Als je de preek leest in een kerkdienst zou je Psalmen voor Nu 22 hierbij kunnen laten zingen of laten horen. In de preek wordt de tekst ervan verschillende keren geciteerd.
Inleiding
Waar is God als het goed gaat?
Waar is God? Soms is dat helemaal geen vraag. Toen onze zoon geboren werd. En ik hem in mijn armen hield. Toen ik keek naar zijn kleine handjes. Z’n kleine vingertjes die mijn pink vasthielden. Wat een wonder. Dank U God! Waar is God? Als je mooie, bijzondere dingen meemaakt is dat soms helemaal geen vraag. Dan denk je: Er moet toch wel meer zijn. Of: zie je wel, God is er.
Waar is God in persoonlijke moeiten
Maar als je het moeilijk hebt. Waar is God dan? Ik sprak eens iemand die als kind jarenlang gepest was. En dat had haar helemaal kapot gemaakt. Ze vond haar hele leven waardeloos. Ze kon net zo goed dood zijn. En ze dacht er serieus over om er een eind aan te maken. God. Ja, daar was ze wel bij opgevoed. Maar had God die kinderen ooit tegen gehouden toen ze haar pestten? Nee dus. Ja, als het goed met je gaat, als je niet beschadigd bent door pesterijen in je kindertijd. Dan kun je misschien nu vroom in de kerk zitten. Maar als het echt moeilijk gaat in je leven. Geloof dan nog maar in God…
Waar is God als je de krant leest
Waar is God? Ook als je zelf een mooi leven hebt, kan die vraag zich aan je opdringen. Als je kijkt naar de wereld om je heen. Lees bv. een week lang de overlijdensadvertenties in een dagblad; er sterven niet alleen oude mensen die een mooi lang leven achter de rug hebben, maar ook jonge mensen, jonge moeders en vaders, kinderen zelfs. Waar is God?
Vraag alleen van deze tijd?
Je zou kunnen denken dat die vraag vooral iets van onze tijd is. Maar dat is niet waar. Het is van alle tijden dat de een op z’n negentigste nog van het leven geniet en de ander de twintig niet eens haalt. Dat de onderdrukker een schitterend leven heeft en zijn slaven geen leven. De vraag: waar is God? En: doet God er niets aan? is zeker geen uitvinding van nu. De Bijbel gaat die vragen niet uit de weg.
Waar is God – nemen wij die vraag wel serieus?
Vreemd eigenlijk. Want eerlijk gezegd doen we – ik in elk geval – in de kerk veel te vaak alsof dat geen vraag is: Waar is God, is God er eigenlijk wel? We houden kerkdiensten, doen bijbelstudies en vaak met een zekere vanzelfsprekendheid. Natuurlijk geloven wij in God. Natuurlijk is God er. Natuurlijk zorgt God voor ons.
Natuurlijk? Maar waarom merk ik er dan soms zo weinig van? Waarom lijkt bidden soms zo zinloos. Alsof er toch niemand luistert? Waar is God? Is God er wel?
In de Bijbel wordt die vraag hardop uitgesproken. Het bange vermoeden dat God er wel eens niet zou kunnen zijn is niet alleen iets van de 20e en de 21e eeuw. Mensen uit de Bijbel stelden die vraag ook.
Waar is God aan God voorleggen
Het enige verschil met ons – of met mij in elk geval – is dat zij die vraag dan ook maar aan God voorlegden. Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? Ze gingen in hun twijfels niet filosoferen, niet diep nadenken of ze er misschien uit konden komen, maar ze stelden God die vraag. Zo ook in Psalm 22.
Ps 22 in mijn eigen woorden zegt: Ik wil even niet van vrome praatjes weten: God is overal. Ik merk er helemaal niets van. Ik bid elke dag weer en ’s nachts kan me het soms bekruipen: er is helemaal geen God. Er is geen God die alles bestuurt. Er is geen God die mij door de dood heendraagt. Niets van dat alles. En ik roep tot God. Geef dan toch tenminste antwoord. Laat dan toch zien dat u er bent. Maar u antwoordt niet.
