Vertrouw je toe aan God, daar is het veilig!

Preek Psalm 91:1,2 voor een huwelijksbevestiging

Inleiding

Op jullie kaart staat Psalm 91:1,2. Jullie willen wonen in de beschutting van de Allerhoogste en overnachten in de Schaduw van de ontzagwekkende. Jullie zeggen tegen de HERE zeggen: mijn toevlucht, mij vesting, mijn God op U vertrouw ik.’ Bijzonder om te wonen en te overnachten bij God zelf en daarbij stil te staan op de dag dat je belooft voor altijd bij elkaar te wonen.

Wonen

Te wonen in jullie nieuwe huisje. Een veilige plek om te wonen. Om dag en nacht te zijn. Een veilige, knusse plek van geborgenheid. Ik ben intussen al bijna 23 jaar getrouwd. Maar als ik terug denk aan het begin, dan geeft me dat een fijn gevoel. Dat eerste kleine huisje waar we woonden, waar we samen begonnen. Wat voelde dat veilig, geborgen, goed. Misschien herkennen anderen dat ook wel. Of ook als je single bent. Dan kun je dat soms missen: de geborgenheid om samen in één huis te wonen.

In Psalm 91 gaat het ook over wonen, geborgen zijn. De nacht doorbrengen. Het lijkt op die veilige plek, die jullie bij elkaar in het huis aan de Groenestraat vinden. En tegelijk: het is ook heel anders. Want het gaat over wonen in de beschutting van de Allerhoogste. Dat is van een heel andere orde. Wonen bij de Allerhoogste. Kan dat eigenlijk wel. Is Hij niet te hoog, te groot?

Wonen in de beschutting van de Allerhoogste. Wat is dat? Het woord ‘beschutting’, kun je ook vertalen als ‘geheim’. Dan staat er ‘wie in het geheim van de Allerhoogste woont’. Dat is wonen bij God ook. Wonen in een geheim. Dat is groter dan jezelf. Groter dan je ooit kunt bevatten.

Maar ik kan wel een vergelijking maken. Het is zoals wonen in de liefde. Daar kun je geborgen in zijn. Je zou niet anders willen en tegelijk zul je het nooit helemaal vatten. Het kan je zelfs met ontzag vervullen en ik hoop dat jullie dat ook zo met elkaar beleven. Wat bijzonder. Mag ik dit echt allemaal zo ervaren, meemaken. Kan ik echt zo dichtbij je zijn. Kan ik me echt helemaal zo aan je toevertrouwen? Ben ik echt van jou en jij van mij?

Het is zoals als aan het begin van de Bijbel. Adam merkte dat het niet goed was om alleen te zijn. Ook al was hij in het paradijs. Maar als God dan Eva voor hem maakt, dan is hij er ondersteboven van. Hij ziet haar en zucht wo man en hij weet meteen hoe ze moet heten. Woman. Wat een wonder.

En diezelfde verwondering over de liefde lees je bijvoorbeeld ook in Hooglied: ‘Heerlijk is de liefde, zoeter dan wijn. De liefde is een vlammend vuur, een laaiende vlam. Zeeën kunnen haar niet doven, rivieren spoelen haar niet weg.’

Dat heeft ook iets van wonen in het geheim van God. Want liefde, dat is God, dat komt van God. En juist bij God wonen, betekent ook in liefde met Hem leven. Je toevertrouwen aan Hem. Verwonderd en verrukt je afvragen: kan ik echt zo dichtbij U zijn? Kan ik echt wonen in uw beschutting, in uw geheim. Veilig en geborgen zijn, zonder het helemaal te vatten.

Overnachten

Het is ook overnachten in de veilige schaduw van de Ontzagwekkende. Dat is al weer zo’n bijzondere zin. Rustig slapen, maar dan in de veiligheid van de Ontzagwekkende. Kun je daar wel rustig slapen bij de Almachtige? Ben je daar wel veilig?

En zeg niet te snel ‘ja, natuurlijk. Bij God ben je veilig’. Laat het tot je doordringen: jij als klein, kwetsbaar mens bij de Allerhoogste, de Ontzagwekkende. Dat je daar veilig bent is niet ‘natuurlijk’. Dat is een wonder.

Het doet me ook denken aan een man die ’s nachts niet kon slapen. Hij kon de rust niet vinden en bleef maar heen en weer lopen. Hij was gespannen om wat er de volgende dag zou gebeuren. Hij voelde zich bedreigd. Hij maakte zich veel zorgen om zijn gezin. De vijand kwam steeds dichterbij. Zou zijn familie er morgen nog zijn? Zou hij nog leven?

