In: Bram Beute e.a., HoogTijd voor de Bijbel. Barneveld: Vuurbaak, 2004.
1. Inleiding
Jezus terecht gekruisigd?
‘De Joodse leiders hebben Jezus terecht gekruisigd.’ Mensen die
het evangelieverhaal voor het eerst lezen, zouden tot deze schokkende conclusie kunnen komen. Jezus had het ernaar gemaakt, dat Hij gekruisigd werd.
Waarschijnlijk zal de gemiddelde (niet-christelijke) Nederlander deze conclusie niet trekken, maar voor iemand uit een totaal andere cultuur ligt ze wel voor de hand. Veel culturen zijn namelijk in tegenstelling tot de Nederlandse geen schuldcultuur. In een schuldcultuur word je als schuldig gezien (door anderen en door jezelf) als je iets ‘verkeerds’ doet. Bijvoorbeeld: wie gestolen heeft is schuldig. Culturen die niet door het christendom gestempeld zijn, zijn vaak schaamteculturen. In zo’n cultuur ben je schuldig als anderen zien dat jij iets verkeerd doet. Wie gestolen heeft is alleen schuldig als hij betrapt wordt. Dan sta je te kijk. De grootste overtreding in een schaamtecultuur is dan ook een ander te schande maken; de fouten en tekorten van een ander openbaar maken.
Dat was precies wat Jezus deed. Hij wees de geestelijk leiders van zijn dagen op schijnheiligheid, liefdeloosheid en vervalsing van Gods Woord. Hij maakte hen te schande. Nu Hij gekruisigd wordt, wordt het evenwicht hersteld. De schande die Jezus op de hoofden van de leiders wilde laden, komt op zijn eigen hoofd terug.
Welke interpretatie is juist?
Mensen uit een schuldcultuur (zowel christenen als niet-christenen) zullen een dergelijke interpretatie van het evangelieverhaal bestrijden. Ze lezen het verhaal immers vanuit een heel ander gezichtspunt, namelijk wie verkeerd handelt is schuldig. Maar welk gezichtspunt is het juiste en welke interpretatie is terecht?
Als het om dit voorbeeld gaat, kan dat nog een tamelijk academische kwestie lijken, maar in veel andere gevallen komt de vraag veel dichterbij. Kinderdoop of volwassendoop, werkelijk een lichamelijke opstanding uit de doden, echt gebeurd of (slechts) verhaal, schepping in zes dagen of in miljarden jaren, Jezus God of alleen maar mens, vrouw in het ambt of niet… Zomaar wat voorbeelden van discussies die rond de Bijbel gevoerd worden, waarbij het uitgangspunt – de eigen (sub)cultuur en (persoonlijke) geschiedenis – de inbreng in de discussie bepalen. Wat dan voor de één vanuit de Bijbel overduidelijk is, is voor de ander maar zeer de vraag. Discussiëren over dergelijke verschillen van inzicht brengt de gesprekspartners maar zelden dichter bij elkaar, maar maakt hen meestal alleen maar meer overtuigd van eigen gelijk en eigen uitgangspunt.
Opzet
In dit artikel wil ik nadenken over de methode van bijbeluitleg. Hoe komen we tot een juiste interpretatie van de Bijbel of een bijbelgedeelte? Om deze vraag te beantwoorden ga ik eerst na wat de rol van vooroordelen bij het begrijpen van een tekst is. Naar mijn idee beperken ze het begrip van de tekst, maar zijn ze tegelijk onmisbaar om de tekst te begrijpen (2). Vervolgens ga ik na of de oorspronkelijke of bedoelde betekenis misschien een objectieve basis biedt voor de uitleg van een tekst (3). Vanuit 2 en 3 kom ik tot mijn conclusie dat werkelijk begrip van de Bijbel alleen in de kerk, dat wil zeggen onder christenen, kan ontstaan (4). Deze conclusie werk ik uit in twee richtingen: de Bijbel lezen vanuit de leer en het leven van de kerk (5), en de Bijbel lezen door de Geest die in de kerk werkt (6). Ik eindig met een korte samenvatting en conclusie (7).
2. Lezen kan alleen met vooroordelen
Onbevooroordeeld lezen?
