Werk je niet kapot, want God geeft het je in je slaap

Inleiding

Waar ploeter jij voor? Waar zet je je het meest voor in? Waarvan lig je s nachts wakker? Als ik je een half miljoen zou geven, waar zou je het dan aan uitgeven? Wat móet er gebeuren? Nou ja, wat is echt belangrijk voor je?

Ik

Ik heb mezelf deze vraag natuurlijk ook gesteld. En ik moet toegeven, er zijn best wat dingen waar ik me te druk om maak. We hebben pas een huis kunnen kopen – echt bijzonder dat dat kon. En zo’n mooi plekje. Maar het wordt gelijk iets om me druk om te maken. Het kost zoveel geld, zo’n enorme hypotheek. Dat kunnen we nu nog wel betalen. Maar zal dat later in de toekomst ook zo zijn? Ik merk dat ik af en toe van die rekensommetjes in mijn hoofd maak. Als we nu wat meer kunnen aflossen, hoeveel zijn de maandelijkse lasten dan straks? Als je mij nu een half miljoen zou geven, zou ik wel weten, waar ik het aan zou geven. Ik zou onze hypotheek aflossen.

Maar er zijn meer dingen. Ik kan me druk maken om de kerk. Wat is de toekomst van Oase, van de Bron? Welke invloeden van buiten komen er naar binnen? Er is zoveel vernietigends in de wereld om ons heen: altijd meer willen consumeren, ontevredenheid, nooit genoeg, vreemde afwijkingen in het geloof, waarbij geloven vooral over je eigen succes en geluk lijkt te gaan. Hoe kan ik, hoe kunnen we de kerk daartegen beschermen?

En als ik niet uitkijk dan ploeter ik van s ochtends vroeg tot s avonds laat voor de hypotheek, voor ons huis, voor de kerk om die te bewaken, te toekomst ervan veilig te stellen.

Jij

Waar maak jij je druk om? Waar lig jij wakker van? Waar ploeter je voor? Wat moet je beschermen?

Misschien is het wel je gezondheid: Hoe ouder je wordt, hoe kwetsbaarder. Je bent je daar niet altijd zo van bewust, maar soms toch weer wel. Hoe blijf je gezond? Of als je dat niet bent – hoe kun je weer beter worden? Of als dat niet gebeurt – wat kun je nog doen om zo lang mogelijk je zo goed mogelijk blijven voelen?

Of misschien zijn het ook de kerk en de toekomst ervan – misschien herken je die zorgen ook wel. Of om de toekomst van de aarde, van je kinderen en kleinkinderen als je die hebt.

Spiegel

Maar dan lezen we in de Bijbel

Als de HEER het huis niet bouwt,

vergeefs zwoegen de bouwers;

als de HEER de stad niet bewaakt,

vergeefs doet de wachter zijn ronde.

2Vergeefs is het

dat je vroeg opstaat,

je laat te ruste legt,

je aftobt voor wat brood –

Hij geeft het zijn lieveling in de slaap.

Het is mooi beeldend gezegd. Je ziet de mensen bezig. Ik zie mezelf bezig. Als een druk mannetje.

 Hard ploeterend om mijn hypotheek te kunnen afbetalen. Als een stripfiguurtje rennend over de muren van de stad. Om de kerk te beschermen tegen verkeerde, afleidende invloeden. Maar ik kan wel heel druk rondrennen – het kan zomaar voor niets zijn. En s nachts onrustig slapend over wakker liggend. Ik kan wel een huis betalen met mijn hypotheek, maar wordt het ook echt mijn thuis? Kan ik me er thuis voelen, kan het een goede plek zijn voor mij en mijn gezin? Dat hangt van zoveel meer af.

Ik kan wel druk proberen de kerk in deze tijd dichtbij het Woord van God proberen te houden, maar in m’n eentje lukt dat echt niet.

Vergeefs is het. Voor niets. Zinloos. Als de HEER het huis niet bouwt. Voor niets als de HEER de stad niet bewaakt. Voor niets. De HEER geeft het zijn lieveling in de slaap.

Maar dan een ander beeld: iemand die rustig ligt te slapen en alles gewoon krijgt: een huis, een veilige stad. Hij geeft het zijn lieveling in de slaap.