In de kerk wordt er over u gezongen. Dan worden mensen enthousiast over u. Net als bij mijn ouders, bij hun kun je echt zien dat ze geloven. Ze hebben van alles meegemaakt. Maar nooit twijfelden ze aan uw zorg.
Maar ik, Heer, ik weet niet of ik dat allemaal nog kan geloven. Zou het echt zo zijn dat U helpt. Mijn collega’s moeten er om lachen. Kom nu toch, zeggen ze: je gelooft toch niet dat God helpt. Of als er iets mis gaat, grappen ze: dan moet je ervoor bidden. Alsof dat echt iets uit zou maken.
God, ik snap er niets van. Ik ben geboren. Ik wil maar niet geloven dat dat alleen maar blind toeval was: dat die ene zaadcel van pa bij de eicel van ma kwam en toevallig – daar was ik. Dat wil er bij mij niet in. Dat was u toch. U gaf mij toch leven. U deed me toch geboren worden. Waarom merk ik dan zo weinig van U?
God, blijf dan niet zo ver weg. Geen mens kan me hier bij helpen. Ik zou in u willen geloven en in uw liefde. Maar mijn geloof is zo klein. Het loopt me als zand tussen de vingers weg. Ik kan het niet vasthouden.
Mijn tong is vastgekleefd in mijn mond. Woorden heb ik er niet voor. Ik heb al honderden preken over God gehoord. Al duizend keer in de bijbel gelezen. Maar het zegt me soms zo weinig.
Er blijft niets van me over. Ik val uiteen in stukken. Soms geloof ik in u en soms niet. Soms wil ik in u geloven, maar kan ik niet. Soms wil ik eigenlijk ook niet meer in u geloven, maar kom ik niet van u los.
Marcus 15:16-39
Ze trekken hem een mantel aan. Vlechten een kroon van doornen. Drukken die op zijn hoofd. Ze knielen voor hem en met zo’n afschuwelijke spottende stem zeggen ze: Gegroet koning der Joden. Ze drukken de doornen kroon nog wat vaster aan. Bespugen hem. Buigen nog eens. En dan is het spel uit. Ze nemen hem mee. Hij moet vastgespijkerd.
Ze scheuren de kleren van zijn lijf en hangen hem op. Aan de voet van het kruis dobbelen ze om zijn kleren.
Hij hangt naast twee andere misdadigers. Andere misdadigers? Ja, daar hoort hij nu bij. Hij hangt er nog wel en leeft nog wel, maar telt al niet meer mee. Hij hangt op zijn dood te wachten. En tot vermaak van het publiek.
Hoor ze roepen: He jij daar, met je grote mond. Jij zou de tempel afbreken en in drie dagen weer opbouwen.Kom jij eens van dat kruis af. Kan je niet he? De Messias, de Redder. Koning van Israel. Als je nu van het kruis komt zullen we je geloven.
En Jezus hangt daar maar. En dan wordt het ook nog donker. Midden op de dag een zonsverduistering. En in het donker voel je de pijn nog veel sterker. Is eenzaamheid nog eenzamer. Is de naderende dood nog veel beangstigender.
En Jezus hangt daar. Hij houdt het niet meer uit: Hij schreeuwt het uit – Mijn God, mijn God waarom hebt u mij verlaten. Waarom laat u mij alleen. Laat u toe dat ze me uitlachen. En bespotten. Mijn God, hoe kunt u dit doen.
En Jezus slaakt een luide kreet en blaast de laatste adem uit.
Afgelopen. Over. Uit. Mijn God waarom hebt u mij verlaten? God antwoordt niet. De haat en overschilligheid overwinnen. De spot en de hoon. De marteling. Zij hebben het laatste woord.
