Preek over Lucas 1:57-80
Inleiding
Wie ziet jou? Wie hoort er naar jou? Natuurlijk zijn er mensen die je wel eens zien. En er zijn waarschijnlijk ook wel mensen die met je praten. Maar wie ziet je nu echt, zoals je bent? Wie durft dat?
Ja, wie durft dat. Er is moed voor nodig om elkaar echt te kennen. Ik las pas in de krant dat er heel wat mensen zijn die een vriend of kennis verleden die een dierbare hebben verloren maar dar geen contact mee leggen. Ze zijn bang het verkeerde te zeggen of zelfs op een kaartje te schrijven. En dus doe je maar even of je die ander niet ziet. Dat mijden kan ook gebeuren als ze weten dat jij anders denkt: over corona, over de kerk, over geloven, of wat dan ook. En je voelt het soms: ze gaan me uit de weg.
Leven in het donker
Wie ziet je zoals je echt bent? Wie durft het te zien en durf jij het te laten zien? Wie weet wat je denkt en voelt als je s nachts niet kunt slapen? Wie hoort het als je binnensmonds vloekt om je leven of juist dat van anderen? Wie ziet het als je jezelf snijdt en pijn doet? Wie kent je goed verborgen maar toch brandende gevoelens van jaloezie? Wie weet het dat je vaak liever dood bent? Of wie weet juist van jouw paniek als je denkt aan dood en doodgaan? Wie weet het dat je eigenlijk cynisch bent geworden: met deze wereld komt het niet meer goed. Er is teveel onrecht. Het geld is te machtig?
Ons leven is vaak verborgen en dat heeft iets goeds. We hoeven niet alles van elkaar te weten. Maar het kan ook eenzaam zijn, verstikkend zelf. Je kunt opgesloten zitten in jezelf, in je eigen duisternis.
In de Bijbeltekst gaat over mensen die leven in de duisternis, verkeren in de schaduw van de dood. Als een gevangene. Diep weggestopt in een donkere kerker in een grote gevangenis. Zo’n kerker, je kent dat misschien wel uit de film, waar je heel veel trappen moet afdalen voordat je er bent. Zo’n kerker waar gevangenen jarenlang kunnen zitten, zonder dat ze ooit het daglicht zien. Zo’n gevangenis waar je elk moment uit gehaald kan worden om geëxecuteerd te worden. Je leeft in de schaduw van de dood.
Over zulk donker gaat een stralend licht vanuit de hemel op, zegt Zacharias. Over ons, over allen die leven in de schaduw van de dood. Want God kijkt naar ons om.
Oneindig lang
Na bijna oneindig lang in de duisternis gezeten te hebben, gaat de celdeur open. Je bent vrij. En na al die jaren kun je gaan leven. Je voeten zetten op de weg van de vrede.
Zacharias weet waar hij het over heeft. Ik noemde dat een paar weken geleden al bij de lofzang van Maria, die hoort dat haar zoon zal regeren als de zoon van David. Weet je het nog, ik had het toen over Philip de Goede. Hij regeerde over een groot deel van Nederland 550 jaar geleden. Zo lang was het geleden was het voor Zacharias en Maria dat er een zoon van David op de troon zat. Het was nog veel langer geleden dat David er zelf was. Ongeveer 1000 jaar geleden. Net zolang geleden als Godefridus in Nederland de baas. Ja, google hem maar. Hem kende ik ook niet.
Goed, maar zo bijna oneindig lang geleden was het dat God beloofd had dat er altijd iemand op de troon van David zou zitten. Een belofte uit een mythische tijd, zouden wij zeggen. Wat zouden wij doen met beloften uit de tijd van Godefridus? Of de beloften gedaan aan Abraham. Dat moet voor Zacharias ongeveer 2000 jaar geleden zijn. Ja, net zo oud als de verhalen over Jezus ongeveer. En al jarenlang was er eigenlijk niets te zien van de grote woorden: niemand zo gezegend zoals Abrahams volk, altijd een Davidszoon koning. Mooie verhalen, maar de werkelijkheid is anders. De Romeinen regeren het land.
Zoals je in deze tijd misschien wel eens denkt – het is te lang geleden dat Jezus zei dat Hij terug zou komen, ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat dat nog gebeurt – zo heeft Zacharias dat misschien ook wel gedacht. In elk geval zagen we een paar weken geleden dat Zacharias de engel niet kon geloven. Die die vertelde dat de tijd aangebroken was waar Abraham al van gehoord had en David en de profeten na hem. Hoe weet ik of dat waar is?