Aalscholver

Psalm 127 is een ‘wijsheidspsalm’. In de Bijbel staan heel wat gedichten en spreuken die bedoeld zijn je iets te leren over het gewone, alledaagse leven. Het Bijbelboek Spreuken is misschien wel het bekendste. Maar Psalm 127 is ook zo bedoeld. Met allerlei beelden word je uitgenodigd eens op een andere manier naar het leven te kijken.

Je kunt wel denken dat het allemaal van jou afhangt, van jouw harde werken, van jouw inspanningen, van jouw slimme ingevingen, van jouw volhouden, maar het kan allemaal voor niets zijn. Ik las een paar jaar geleden Uitblinkers. Waarom sommige mensen succes hebben en anderen niet van Malcolm Gladwell. Gladwell is een Amerikaanse journalist en hij kijkt naar de levens van een paar héél succesvolle mensen zoals Bill Gates, oprichter van Microsoft en één van de allerrijkste mensen ter wereld.

Uitblinkers was een bestseller. Veel mensen, ik ook, lezen graag boeken over succesvolle mensen. Misschien kun je er iets van leren en daardoor ook iets succesvoller worden. Wat dat betreft valt Uitblinkers wel een beetje tegen. Want Gladwell laat zien dat succes te maken heeft met hard werken en talent, maar vooral ook met toeval of geluk. Bill Gates zat bijvoorbeeld precies in de goede tijd op de universiteit. Als hij een paar jaar eerder was geweest, dan had hij als student niet op computers kunnen zitten. Was hij een paar jaar later geweest, dan had hij nooit zoveel vrijheid gehad om van alles op die computers te doen. En dat is maar één voorbeeldje. De omstandigheden zijn vaak bepalender voor succes dan je harde zwoegen.

Dus – als je succes hebt gehad, denk niet dat het allemaal aan jezelf ligt, maar wees een beetje dankbaar. Zoals Bill Gates trouwens zelf ook zei toen hij hier een keer in Nederland was – ‘ik heb heel veel geluk gehad. In Afrika zijn heel veel mensen die ook keihard werken en toch maar net genoeg hebben om van te leven.’

En als het je tegenzit, of als een ander het tegenzit, geef dan niet jezelf of die ander de schuld. Het kan heel goed, dat het daar niet alleen aan lag.

Psalm 127 is een wijsheidspsalm. In wijsheidsteksten in de Bijbel zit ook vaak een soort gesprek met andere teksten. Een andere kant van het leven wordt belicht. De Bijbel spreekt zichzelf als het ware tegen. In de Bijbel staat bijvoorbeeld best vaak dat werken belangrijk is. Spreuken 6:6-11 bijvoorbeeld:

Ga naar de mieren, luiaard, kijk hoe ze werken en word wijs.
Hoewel er onder hen geen leider is, geen aanvoerder, geen koning,
halen ze in de zomer voedsel binnen, leggen ze in de oogsttijd een voorraad aan.
Hoe lang nog, luiaard, blijf je slapen, wanneer kom je uit bed?
Nog even dan? Nog even slapen, nog een beetje rusten, een ogenblik nog blijven liggen?
Armoede zal je overvallen als een struikrover, gebrek je neerslaan als een bandiet.

Dat is ook waar. Maar niets doen en alles op z’n beloop laten, brengt armoede. En ik denk dat we dat in onze tijd vaak genoeg te horen krijgen. Je moet werken. Calvinistisch noemen we dat soms wel. Nederland is een land van hard werken.

Maar er is ook een andere kant, en daar gaat Psalm 127 over. Misschien een kant die we in onze tijd van hard werken en je zorgen maken wel veel harder nodig hebben.

Een vriend van mij bedacht daarom een andere tekst:

Ga naar de aalscholver, jij zwoeger, kijk hoe hij zit en word wijs.

Ik weet niet of je het wel eens gezien hebt, maar een aalscholver zit vaak ergens op een paaltje of lantaarnpaal met gespreide vleugels te zitten. Zijn vleugels worden niet beschermd door een vetlaag. Daardoor kan hij beter in het water duiken. Maar elke keer als hij in het wat gedoken heeft, moet hij maar stil zitten en wachten tot die vleugels weer droog zijn. Ga daar eens naar kijken. God heeft dat dier gemaakt om maar het grootste deel van z’n tijd niets te doen. Daar kun je wat van leren.