Ik heb het verhaal van Jezus’ lijden maar ingelast in de lezing van Psalm 22. Omdat Marcus zelf het verhaal zo vertelt. Hij moet aan Ps 22 hebben gedacht toen hij het verhaal schreef. Jezus zelf dacht eraan: Eloï, Eloï, lama sabachtani. Het begin van Ps 22. Jezus hangt aan het kruis en begint een Psalm te zingen, in het hebreeuws zoals vrome Joden dat doen. Nu ja zingen, klagen, uitschreeuwen.
Zoals in Ps 22 wordt Jezus bespot. Hé, jij was toch de Messias door God uitgekozen? Ze hebben mijn handen en voeten doorboord. Spijkers slaan ze door zijn handen en voeten.
Mijn tong kleeft in mond. En zelfs dan spotten ze nog: zure wijn geven ze te drinken en ze spotten met mijn klacht Eloï, Eloï, lama sabachtani? Laten we afwachten of Elia komt om Hem te helpen.
En Jezus sterft. Verpletterd. Een troep stieren staat om mij heen, roofzuchtige, brullende leeuwen sperren hun muil naar mij open. Jezus is verslonden. Verslagen. Net als de zanger van Ps 22.
Toch is het verhaal hier niet afgelopen. Ps 22 is niet afgelopen. Want opeens knalt het eruit: Ik werd door u gehoord, mijn God, mijn God heeft mij geantwoord. In het lied kon je dat net horen. Tot 3 x toe. Waar komt dat vandaan? De Psalm begint met mijn God, mijn God waarom heeft u mij verlaten en dan opeens mijn God, mijn God heeft mij geantwoord. Waar komt dat antwoord vandaan? Gold dat antwoord ook voor Jezus? Geldt het ook voor ons?
Wat is dan eigenlijk dat antwoord? Is het opeens allemaal anders? Gaat het nu opeens weer goed met de dichter van Ps 22? Daar lees je eigenlijk niets over. Het enige wat er te lezen valt is over Gods hulp is: Want God zwijgt niemand dood, God is niet blind niet doof, hij hoort mijn stem, hij hoort mij als ik roep.. Waar is God als het moeilijk is?
God is volgens Ps 22 niet alleen maar een God voor mensen met wie het goed gaat. Veel mensen weten zich geen houding te geven als het slecht met je gaat. Als je kanker hebt, lijkt het soms wel of het besmettelijk is, mensen gaan je mijden. Ze weten niet wat ze moeten zeggen. Ze zijn bang. Ze worden er liever niet aan herinnerd dat ze zelf ook zomaar ziek kunnen worden en sterven.
In reclames en soaps zie je gezonde mooie jonge mensen. Dat willen de mensen zien. Maar God zwijgt niemand dood, God is niet blind niet doof, hij hoort mijn stem, hij hoort mij als ik roep.
Gods antwoord is niet een ingreep vanuit de hemel die in een klap aan alle ellende een einde maakt. Gods oplossing is onbegrijpelijk. God gaat naast de mensen staan. God wordt in Jezus een mens die het zelf uitschreeuwt: mijn God waarom hebt u mij verlaten?
De Bijbel maakt de dingen niet mooier dan ze zijn. God kan ongelooflijk ver weg lijken. Het kan er zo vaak op lijken dat niet het goede, maar het kwade overwint. God deelt dat met ons. Marcus durft het aan om te zeggen dat de laatste woorden van Jezus waren: mijn God, mijn God waarom heeft u mij verlaten? Waar was u nu?
En tegelijk door die woorden van Ps 22 aan te halen, wordt er ook iets van hoop en uitzicht gesuggereerd. Een antwoord. Want ook in Ps 22 komt een antwoord. Dus in het verhaal over Jezus ook?
