Vanavond zongen we bij de vespers in de kerk Psalm 2. Dat raakte me.
Het is een lied dat vaak gezongen wordt als een lied van macht. Het zet in met lage dreigend triomfantelijke tonen. De organist trekt hoe verder het lied gaat steeds meer registers open. En de gemeente zingt het uit volle borst mee.
Eerlijk gezegd voel ik op die manier niet zoveel bij het lied. Ik houd niet van al te triomfantelijk geloof. Dat doet me teveel denken aan de tijd dat het christendom nog de dienst uitmaakte in Europa en waarbij een superioriteit naar de rest van de wereld werd uitgestraald.
Maar het nu te zingen in de Goede Week als we stilstaan bij Jezus die ondergaat als een graankorrel in de aarde. Hij geeft zich over, zijn glorie is zijn verheffing aan het kruis. Nu krijgt het lied opeens echt betekenis:
21 Waartoe leidt het woeden van de volken,
het rumoer van de naties? Tot niets.
2 De koningen van de aarde komen in verzet,
de wereldmachten spannen samen
tegen de HEER en zijn gezalfde:
3 ‘Wij moeten hun juk afwerpen,
ons van hun boeien bevrijden.’
Natuurlijk, dat zie ik gebeuren. Het woeden van de volken: een Russische president die oorlog voert en er weer mee stopt als het hem uitkomt. Als het maar leidt tot meer populariteit in zijn eigen land. Een Syrische president die veruit de meeste Syrische slachtoffers van de laatste jaren op zijn geweten heeft. ISIS dat meent een nieuwe heilstaat te stichten en daarbij sadisme en bloedvergieten verheerlijkt. En Europa dat angstvallig voor alle ellende de grenzen gesloten houdt en deals sluit om vluchtelingen buiten de deur te houden. ‘Laat ze elders creperen, maar niet bij ons.’
Alle naties spannen samen – hoe hard ze elkaar ook tegenwerken – om in elk geval het juk van de HEER en zijn gezalfde af te werpen. Ze willen niets te maken hebben met zijn gebod van Liefde voor alles. Barmhartigheid en Recht als leidende principes willen ze niet aanvaarden. Dat is niet te doen. En dus gaat de wereld naar de kloten. Wat moet er van haar terecht komen. Maar…
4 Die in de hemel troont lacht,
de Heer spot met hen.
Zou je werkelijk denken dat er van Gods plannen niets terecht komt? Dat ze zijn plan om liefde te laten overwinnen kunnen tegenhouden. Niet dat Hij er zich ook niet kwaad om maakt:
5 Dan spreekt hij tot hen in woede,
en zijn toorn verbijstert hen:
6 ‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd,
op de Sion, mijn heilige berg.’
De Heer stelt tegenover de machten van de wereld zijn koning. Hij heeft hem gezalfd op zijn heilige berg. De Sion, waar de tempel staat. Of is het eigenlijk dat andere heuveltje, daar vlak bij: Golgotha? Daar waar een Messias ten onder lijkt te gaan aan het woeden van de volken: religieuze leiders die hun positie bedreigd zien en een corrupte politieke leider die hen liever te vriend houdt. Daar is Gods gezalfde gekroond. Daar hangt hij: ‘koning van de Joden’, koning van de wereld.
7 Het besluit van de HEER wil ik bekendmaken.
Hij sprak tot mij:
‘Jij bent mijn zoon,
ik heb je vandaag verwekt.
8 Vraag het mij
en ik geef je de volken in bezit,
de einden der aarde in eigendom.
9 Jij kunt ze breken met een ijzeren staf,
ze stukslaan als een aarden pot.’
Het lijkt lachwekkend. Wat heeft deze gekruisigde in te brengen tegen het woeden van de volken? Maar juist hij verslaat ze. Van het Romeinse rijk is niets meer over. Pilatus’ naam is alleen nog bekend omdat hij figureert in het verhaal van de Gods Gezalfde aan het kruis. De gezalfde slaat de volken stok met een ‘ijzeren staf’. Of is het een kruis, dat zijn eindeloze liefde uitdrukt en meer de levens van mensen raakt dan macht en kogels ooit kunnen doen?
10 Daarom, koningen, wees verstandig,
wees gewaarschuwd, leiders van de aarde.
11 Onderwerp u, toon de HEER uw ontzag,
breng hem bevend uw hulde.
12 Bewijs eer aan zijn zoon met een kus,
anders ontvlamt zijn woede, en uw weg loopt dood,
want bij het geringste ontsteekt hij in toorn.
Gelukkig wie schuilen bij hem.