Jezus zelf zei: kijk naar de bloemen, jij die zo druk bezig bent met je uiterlijk – zie ik er nog wel een beetje leuk uit, heb ik nog wel de goede kleren? Die bloemen zijn daar geen moment mee bezig en toch zijn ze mooier dan welk mens ook. Of als je je zo druk maakt om je inkomen en je hypotheek. Kijk naar de vogels, heb je ooit gezien dat ze druk bezig zijn met geld of met enorme voorraden aan te leggen – ze zaaien niet en maaien niet en toch krijgen ze genoeg van de hemelse Vader.

‘Zijn lieveling’?

‘Hij geeft het zijn lieveling in de slaap’.

Ik kan het me voorstellen als je deze Psalm toch geen fijne of mooie Psalm vindt. Want als je het nu niet krijgt, ben je dan niet Gods lieveling? En vooral ook de woorden die nog volgen, kunnen pijn doen:

Kinderen zijn een geschenk van de HEER,
de vrucht van de schoot is een beloning van God.

Maar als je nu geen kinderen gekregen hebt? Wat betekent dat dan? Heeft God jou dan niet lief? Ben je niet zijn lieveling? Waarom heb jij dat geschenk, die beloning niet gekregen? Heb jij iets verkeerd gedaan?

Juist bij kinderen krijgen voelen heel veel mensen – dit is echt een geschenk! Je kunt het wel hebben over kinderen ‘nemen’ of zelfs kinderen ‘maken’, maar als je dan een kindje in je handen houdt, dan voel je waarschijnlijk toch vooral diepe verwondering. Wat een wonder!

Maar als je dat wonder dan niet krijgt? Terwijl je het wel graag wilt. Ben je dan niet Gods lieveling?

Boven deze Psalm staat ‘van Salomo’. Dat kan betekenen dat Salomo zelf deze Psalm heeft gemaakt. Het kan ook betekenen dat deze Psalm op een of andere manier bij Salomo hoort. Bv. ‘uit de bundel van Salomo’.

Hoe dan ook – deze Psalm doet zeker op verschillende manieren aan Salomo denken. Het is een wijsheidspsalm – en Salomo was volgens de Bijbel de wijste koning ooit. Maar meer nog – ook Salomo wordt ‘lieveling van de HEER’ genoemd.

Nu denk je misschien – ja, dat zal wel weer, Salomo, de zoon van de grote koning David. Ontzettend bevoorrecht en dan ook nog het lievelingetje van God!

Ja, het kan dat je dat denkt. Maar er valt van Salomo ook nog heel wat anders te zeggen. De vader van Salomo was een moordenaar. En zijn moeder was met de moordenaar van haar man getrouwd. Hun eerste kind stierf gelijk na de geboorte. En dan nog weer later wordt Salomo geboren. Wat een start van zijn leven! Hoe zouden de mensen wel niet over hem praten – dat is de zoon, die voortkomt uit moord en overspel! En dat met je meedragen – ik ben er alleen maar, omdat mijn vader de man van mijn moeder ooit heeft vermoord.

Wat zou God van zo iemand denken?

Als in de Bijbel wordt verteld dat Salomo wordt geboren, dan staat er gelijk bij ‘de HEER had het kind lief en gaf het bij monde van de profeet Natan de naam Jedidja’ (2 Sam 12:24-25). Bijzonder hè? Daar zie je iets van wie de HEER is – genadig, aandacht voor zo’n klein kind in zulke bizarre omstandigheden geboren. Zijn broertje was gestorven, vanwege wat David had gedaan. Maar Salomo mag blijven leven. God blijft niet boos over het kwaad van vroeger, maar begint opnieuw.

God maakt een nieuw begin. Hij is zelfs Gods lieveling.

En inderdaad wordt Salomo een buitengewone koning. Hij krijgt in zijn slaap een visioen en ontvangt dan wijsheid, rijkdom en aanzien.

