Preek over Lucas 7:36-50
Als iedereen alles van je zou weten, waar zou je dan nog welkom zijn? Als iedereen alles zou weten wat ik ooit gedaan, gezegd of gedacht hebt, dan zou ik me denk ik me nergens meer laten zien. Stel je voor dat alles wat je deze week gefantaseerd hebt, waar je aan gedacht hebt of wat je gezegd hebt, of wat je gedaan hebt, op YouTube gezet werd, zodat iedereen het kon zien. Ik denk dat je dan zou proberen te vertrekken naar plek zonder YouTube. Waar niemand wist wie jij bent.
Het is maar goed dat wij niet alles van elkaar weten. Soms weten we wel wat meer van een ander. Van de slechte dingen die zij of hij gedaan heeft. En dan praten we er met elkaar over. Heb je wel gehoord wat zij heeft gedaan? Heb je gehoord, wat hij heeft gezegd? En als het heel erg is, willen we niets meer met die ander te maken hebben. Want, zeggen we dan, dat is een slecht mens.
Over zo iemand gaat het in het verhaal dat we uit de Bijbel lazen. Het gaat over een vrouw die ‘in de stad bekendstond als zondares’. Een slecht mens. Ze leidde volgens de mensen een slecht leven. Daar wil je niets mee te maken hebben. En dat zal ze wel gevoeld en gemerkt hebben. Ze zal zelf ook wel het contact met anderen vermeden hebben. Ze vinden haar toch maar slecht.
Maar dan hoort ze dat Jezus in het huis van Simon gaat eten. En ze gaat ernaartoe. Bij Jezus wil ze zijn. Ze weet: bij Hem ben ik veilig. Bij Hem ben ik welkom. Jezus ligt aan tafel, zoals mensen dat vroeger deden. Ze gaat bij zijn voeten staan en huilt. Van verdriet om wat ze heeft gedaan. Verdriet om wat de mensen over haar zeggen. En ze huilt omdat ze bij Jezus veilig is. De tranen vallen op zijn voeten. Zijn voeten worden nat. Ze waren nog stoffig van het wandelen buiten. Het stof en de tranen maken zijn voeten vies. Maar zij maakt haar haar los. Ze droogt zijn voeten. En als zijn voeten schoon en droog zijn wrijft ze Jezus’ voeten in met olie die lekker ruikt.
Simon kijkt er met verbijstering naar. Hij had Jezus uitgenodigd. Hij wilde wel eens wat meer over die Jezus weten. Maar nu weet hij eigenlijk wel genoeg. Door Jezus is nu ook deze slechte vrouw in zijn huis! En moet je zien wat ze doet. Ze staat daar te huilen bij Jezus’ voeten en dan maakt ze haar haar los. Dat zou geen enkele fatsoenlijke vrouw doen in een gezelschap van mannen! (Waarschijnlijk droegen vrouwen in Jezus’ tijd hoofddoeken en ze maakten zeker niet zomaar hun haar los in gezelschap van mannen.) Jezus laat zich zelfs door deze vrouw aanraken. Het is wel duidelijk. Jezus is geen profeet. Anders zou Hij wel weten wat voor vrouw dit is. Dan zou Hij dit nooit laten gebeuren!
Maar Jezus is juist wel een profeet. Hij weet zelfs wat Simon denkt en Hij weet wel wie deze vrouw is. Hij weet alles van haar. En toch is ze welkom bij Hem. Niet omdat Jezus het kwaad niet erg vindt. Zeker niet. Maar Jezus liefde voor deze vrouw sterker dan zijn afschuw van het kwaad. Het kwaad dat jij of ik doen, maakt Jezus’ liefde niet kleiner. Hij wil je er juist van bevrijden. Je bent welkom bij Jezus. Terwijl Hij echt alles van je weet. Wat bijzonder. Bij Hem ben je veilig met alles wat je gedaan. Hij wil je zonden vergeven!
Ik hoop dat dat je raakt, dat dat bij je binnenkomt: met alles wat ik heb gedaan, ben ik welkom bij Jezus. Je krijgt er de tranen van in je ogen. Wat prachtig! Maar het kan ook zijn dat het je niet zoveel zegt. Dat is zo bij Simon. Hij vindt Jezus vreemd en die vrouw vindt hij raar met haar gedrag. Waar is dit allemaal goed voor?