Gesprekken en discussies waarbij de gesprekspartners verschillende uitgangspunten hebben lopen nogal eens dood. Om uit zo’n impasse te komen wordt nogal eens voorgesteld te proberen om zonder vooroordelen te lezen. Gewoon te lezen wat er staat. Natuurlijk zijn we allemaal wel enigszins bevooroordeeld en gevormd door een cultuur en een persoonlijke geschiedenis, maar laten we toch proberen dat zoveel mogelijk aan de kant te zetten.
Nu kan het volgens mij geen kwaad om zoiets te proberen. Er is niets mis mee om je meer open te stellen voor mogelijke andere interpretaties en andere uitleggingen. Dat kan soms heel nuttig en vruchtbaar uitwerken. Maar laten we alsjeblieft niet denken dat we werkelijk onze vooroordelen aan de kant zouden kunnen zetten. Dat is volstrekt onmogelijk. Dat zou net zoiets zijn als proberen te zien met je ogen dicht.
Zonder ‘vooroordelen’ geen begrip
Ik bedoel dit. Net zoals je ogen nodig zijn om te zien, zijn ‘vooroordelen’ (kennis, overtuigingen en opvattingen vooraf) noodzakelijk om een tekst te begrijpen. Als je nog nooit een gebouw hebt gezien is een artikel over architectuur onbegrijpelijk. Als je volstrekt geen besef van goed en kwaad hebt, is een detective voor een groot deel onbegrijpelijk (waarom wil iedereen zo graag die moordenaar vinden, en wat maakt het uit of de moordenaar nog eens toeslaat?). Zonder kennis en overtuigingen vooraf geen begrip van een tekst. Positief gezegd: ‘vooroordelen’ maken het mogelijk een tekst te begrijpen.
Heel mooi wordt dat bijvoorbeeld duidelijk gemaakt in Bartje van Anne de Vries. Als Bartje voor het eerst op school komt, hoort hij de verhalen uit de Bijbel. Hij kan die verhalen alleen maar begrijpen vanuit zijn eigen ‘vooroordelen’. De verloren zoon woont voor Bartje op een boerderij vlakbij zijn eigen huis en gaat op een wit paard naar Assen om daar de beest uit te hangen. Het bijbelse verhaal wordt teruggebracht tot Bartjes eigen leefwereld. Dat beperkt zijn begrip van het verhaal ook: in Bartjes gedachten is de verloren zoon de slimme held, omdat hij niet werkt (wat in Bartjes wereld altijd vreselijk ploeteren is), maar van het leven geniet. Door zijn ‘vooroordelen’ begrijpt Bartje het verhaal niet helemaal, maar wat veel belangrijker is: zonder die ‘vooroordelen’ was het verhaal helemaal onbegrijpelijk.
Blanco kunnen wij een verhaal niet lezen. Als we ons helemaal ‘blanco’ zouden kunnen maken, zou een tekst niets meer betekenen. Als we bij de zin ‘in het huis van mijn vader zijn vele woningen’ bijvoorbeeld niet mogen meenemen wat wij denken en voelen bij ‘huis’, ‘vader’ en ‘woningen’, maar ‘blanco’ moeten lezen, dringt er geen betekenis tot ons door. We hebben onze beelden en gedachten juist nodig om ons door dit woord van Jezus te laten raken
3. De bedoelde betekenis levert geen objectieve betekenis
Blanco lezen is niet mogelijk. Maar is er toch niet een uitweg: zoeken naar wat oorspronkelijk bedoeld werd? Wat wilde de (bijbel)tekst in eerste instantie betekenen? Kun je op die manier toch niet je vooroordelen uitschakelen?
Het blijkt telkens weer verrassend en verrijkend om bij een tekst de oorspronkelijke context te bestuderen: wat was een vader voor soort figuur in de tijd van Jezus, waar dachten zijn toehoorders aan bij het huis van de Vader, enz. Het is verrijkend; het verrijkt je verstaanskader. Maar het is niet genoeg om de betekenis van een tekst werkelijk te begrijpen.
Een tekst begrijpen is hem kunnen toepassen
Begrip van betekenis is nl. veel meer dan op een andere manier hetzelfde onder woorden brengen. Begrijpen wat het betekent als iemand tegen je zegt ‘ik houd van je’ is meer dan dat kunnen herformuleren als ‘dus je voelt een sterke affectie voor mij’. Als iets betekenis krijgt, dan geeft het ook in meerdere of mindere mate richting aan je leven. Anders gezegd: een tekst werkelijk begrijpen is hem ook kunnen toepassen.