Jazeker, ook Marcus vertelt van een antwoord. Misschien niet zoals ik het had gewild. God voorkomt niet op het laatste moment Jezus’ dood. Maar wel, dat een centurio, een Romeinse legercommandant, lid van het executieteam, in Jezus Godzelf ziet. Toen de centurio, die recht tegenover hem stond, hem zo zijn laatste adem zag uitblazen, zei hij: ‘Werkelijk, deze mens was Gods Zoon.’ God wordt zichtbaar. Niet alleen in mooie zonsondergangen en geboorten van mooie babies. Maar juist ook in eenzaamheid en in vertwijfeling. God is zichtbaar in zijn aanwezigheid bij mensen. God wil aanwezig zijn juist ook in pijn en moeite.
Je kunt het verhaal van Jezus op afstand houden: Lang geleden stierf hij een gruwelijke marteldood. Een totaal ander mens met een totaal ander leven dan ik.
Maar je kunt ook anders kijken. Als een lotgenoot.
Er bestaat zoiets als lotgenotencontact. Mensen die hetzelfde hebben meegemaakt, begrijpen elkaar soms zoveel beter. Ik ben eens op een dag geweest van vrouwen en mannen die op jonge leeftijd hun man of vrouw verloren. Elk jaar weer werd die dag georganiseerd. En veel aanwezigen vonden dat geweldig. Niemand begrijpt zo goed wat je doormaakt als anderen die dat ook doormaken.
Zo wil Jezus ook voor ons zijn. Als een lotgenoot. Die het weet wat het is om mens te zijn. Om zich vertwijfeld af te vragen: God, bent u er eigenlijk wel? Hoort u mij eigenlijk wel? Jezus weet wat het is om bang te zijn voor de dood. Om in de steek gelaten te worden. Om uitgelachen en bespot te worden. Jezus weet wat het is om alleen en in pijn te sterven. Hij is onze lotgenoot. Ook een lotgenoot die ons de weg wijst.
Niet een weg met goedkope en makkelijke oplossingen. Maar wel een weg om verder te gaan. Jezus zegt niet: het valt allemaal wel mee. Of: je moet maar zo denken, God zal er wel een bedoeling mee hebben. Of: Niet klagen maar dragen.
Jezus leert ons om pijn en twijfels en vragen onder ogen te zien. En ze naar Hem en God uit te schreeuwen. Hoe pijnlijk en moeilijk ook: ga niet je twijfels en vragen aan God uit de weg. Maar stel ze. Stel je vragen aan God. Ik geloof werkelijk dat God dan ook antwoord geeft. Meestal niet met een flits uit de hemel of een engel die ineens al je problemen oplost. Maar wel dat Hij je wil laten zien dat Hij nabij is. Ik geloof dat wie bij God blijft aankloppen zal ervaren: God zwijgt niemand dood, God is niet blind niet doof, hij hoort mijn stem, hij hoort mij als ik roep. Juist niet. God wil in de nood nabij zijn. Dat zie je in Jezus Christus. Hij stierf van God verlaten. Maar dat was niet het laatste bericht over Hem. God heeft geantwoord.
Hier stopt de preek. Hier gaat het – als je wilt – over in je eigen ervaring. Ik kan niet voor u of voor jou zeggen dat God je geantwoord heeft. Waar is God als het moeilijk is? Hij heeft onze moeilijkheden in Jezus gedeeld. Hij is midden in onze moeilijkheden in onze pijn naar ons toegekomen. Dat kan ik er in het algemeen over zeggen. Maar waar is God als jij het moeilijk hebt? Leg het aan hem voor. Wie Psalm 22 met zijn eigen woorden en vanuit zijn eigen hart bidt. Wie eerlijk zegt: mijn God, mijn God waarom heeft u mij verlaten. Zal op een dag ook zeggen: mijn God, mijn God heeft mij geantwoord. Dat geloof ik. Door Jezus Christus onze lotgenoot.
Amen
Hallo Bram,
Gisteren las ik het interview in de krant
Eerlijk gezegd schrok ik van de slotopmerking: ik weet niet zeker of god bestaat.
Is twijfel normaal, twijfelde Jezus ?
Twijfelde David in al die genoemde psalmen?