Jezus vertelt Simon daarom een verhaal. ‘Stel je eens voor: twee mensen. De een heeft een schuld van bijna twee jaarsalarissen. De ander heeft een schuld van ongeveer twee maandsalarissen. Degene aan wie ze moeten betalen zegt dat ze niet hoeven te betalen. Wie zal het meest dankbaar zijn?’
‘Natuurlijk degene die het meeste geld geleend had en dat allemaal niet meer hoeft terug te betalen’, zegt Simon. ‘Precies’, zegt Jezus, ‘zo is het ook met deze vrouw. Omdat ze heel veel verkeerd had gedaan, weet ze hoe kostbaar het is dat ze vergeven is. En daarom is ze zo dankbaar. Daarom laat ze zoveel liefde zien. Maar jij, Simon, jij hebt me wel uitgenodigd bij je aan tafel, maar niet eens echt welkom geheten.’
Als je het moeilijk vindt om van Jezus te houden, zoals de vrouw in dit verhaal. Als je meer op Simon lijkt. Is dat dan misschien omdat je niet goed weet wat Jezus voor je gedaan hebt? Zie je dan wel goed genoeg hoeveel God jou wil vergeven, om Jezus? Zie je wel hoeveel jij verkeerd gedaan hebt? Hoeveel jou vergeven moet worden?
Soms moet er eerst iets in je leven veranderen voordat je dat kunt zien. Ik moest daarbij denken aan de kapitein John Newton. Hij werd ongeveer 300 jaar geleden geboren. Hij was kapitein op een schip dat mensen ophaalde in Afrika om ze in Amerika als slaven te verkopen. Hij verdiende zijn geld aan een handel in mensen. Dat vond hij eigenlijk wel prima, net als veel mensen in zijn tijd. Tot hij op een dag zelf gevangen wordt en Afrikanen hem als slaaf gebruiken. Dan ervaart hij hoe erg het is om slaaf te zijn. Gelukkig voor hem wordt hij bevrijd. Hij vaart met een schip terug naar Engeland. Dat schip komt in een geweldige storm. In zijn angst bidt Newton, hoewel hij niet echt erg gelovig is. God redt hem van de storm en Newton begint te geloven. Dat geloof groeit in de loop van de jaren steeds meer. Hij stopt met de slavenhandel en wordt predikant. Hij schrijft ook een prachtig lied, waar we straks naar gaan luisteren: Amazing Grace. Gods genade is zo groot, dat hij mij, een slecht en waardeloos mens liefheeft en gered heeft. Dat zingt Newton. En wereldwijd wordt dat lied nog steeds in heel veel talen gezongen.
Newton werd God steeds dankbaarder voor wat God gedaan heeft: Hij was ook al had hij zoveel verkeerd gedaan welkom bij God. En net als de vrouw in het verhaal uit de Bijbel, liet Hij zijn dankbaarheid zien. Hij werd niet alleen dominee, maar ging zich inzetten voor de afschaffing van de slavernij. Hij hielp eraan mee dat er een einde kwam aan het kopen en verkopen van mensen en ze mishandelen om geld aan hen te verdienen.
Bij Jezus ben je welkom. Met alles wat je verkeerd gedaan hebt. Het is goed om daar ook naar te kijken. Om dat eerlijk toe te geven: ik heb veel verkeerd gedaan. Ik heb verkeerd gedaan tegen God en mensen. God was lang niet altijd de belangrijkste in mijn leven. Vaak was ik dat zelf. Voor anderen heb ik lang niet altijd goed gezorgd: soms heb ik slechte dingen over hen gezegd of gedacht. Sommigen heb ik pijn gedaan. Voor anderen heb ik niet goed gezorgd. Ik heb veel zonden gedaan.
Daar kun je verdrietig van worden. Maar als je bij Jezus komt, kun je ook blij worden. Voor al die zonden is Hij gestorven aan het kruis. Voor al die zonden heeft Hij zijn leven gegeven. En Hij zegt: kom maar bij mij. Je bent welkom. Kijk maar naar wat ik je geef.
Als je dat ziet, dan word je dankbaar. Dan leer je God, Jezus en de mensen om je heen lief te hebben. Net zoals deze vrouw. Net zoals John Henry Newton. Jezus vergeeft je zonden, geef daarom je liefde aan Hem!