Het klassieke onderscheid tussen uitleg en toepassing van een tekst – dat in preken gehanteerd werd en wordt – is kunstmatig. Zolang iemand een tekst niet kan toepassen in zijn leven, heeft hij hem ook nog niet echt begrepen.
In de Bijbel zelf is dat heel helder. Zo verwijt Jezus de Joodse leiders meermalen dat ze de Schriften niet kennen of begrijpen. Velen van hen kenden de schriften zeer goed. Toch zegt Jezus tegen de Sadduceeën ‘U kent de Schrift niet’ (Marcus 12:24) en wijst Hij erop dat juist de schriften, die de Joodse leiders zo met zoveel aandacht bestuderen over Hem spreken, terwijl ze Hem niet aanvaarden. Ze geloven Mozes niet werkelijk, op wie ze hun vertrouwen hebben gesteld (Johannes 5:39,47). Werkelijk begrijpen is ook kunnen toepassen.
De bedoelde betekenis is een beperkt middel tot begrip van een tekst
Als je dat bedenkt is zoeken naar bedoelde betekenis wel een zeer nuttig hulpmiddel bij het begrijpen van een tekst, maar niet afdoende. De verplichting blijft om met behulp van ons verstaanskader de tekst toe te passen ofwel te begrijpen. Van een gevonden bedoelde betekenis kom je niet zonder je eigen ‘vooroordelen’ tot een toepassing. De bedoelde betekenis wordt namelijk zoveel mogelijk verwoord vanuit de culturele context van de tekst. Om tot een eigentijds verstaan van de tekst te komen, moet de eigen culturele context ingebracht worden. Anders wordt toepassen van de meeste teksten onmogelijk.
Heel duidelijk wordt dat bijvoorbeeld bij het lezen van wetenschappelijke commentaren (of het luisteren naar preken die slechts die commentaren weergeven) die de bedoelde betekenis van een bijbeltekst achterhalen. Hoe helder de bedoelde betekenis ook wordt neergezet; de tekst blijft op een afstand staan. Vaak komt de tekst zelfs nog meer op een afstand te staan, doordat je sterker beseft in welke (vreemde) cultuur die tekst eigenlijk staat. Wil de tekst je toch iets te zeggen hebben dan moet je de bedoelde betekenis naar het nu ‘vertalen’ en dus je eigen culturele achtergrond inbrengen.
4. Lees de Bijbel in de kerk
Wat je leest ben je zelf
‘Vooroordelen’ zijn noodzakelijk om een tekst te begrijpen. Of je nu wilt of niet, je brengt al lezend veel van jezelf in. Anders is lezen zelfs onmogelijk. Probeer je jezelf en je eigen cultuur er zoveel mogelijk buiten te houden dan blijft ook de tekst op afstand staan. Je komt dan niet verder dan een bedoelde betekenis, die jou nu niets meer te zeggen heeft. Ofwel: als je leest vind je altijd jezelf terug; wat je leest ben je zelf.
Maar is lezen van de tekst dan nog wel mogelijk? Is lezen meer dan het inlezen van eigen ‘vooroordelen’? Zoals sommige negentiende-eeuwers die in Jezus’ uitspraak ‘Arme mensen zul je altijd wel bij je hebben’ (Mat 26:11), concludeerden dat het onbijbels was om met de socialisten te pleiten voor een rechtvaardiger verdeling van arm en rijk. Hoe nu de Bijbel te lezen zonder hem helemaal naar je hand te zetten? Hoe voorkom je dat de Bijbel niet meer dan een spiegel is die je eigen opvattingen en overtuigingen weerspiegelt?
De Bijbel lezen kan alleen in de kerk
Volgens mij kan dat mij maar op één manier: door de Bijbel te lezen in de context waarbinnen hij begrepen wil worden – de gemeenschap van gelovigen. Je achtergrond, geschiedenis, cultuur, enzovoort bepalen hoe je een tekst leest en wat je erin leest. Je kunt de boodschap van het evangelie alleen begrijpen als je ‘vooroordelen’ zelf gevormd en gecorrigeerd worden door het evangelie dat gelezen en geleefd wordt.
