als je realiseert dat het een geheim is, kan het wel helpen om er af en toe met elkaar over te praten: hoe vormt Avondmaal vieren jou? Waar raakt het aan je leven? Wat betekent het voor jou? Of, zoals deze week in het leesrooster stond dat we thuis lezen: wanneer ervaar jij dat God dichtbij is? Wanneer merk je dat Hij vrijheid geeft?
Dat wil Hij je ook leren door je Avondmaal te laten vieren. Door telkens de dood van de Heer te verkondigen, wil Hij je leren steeds meer als vrij mens te leven. En als je het niet altijd zo voelt, zou ik zeggen – forceer je niet. Doe gewoon mee. Het effect van al die maaltijden voel je misschien niet, maar het werkt iets uit. Het leert je vrij te leven. Vrij van het kwaad en de dood.
God bevrijdt. Laten we dat vieren.