En terwijl hij zo in spanning heen en weer loopt, wordt hij opeens vastgegrepen. Hij schrok. Hij had niet verwacht, dat het gevaar al zo dichtbij was. Maar hij moet vechten. Op leven en dood. Het duurt eindeloos. Hij kan het gevecht niet winnen en de ander ook niet. Maar dan eindelijk, is er licht aan de horizon. De dag komt eraan. En degene die met hem vecht zegt: ‘laat me gaan. Het wordt dag.’ Maar de man laat hem niet gaan. Dan slaat de ander hem op de heup. Zo hard dat hij niet goed meer zonder hinken kan lopen. En toch houdt hij vast: ‘Ik laat je niet gaan, voordat je me zegent’,  zegt de man. ‘Zeg iets goeds, zeg dat het goed komt met mij en mijn familie.’ En dan krijgt hij de zegen en als de ander weg, beseft hij: het was God zelf met wie ik vocht.

Ook dat kan overnachten in de schaduw van de Ontzagwekkende zijn. Worstelen om een zegen. Het uitroepen tegen Hem: ‘bescherm mij, zegen mij. Red mij. Zorg goed voor mij.’

Tegen de Heer zeggen: u moet mijn toevlucht, mijn vesting zijn. Want waar kan ik anders veilig zijn.

Bescherming

Op een dag als vandaag vergeet je dat gemakkelijk, maar het leven is niet altijd veilig. En juist daarom, kozen jullie deze tekst. Jullie staan op de drempel van een nieuw leven. Een leven samen met hopelijk heel veel mooie kanten. Maar het kan niet anders: er zullen ook moeilijke dingen zijn. Zoals die er zijn in het leven van ons allemaal.

Onverwacht soms. Zoals vogelnetten dat opeens dichtklapt. Een dodelijke epidemie. Pijlen van onheil die rondvliegen en je zomaar kunnen raken.

Het is niet vanzelfsprekend dat alles goed gaat. En het is niet vanzelfsprekend om te geloven dat de HERE voor je zorgt. Het is iets wat je telkens weer opnieuw weer moet leren zeggen tegen de HERE – U bent mijn toevlucht, mijn vesting. Zeg het tegen de HERE.

Maar dan gebeurt er ook iets geweldigs. Dan ben je veilig voor het vogelnet dat opeens dichtklapt. De pijlen raken jou niet. Je bent beschut onder de vleugels van de HERE. Als een kuiken onder de vleugels van een kip.

Onder Jezus’ vleugels

Ook daar moet je trouwens niet te lief over denken. Het is juist in echt gevaarlijke situatie dat een hen haar vleugels spreidt voor de kippen. Stel je voor: een schuurtje met een kip met wat kuikens. Op een kwade dag breekt er brand uit. Maar de schuur is dicht. De kip en de kuikens kunnen nergens heen. En kip spreidt haar vleugels en de kuikens kruipen onder haar vleugels. Het vuur gaat door. Maar gelukkig wordt het geblust. In het schuurtje ligt een dode zwartgeblakerde kip. Maar onder haar vleugels, kijk daar kruipen de kuikens vandaan. Zij hebben het overleefd onder de vleugels van hun moeder.

Ook dat is schuilen bij God. Schuilen bij Jezus die dat beeld ook aanhaalt: ik wilde jullie verzamelen als een hen haar kuikens. Ik wilde jullie beschermen tegen het oordeel. Tegen alle rampen. Schuil onder mijn vleugels, daar ben je veilig.

Bij Jezus ben je veilig. Omdat Hij voor jullie alle rampen heeft doorstaan. Hij vroeg geen engelen van God om Hem op handen te dragen. Hij liet zich raken door onze pijn. Door onze ziekten. Door onze zonden. En juist daarom kun je veilig wonen bij Hem. En daardoor kan het veilig worden bij elkaar. Omdat je van Gods genade leeft, kun je ook steeds meer leren genadig voor elkaar te zijn.

Woon in het de beschutting, in het geheim, van de Allerhoogste. Woon in zijn liefde. Daar ben je veilig. Veilig tegen wat er maar gebeurt in deze wereld. Hij kent in Jezus het gevaar van binnenuit. En Hij is daar alle gevaar heen gekomen. Hij leeft. En als je bij Hem schuilt kom je er met Hem doorheen. Zul je altijd leven.

Uitleiding

We wensen jullie op deze dag alle goeds toe en heel veel goede tijd samen. Niemand weet wat je allemaal te wachten staat. Maar als je in de HERE geborgen bent, zal het kwaad je niet treffen.

Want de Allerhoogste, de Ontzagwekkende is ook de HERE, degene van wie zijn naam betekent: Ik ben erbij. Ik zal er altijd bij zijn. Ik laat je niet los.

Jullie doen er goed aan in afhankelijkheid van God te leven. Schuil bij de HERE. Vertrouw je toe aan de hemelse Vader, daar ben je altijd veilig!