Herkenbaar toch? Maar het had er wel voor gezorgd dat Zacharias zelf ook in een soort duisternis kwam. Hij kon vanaf dat moment niet meer spreken. En ik denk dat hij ook doof was. In het verhaal dat we net lazen, stond in elk geval dat zijn buren met hem communiceerden door gebaren. (‘Ze beduidden zijn vader te laten weten hoe hij het kind wilde noemen.’)
Zacharias heeft negen maanden in een isolement geleefd. Nauwelijks kon hij communiceren. En anderen niet met hem. En hij kon overdenken, piekeren. Waarom had hij die engel niet geloofd? Wat zou er nu gebeuren? Wanneer zou hij weer kunnen spreken? ‘De dag waarop dit alles gaat gebeuren’ (1:20) had de engel gezegd. Maar wanneer was dat precies. En zou dat wel zijn?
Dat hij als priester niet geloofd had, terwijl zijn nichtje alles in een keer had geloofd… Wat was hij voor priester? Zou God hem niet als mislukt mens aan de kant schuiven? Negen maanden had hij de tijd om zijn eigen periode van afgesloten zijn door te maken.
Het begin is er
Maar intussen groeit er wel een kindje in de buik van Elisabet. En Maria blijkt zwanger. Zouden de andere beloften dan ook waar worden: dat er een nieuw begin komt? Het is er al.
Als Johannes is geboren en na acht dagen een naam moet krijgen, dan komen ze het aan hem vragen. Hoe moet het jongentje heten? Hoe wil hij hem noemen. Maar Zacharias zegt: ‘Johannes is zijn naam.’ Is. Niet: zo noem ik hem, of wil ik hem noemen. Nee, hij heet al Johannes. Daar heb ik niets meer over te zeggen. Zo had de engel het gezegd.
En dan kan Zacharias ook weer spreken. Hij is vol van de Geest. Hij profeteert. Hij prijst God. Want God is in het donker naar hem gekomen en naar zijn volk.
God bekommert zich
Ik vind het mooi wat er dan over God staat: Hij heeft zich om zijn volk bekommerd. Hij heeft zich bekommerd. In veel vertalingen staat ‘omzien’. God heeft ernaar omgezien. God bekommert zich om mensen die weggestopt zitten in een donkere kerken. Die het idee hebben er niet meer toe doen. Een oude niet zo gelovige priester. Een heel volk dat niet naar God geluisterd heeft en onderdrukt wordt. God kijkt ernaar om.
Verderop in zijn lied zegt Zacharias dat op een bijzondere manier: dankzij ‘de liefdevolle barmhartigheid’ van onze God. Vanuit ‘liefdevolle barmhartigheid’, de uitdrukking betekent dat God echt geraakt is. Van binnenuit. Vanuit zijn lijf, zou je van een mens zeggen. Je voelt het medelijden, de zorg voor de ander van binnenuit en daarom zet je je voor die ander in. Zo is dat bij God. Hij is geraakt door die mensen die in het donker zitten. Hij is geraakt door jouw duisternis. Jouw en mijn leven in de schaduw van de dood. Dat zet God in beweging.
Hij laat een licht opgaan
Daarom laat Hij licht opgaan. Het is als de zon die opgaat, alleen dit licht gaat op vanuit de hemel. Alsof midden in de nacht opeens de hemel openbreekt en de zon hoog vanuit de hemel begint te schijnen. Zoals gebeurt als Jezus geboren wordt. Opeens is er bij de herders in de nacht een groot licht en dat schijnt overal.
Het licht van God dat overal schijnt, dat is Jezus. Jezus die bij mensen komt die leven in de schaduw van de dood. Al als baby’tje wordt hij bedreigd met de dood en moeten zijn ouders met hem vluchten. Hij leeft met zijn landgenoten onder de wrede heerschappij van de Romeinen. Zijn vrienden zijn gewone mensen, maar ook mensen die in diepe duisternis leefden. Maria van Magdala die bezeten was door zeven boze geesten. De tollenaar die bezeten was van geld. Hij raakt mensen aan die door niemand meer werden aangeraakt, omdat ze ‘onrein’ waren. Hij wekte zelfs mensen op uit de dood, die niet meer in de schaduw van de dood leefden, maar al dood waren. Jezus is het licht dat God in zijn barmhartigheid laat schijnen. En nog steeds.
Voor elk mens
Dat is het verhaal van God en mensen. Vrijdag sprak ik Shadiya die voor het eerst Genesis helemaal gelezen had. Ik vroeg wat ze ervan vond. Mooi. Want het zijn spannende verhalen. Maar ook mooi, omdat je ziet wat Gods grote plan met de wereld is, maar hoe hij tegelijkertijd met mensen persoonlijk bezig is.