Was Paulus een twijfelaar?
Gisteravondheb ik mijn bijbel weer opengeslagen. Betreffende psalmen gelezen
Paulus brieven waar ze spreken over twijfel en over beproeving.
Ik vindt het moeilijk om jouw daarin te volgen. Is twijfel positief?
Twijfelen de mensen in al diebijbelgedeelten aan Gods bestaan zoals jij ? Je geeft in je preek ook aan dat ze juist tot god roepen. Met veel vragen
Ze begrijpen Gods weg niet.
Maar alzingend en dichtend komen ze altijd weer bij god uit. Bij vertrouwen.
Waarom? Om wat god gedaan heeft aan Zijn volk.
Heus als lotgenoot?
Ja Hij weet wat het is om mens te zijn , een geweldige liefde om zo naast ons te staan. Gelukkig ben ik geen lotgenoot als Jezus door God verlaten is
Dat deed Hij geheel in mijn plaats opdat ik nooit meer door Godverlaten zou worden. Ik kan niet leven als god moj zou verlaten. Jezus heeft het overleefd!
Groter geschenk ken ik niet!
Groter bewijs van Gods Is er niet !
u bent genaderd tot de stad van de levende god enz…
Ik schrijf dit van me af omdat ik het moeilijk vindt om in jouw gedachtengangen de bijbelse boodschap te herkennen. Focus je niet heel erg op de mens , waardoor het plaatsvervangend lijden en deverlossing en vergeving te veel naar de achtergrond verdwijnen? Het slot van je preek is in dat licht zo ver weg. Terwijl God juist in Zijn zoon zo dicht bij komt.
Dan nog een laatste vraag: je ondertekend binnen kort weer het ondertekeningsformulier. Als ik het interview lees twijfel ik er aan of je dit van harte eerlijk of gedwongen doet?
Ik stop ermee . Ben blij dat ik het naar jouw toe kan schrijven.
Vr groet,
Evert bosma. Staphorst
Dag Evert
Dank voor je reactie. In de Bijbel kom je geen twijfel aan het bestaan van God tegen. Dat is denk ik veel meer een modern verschijnsel. Maar of God goed is, te vertrouwen is, wel geeft om zijn mensen, die vragen kom je allemaal wel in de Bijbel tegen. Dat geeft me de vrijmoedigheid om ook mijn twijfels over God te uiten: allereerst – paradoxaal genoeg – naar God zelf, maar ook naar de mensen om me heen. Juist omdat die twijfels het niet onmogelijk hoeven te maken om te geloven. Dat wil ik laten zien.
Hoe geloof en twijfel precies samen gaan weet ik ook niet. Onze verbinding tot God heeft ook iets van een mysterie zoals de liefde. Er is veel meer over te zeggen, daarom heb ik er ook een boekje over geschreven.
Ik ontdek de grootheid van God juist ook in het feit dat hij naar ons is toegekomen in Jezus Christus en wil delen in onze misere (ellende, zonde, dood) juist om daar ook een einde aan te maken. Een preek heeft m.i. altijd iets eenzijdigs, niet alle aspecten van het evangelie komen even sterk aan de orde. Maar deze gaat specifiek over geloven in God ook in de twijfel en aanvechting.
Ik probeer een eerlijk mens te zijn – dat heeft me er o.a. toe aangezet hierover te schrijven – dus ik hoop van van harte en eerlijk mijn handtekening te zetten.
Het deed me pijn dat juist aan de hand van psalm 22 die zekerheid achterwege blijft.
De pijn kan blijven , de moeite niet opgelost worden. En we blijven het aan God voorleggen. Het is strijd en moeite
Toch heeft God geantwoord op Zijn tijd
Een psalm die in Christus vervult is. Hij het antwoord op al onze vragen.
God heeft geantwoord op al die klachten in Zijn eigen geliefde zoon, houdt moed kleingelovigen!
Wat voor garanties willen we nog meer. Hoe kun je dat zover bij de mensen vandaan houden in een preek.