Gelezen én geleefd. Met andere woorden: leer én leven. De kerk is niet alleen uitlegster van de Bijbel in intellectuele zin. Maar ze biedt ook het praktische kader waarbinnen de Bijbel begrepen kan en moet worden. Zo zal iemand uit een schaamtecultuur het verhaal van het evangelie pas werkelijk begrijpen als zijn cultuur zelf ter discussie komt te staan. Dat kan gebeuren op intellectueel niveau, maar waarschijnlijk veel eerder op het niveau van praktisch handelen. In contact met een gemeenschap waarin op volstrekt andere wijze met schuld en schande wordt omgegaan, kan ook een ander (juist) begrip van het evangelie ontstaan.
Buiten de kerk (in de breedste zin van het woord) is de bijbelse boodschap niet te begrijpen. De Bijbel zelf geeft dat zelf aan: de (profetie van de) Schrift laat geen eigenmachtige (puur persoonlijke) uitlegging toe. Je moet je realiseren dat de Geest de Schrift geïnspireerd heeft en dus ook in zijn kracht (illuminatie) de Schrift lezen (2 Petrus 1:20-21). Die kracht van de Geest is te vinden in de kerk. De kerk is om zo te zeggen werkplaats van de heilige Geest. Daarbinnen wordt verstaan van de Bijbel mogelijk. Niet aan één individuele gelovige geeft de Geest al de gaven van onderwijzing, prediking, profetie, uitleg, barmhartigheid, genezing, geloof en gastvrijheid, maar iedereen ontvangt (enkele gaven van) de Geest tot welzijn van allen ( I Korintiërs 12:7).
Uitwerking
De kerk functioneert zo als een gemeenschap die het verstaanskader aanreikt waardoor de Bijbel begrepen kan worden. Zij is als gemeenschap immers gestempeld door het evangelie. Ze heeft bepaalde opvattingen over het leven (leer) en een bepaalde leefwijze (leven). Over het verband tussen leer en leven van de kerk en bijbellezen zal het gaan in § 5. In § 6 ga ik vervolgens in op het feit dat de gemeente werkplaats is van de Geest die met zeer diverse gaven en in heel verschillende situaties werkt. Ook dat heeft grote consequenties voor het lezen van de Bijbel.
5. De Bijbel lezen in de kerk: hoe werkt het?
Levenswijze
Alleen in de kerk is de Bijbel als evangelie te verstaan. Binnen een gemeenschap die mij metterdaad leert wat barmhartigheid, liefde, genade, schuld, zonde, redding, enz. is, leer ik de bijbelse boodschap te begrijpen en te aanvaarden. Dat legt een enorme verantwoordelijkheid bij de kerk. De Bijbel duidt de gelovigen vaak aan als zij die het geloof in Jezus Christus en Gods geboden te ‘bewaren’ (bv. Openbaring 14:12, vertaling NBG 51).
Kennelijk is het ook mogelijk Gods Woord te verliezen, te laten bederven, of zelfs van haar kracht te beroven. Van dat laatste beschuldigt Jezus de Farizeeën en schriftgeleerden die met theologische constructies proberen onder het gebod van de zorg voor de ouders uit te komen (Matteüs 15:6, NBG 51).
Het evangelie kan onzichtbaar worden door het handelen van de kerk. Woorden van de Bijbel worden onbegrijpelijk als de context niet meer klopt. Je kunt denken aan de Farizeeën en schriftgeleerden uit Matteüs 15. Maar ook aan christenen die wel spreken van Gods prachtige schepping en zijn liefde, maar ondertussen het milieu verpesten en op grote voet leven ten koste van hun arme medemens in andere delen van de wereld. Of aan gelovigen die belijden ‘vergeving van de zonden’, maar nooit de tekortkomingen van anderen kunnen verdragen. Hoe dan ook: een context waarin de Bijbel werkelijk begrepen kan worden moet een gemeenschap van mensen zijn die werkelijk leven uit genade en liefde.
Leer
Behalve de levenswijze van de kerk is ook haar leer van belang. De manier waarop we de Bijbel verstaan wordt bepaald door de ervaringen die we opdoen in de omgang met andere gelovigen, maar ook door onze verstandelijke opvattingen. Vandaar dat er in de geschiedenis van de kerk telkens weer onderwijs werd gegeven over de hoofdlijnen van de Bijbel: wat is nu eigenlijk de rode draad? Het aangeven van de hoofdlijnen van de Bijbel is in de Bijbel zelf ook al aanwezig. Zo wordt in Handelingen 15 in Jeruzalem door apostelen en oudsten gezocht naar de betekenis van de wet van Mozes voor de heidenen die tot geloof in Jezus Christus gekomen zijn. Petrus en Jakobus komen met een beroep op Gods daden in het heden en verleden en op de profeten tot een conclusie. Onder leiding van Jakobus formuleert de vergadering de betekenis van de wet van Mozes voor de gelovigen uit de heidenen. Ook op andere plaatsen in Handelingen worden verstaanskaders geboden voor de Bijbel (bv. 7:2-53; 13:16-41).