Mooi voor Salomo, denk je misschien, maar ik dan?

Laten we nog wat verder in de Bijbel. Er wordt in de Bijbel nog iemand door God ‘lieveling’ genoemd. Jezus, als Hij gedoopt wordt, klinkt er een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde.’

En dat was te zien – Jezus leefde in een nauwe verbinding met God. Hij hoorde zijn stem en deed wat de Vader doet. Hij zegt ook iets wat erg lijkt op wat er in Psalm 127 staat. ‘De Zoon kan niets uit zichzelf doen, Hij kan alleen doen wat Hij de Vader ziet doen.’ En Hij zegt er dan bij ‘De Vader heeft immers de Zoon lief’, de lieveling van Psalm 127 die het in z’n slaap krijgt, ‘de Vader laat Hem nog grotere dingen zien, u zult verbaasd staan’ (Johannes 5:19,20).

En nu moet je opletten. Wat zijn die grotere dingen die de lieveling de Vader zal zien doen?

In het evangelie van Johannes spreekt Jezus telkens over zijn ‘verhoging’. Dat is het hoogtepunt van zijn leven. En als je goed oplet, dan zie je dat Jezus het dan heeft over zijn dood aan het kruis. Dan wordt Hij verhoogd. Dat zijn de grote dingen die de Zoon zal doen, omdat de Vader Hem dat laat zien.

Hij zal zichzelf geven.

Jezus is de lieveling. Hij hoeft zich geen zorgen te maken. Hij hoeft niet te zwoegen. Hij hoeft niet onrustig de stad te bewaken. Hij kan rustig slapen. En dat doet Jezus – als het stormt en iedereen vreselijk ongerust is, slaapt Jezus. Want Hij weet zich verbonden aan zijn Vader die groter is dan de machten van storm en wind.

Maar tegelijk betekent lieveling van de Vader ook: verraden worden, in de steek gelaten worden, gevangen genomen worden, gemarteld, bespot worden, gekruisigd worden, vermoord worden…

En weer opstaan.

Jij bent de lieveling

‘Jij bent de lieveling’. Door Jezus zegt God dat tegen elk mens die zich naar Hem keert. ‘Jij bent mijn lieveling, mijn lieve dochter, mijn lieve zoon, mijn lieve kind. Ik vind vreugde in jou.

Jij hoeft niet te zwoegen, zonder mijn aanwezigheid. Je hoeft niet alleen te ploeteren en je zorgen te maken. Alsof het van jou afhangt of het goed met je gaat. Alsof jouw geluk en jouw toekomst van jou afhangen. Ik bouw aan je huis, aan je toekomst. Ik waak over je stad, over je veiligheid, over deze wereld. Ik waak over de mensen die je lief zijn. Als je moe bent, ga maar rustig slapen, hoeveel onrust er ook om je heen is. Ik geef je alles wat je nodig hebt in je slaap.

En als je nu lijdt, als je tekort komt, als je ploetert en zwoegt, weet dan dat het niet voor altijd is. Wat met Jezus gebeurd is, zal ook met jou gebeuren. Uit dood zal leven komen. Uit verdriet zal vreugde komen. Uit gevangenschap vrijheid.

Jubel, onvruchtbare vrouw,
jij die nooit een kind hebt gebaard;
breek uit in gejuich en gejubel,
jij die geen weeën hebt gekend.
Want – zegt de HEER –,
de kinderen van deze verlaten vrouw
zullen talrijker zijn dan die van de gehuwde (Jesaja 54:1).

Het is een belofte die verschillende keren in de Bijbel terugkeert

Wie is gelijk aan de HEER, onze God,
die hoog daarboven zijn woning heeft,
6die zijn oog richt naar beneden,
wie in de hemel en op de aarde?
7Hij verheft uit het stof wie berooid is,
uit het vuil tilt Hij op wie alles ontbeert.
8Hij laat hem wonen bij hooggeplaatsten,
bij de hoogsten van zijn volk.
9De onvruchtbare vrouw laat Hij wonen in het huis,
een vrolijke moeder van kinderen. (Psalm 113:5-9)

God keert het om. Niet wie zichzelf op de borst klopt en zegt: ‘ik heb het allemaal aan mezelf te denken, ik heb er hard voor gewerkt.’ Maar degene die het verwacht van de HEER. Soms misschien klagend en smekend ‘Uw naam is toch “Ik ben erbij”, waar bent U dan?’ Als je dat doet, dan zal Ps127 steeds meer waar worden voor je: je gaat het steeds meer zien – ik krijg zoveel, zomaar.