Hoe kun je dan nog zeggen als laatste opmerking in de krant en in al je artikelen : Ik twijfel aan Gods bestaan ?
Dat je ook je aanvechtingen hebt is zeker. Als ouderling heb ik het soms ook en dan pak je weer je Bijbel en je spreekt met elkaar . Je vestigd samen weer je aandacht op Christus en Zijn werk en Zijn woorden. Hij die zichzelf De Waarheid noemt. En ik weet jij zet het allemaal wel in een bepaalde context, maar ik lees dit nu al jaren en steeds weer. Het maakt me verdrietig.
Zo lees ik het bij Paulus niet, zo lees ik het bij Petrus niet, zo lees ik het bij Thimotius niet, zo lees ik het bij Johannes niet. Heeft Jezus ooit getwijfeld aan het bestaan van God?
Kijk eens naar de vereisten voor ambtsdragers die Paulus geeft.
Natuurlijk kan een ambtsdrager twijfelen en heeft hij zijn geloofsstrijd.
Dat is door menig predikant ook wel verwoord. Ook Paulus weet dat mensen twijfelen. Maar hij geeft dat niet aan als positief . Hij geeft wel aan om elkaar dan te helpen in een geest van zachtmoedigheid. Hij wijst naar het getuigenis van de Geest zoals we dat vinden in de Bijbel. En dat is niet goedkoop , zeker niet !
Als predikant ben je geroepen het evangelie van de eeuwig zekere God te brengen, in het vaste geloof dat ondanks alle strijdt en moeite vanwege onszelf en onze zonden, Gods belofte in Jezus ja en amen zijn.
Dan verkondig je toch geen jaren achtereen in publikatie’s dat je twijfelt aan het bestaan van God (Wel op een bepaalde manier) Sorry Bram ik voel dit als een slag in het gezicht van Mijn redder, dat dit steeds weer herhaald wordt door jouw. Laten we samen het evangelie, die geweldige boodschap, uitdragen in de vaste overtuiging dat niet wij zulke brave gelovige Christenen zijn maar dat we een geweldige God en Vader hebben die ons Zijn lieve zoon zond die deed wat ik niet kan . Die leed waar ik had moeten lijden. Die ven God verlaten was zodat ik nooit meer door God verlaten zou worden. Dat is zeker ! Dit gelovemn we toch beide ?
Een hartelijke groet,
Evert Bosma
Beste Evert. Je kunt geloven dat God altijd bij ons is en ons in Jezus Christus redt. (Dat is wat ik geloof en jij ook) En tegelijk kan het toch zo zijn dat je dat niet zo ervaart, dat je daaraan twijfelt. In die twijfel en wanhoop kun je je eenzaam voelen, schuldig misschien ook wel omdat je God tekort doet. Dan vind ik het bijzonder troostrijk om te bedenken dat Jezus die aanvechting van binnenuit kent. Zoals de schrijver van de Hebreeen schrijft: “Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat hij niet vervallen is tot zonde.” (Heb 4:15) Daar wijs ik in deze preek vooral op. Ik vind het jammer dat u dat als niet troostend ervaart en zelfs als een belediging van Jezus Christus. Uiteraard is het precies andersom bedoeld: om te troosten, te bemoedigen en Hem de eer te geven.
Het is voor mij echt een ontdekking geweest dat God in de vertwijfeling nabij is en dat heb ik de afgelopen jaren verschillende keren geprobeerd te benoemen. Jammer dat dat niet overkomt.
Hartelijke groet,
Bram Beute
Hallo Bram,
Bedankt voor je reactie.
Dit laatste delen we zeker . Dat is ook goed om van elkaar te lezen.
Dat betekend ook dat je ervaren hebt dat God bestaat.
Die boodschap willen , mogen we samen uitdragen.
Christus in onze plaats !
Dank en wat mij betreft sluiten we hiermee nu ons gesprek.
Hartelijke groet,
Evert