Dat is wie God is: bezig met elk mens persoonlijk. Het licht van Gods redding schijnt over alle mensen samen, maar ook persoonlijk. Ook in jouw donkerheid schijnt het. En ook in die van mij. Zacharias zegt het ook: het licht is over onze duisternis opgegaan. Zacharias en Elisabet worden door Lucas rechtvaardige mensen genoemd en toch heeft Zacharias het over ‘onze duisternis’. Ook Zacharias heeft het licht van Jezus nodig. En zo jij en ik.
In de duisternis van jouw en mijn leven schijnt Jezus’ licht. Je bent niet alleen in het donker. Jezus deelt het donker met jou. Kun je dat licht ook zien? Of staat het nog ver van je af? Heb je het gevoel dat je het alleen met woorden moet doen. Beloften, die nog niet vervuld worden.
Beloften vervuld
Soms is geloven ook dat: wachten, hopen tot het weer licht wordt in je leven. Je gelooft het echt wel, of je zou het wel willen geloven, maar je ziet, je voelt, je merkt het gewoon niet dat Jezus er is. Dat je niet alleen bent in het donker.
Soms is geloven ook blijven wachten. Zoals mensen dat eeuwen hebben gedaan. Soms leek het hun hele leven wel donker te blijven. Ik vind het bijzonder wat Zacharias daarover zingt: ‘Zo toont Hij zich barmhartig jegens onze voorouders’ (1:72). Gods innige barmhartigheid, zijn gevoelens van binnenuit gelden niet alleen in het nu, zegt Zacharias, maar ook voor degenen die voor ons gingen. Die heel lang moesten wachten en in hun hele leven niets zagen van de vervulling van Gods beloften. Abraham die altijd een vreemdeling bleef in zijn land. Of de ballingen die generaties lang buiten Israël woonden. Al die mensen die onder barre omstandigheden leefden en stierven. Ook voor hen is God barmhartig, zegt Zacharias. Voor God zijn het geen mensen die in het donker verdwenen zijn, maar die Hij nog steeds voor ogen heeft. Aan hen wordt met de komst van Jezus ook barmhartigheid gedaan.
Zelfs in het donker van de dood schijnt nog het licht van God.
Voeten zetten op de weg van vrede
Het licht dat God laat schijnen in deze wereld kan je weer in beweging zitten. In het donker weet je niet waar je loopt, maar in het licht kun je de weg vinden. De weg van de vrede. De weg van de heelheid is dat in de taal van de Bijbel. Blijf niet zitten in het donker. Niet in donkere geheimen die je dwarszitten. Niet in het donker van neigingen die jezelf soms niet begrijpt. Van verslaving, van jezelf of anderen pijn doen. Blijf niet in het donker zitten van de zonden. Jezus nodigt je uit en zegt: het is niet hopeloos. God heeft echt met je te doen en wil je bevrijden van al vijanden.
Ook van al die vijanden die te groot en te machtig lijken. Jezus bleek machtiger dan ziekte. Dan uitsluiting. Dan zelfhaat. Dan zonde. Dan de keizer in Rome. Zelfs machtiger dan de dood. Kijk naar het licht en zet stappen op de weg van vrede. Zoek hulp als dat nodig is. Blijf niet in je eentje in de duisternis zitten, maar leg contact.
En andersom: ga het contact niet uit de weg met degenen die je in het donker ziet leven. Of dat nu in of buiten de kerk is – over alle mensen is het licht gaan schijnen, zegt Zacharias. Dat geeft mij ook altijd weer moed om met allerlei mensen contact te hebben. Ook met mensen die ik helemaal niet begrijp. Soms zie ik ook niet hoe het licht in het donker van hun leven schijnt. Ik kan er soms erg tegenop zien om op bezoek te gaan als iemand iets heel ergs heeft meegemaakt. Wat moet ik zeggen tegen ouders die hun kind verloren hebben? Tegen vluchtelingen die geen status krijgen? Of tegen iemand die het geloof ‘niets meer zegt’? Ik heb ook niet altijd zoveel te zeggen, maar ik houd me er dan wel aan vast dat het licht van Jezus over hun leven schijnt. Voordat ik op bezoek kom, is Hij er al lang. En soms, of eigenlijk heel vaak, zien we daar in zo’n bezoek toch al iets van.
Ik hoop dat ons allemaal moed kan geven om elkaar ook in het donker te blijven opzoeken. In het bijzonder wens ik dat jou vandaag toe, Martine. Weet dat je niet zelf het licht van God hoeft te laten schijnen, maar dat het is gaan schijnen door Jezus en dat je broers en zussen in wijk 5 mag helpen dat te zien, ook als alles donker lijkt te zijn.
Geef het door: Vanuit Gods binnenste schijnt er een stralend licht over jou en mij. Over iedereen. God ziet naar je om! Blijf niet in het donker zitten, maar ga op weg, op de weg van de vrede.