En dat heeft echt te maken met je richten op God. Dan ga je anders kijken. Ik weet dat ik een paar jaar geleden bij elkaar zat met een groepje christenen. De één had een ongeluk gekregen en daardoor een hersenbeschadiging. Dat gaf veel pijn, veel onrust in zijn hoofd, hij kon niet meer werken, hij werd er soms echt depressief van. Een ander had een paar jaar daarvoor een kind verloren. Een derde was pas gescheiden. Maar we spraken met elkaar over de goedheid van God. En al die mensen zeiden stuk voor stuk voor zich: wat heb ik het toch getroffen in mijn leven, wat heb ik veel van God gehad. Terwijl je net zo goed zou kunnen zeggen: wat zijn die mensen veel kwijt geraakt. Maar zo keken ze niet. Ook niet toen ik zei: He, maar jullie hebben dit toch allemaal meegemaakt, bleven ze volhouden, maar wat we gekregen hebben is zoveel meer.

Dat wil Psalm 127 je leren, te gaan zien, te ontdekken. Ik heb zoveel ontvangen, want ik ben Gods lieveling. En ook als die lieveling eraan onderdoor gaat, dan zal Hij opstaan en leven voor altijd kregen.

Vergeefs…

Mooie woorden. En tegelijk kun je in Psalm 127 ook nog iets anders horen ‘Vergeefs’, ‘voor niets’. Die woorden klinken drie keer aan het begin van de Psalm

Als de HEER het huis niet bouwt,
vergeefs zwoegen de bouwers;
als de HEER de stad niet bewaakt,
vergeefs doet de wachter zijn ronde.
Vergeefs is het
dat je vroeg opstaat,
je laat te ruste legt,
je aftobt voor wat brood –

Vergeefs. Voor niets. Je kunt dus ook voor niets leven. Een leeg leven leiden, terwijl het hartstikke vol lijkt. Je bent ontzettend druk om je toekomst veilig te stellen en het is allemaal voor niets. Al je inzet, al je drukte is voor niets. Je hele leven is voor niets. Want het belangrijkste heb je niet gezien, niet ervaren. Je hebt nooit geweten dat je de lieveling bent. Dat je geliefd bent.

Voor niets als niet ontdekt, of niet meer ziet dat je de belangrijkste dingen in het leven krijgt. Als je niet ziet dat God een gulle God is die graag geeft. Als je denkt dat je jezelf gelukkig moet maken – of nog erger – als je verwacht dan anderen je gelukkig moeten maken: je man, je vrouw, je kinderen, je vrienden, de kerk, de overheid.

Echt waar – of mensen gelukkig zijn, zit niet alleen of allereerst in de omstandigheden. Maar hoe je ernaar kijkt. Of misschien nog beter gezegd: als je gaat zien wat je gekregen hebt en nog krijgt. Of nog beter gezegd: als je ziet hoe sterk je geliefd bent en hoe graag God aan je uitdeelt.

Oefenen

Misschien zeg je – ja, dat wil ik (nog meer) leren en oefenen. Maar hoe dan?

Daarvoor kun je ook ik het Ignatiaans levensgebed voor gebruiken. Dat is een goede manier, om Psalm 127 te kunnen zingen. Om te ervaren – ik ben Gods ‘lieveling’, God houdt. Van mij.

Het levensgebed bestaat uit vier woorden, die je ook kunt verbinden aan Psalm 127. Bij elk van die woorden kun je een moment stil staan.

Hier – U bent er, dat is uw naam, de HEER, de Eeuwige, de Aanwezige.

Dank – wat zie ik U doen. U bouwt, u bewaakt, u geeft

Sorry – waar maak ik me druk over,

Alstublieft – ik wil werken met wat U me geeft.

Geniet zo de goedheid van God. Werk je niet kapot, want God geeft je het in je slaap