Paulus formuleert het verstaanskader van het evangelie heel kort en krachtig: ‘Daarom verklaar ik u: iemand die gedreven wordt door de Geest van God, kan nooit zeggen: Vervloekt zij Jezus, en nooit kan iemand belijden: Jezus is de Heer, als hij niet gedreven wordt door de heilige Geest.’ (I Korintiërs 12:3)
Verstaanskaders hebben ook grenzen. Er zijn interpretaties van de bijbelse boodschap die in de kerk worden afgewezen. Dat gebeurt al in de Bijbel zelf. Zo plaatst Johannes iedereen die niet belijdt dat Jezus werkelijk mens was buiten de kerk. Hij is een ‘vijand van Christus’ (I Johannes 2:22).
Dit proces van het aangeven van verstaanskaders en grenzen heeft zich na de afsluiting van de canon voortgezet in belijdenisgeschriften, uitspraken van concilies en bv. het schrijven van dogmatische handboeken. Zo heeft Calvijn de Institutie geschreven zodat de lezer eruit kan leren wat de ‘hoofdsom is van den godsdienst’ en hij weet ‘wat hij vooral moet zoeken in de Schrift en tot welk doel hij alwat in haar vervat is, moet richten.’1
Voor wie zich hier verder in wil verdiepen: In hoofdstuk 8 is een aantal lijnen neergezet die meehelpen een verstaanskader voor de Bijbel te vormen.
Bijbellezen vanuit de leer en het leven van de kerk
Om de Bijbel te lezen, zijn goede ‘vooroordelen’ nodig. Een goed verstaanskader kan in de kerk gevormd worden. Door een christelijk leven en door christelijk onderwijs in de leer. Natuurlijk zitten hier tal van risico’s aan verbonden. In de kerk doet zich dwaalleer voor en wordt vaak onchristelijk gehandeld. Dat kan het evangelie soms (gedeeltelijk) verduisteren. Toch kan de oplossing niet zijn om dan maar de Bijbel helemaal opnieuw blanco te lezen. Dat is immers onmogelijk (zie § 2). Waar we naar moeten zoeken is de leiding van de heilige Geest bij het lezen van de Bijbel. Daarover meer in de volgende paragraaf
6. De Bijbel verstaan door de Geest
Elders in deze bundel staat een aparte bijdrage over bijbellezen met hulp van de heilige Geest (hoofdstuk 5). Ik wil daarom in deze paragraaf dit onderwerp niet nog eens bespreken, maar slechts één aspect belichten dat verbonden is aan het onderwerp van dit hoofdstuk: waarom je de Bijbel samen moet lezen.
De Geest werkt in de gemeente: diverse gaven en situaties
De kerk is de werkplaats van de Geest. Of anders gezegd: de kerk is het lichaam van Christus en elk lid ervan heeft zijn eigen functie en mogelijkheden. Die spelen ook een rol bij het lezen van de Bijbel. Zo zal iemand met de gave van barmhartigheid andere dingen opvallen in de Bijbel dan iemand met de gave van het onderscheiden van de geesten. Als we samen bijbellezen zullen we ervoor moeten zorgen dat al de gaven ook bij dat bijbellezen een kans krijgen, zodat we niet een eenzijdige, maar juist een veelzijdige uitleg van de Bijbel krijgen.
Die aandacht voor de veelzijdigheid volgt niet alleen uit het feit dat de Geest ieder andere gaven geeft tot welzijn van allen, maar ook uit het feit dat God ons in zeer verschillende situaties roept. Blank, zwart, gehandicapt, gezond, man, vrouw, rijk, arm, jong, oud, etc. In al die situaties roept God ons. In al die situaties wil Hij door zijn Woord tot ons spreken. Daarom is het van groot belang om al die situaties (met bijkomende ‘vooroordelen’) zoveel mogelijk een plaats te geven bij het bijbellezen.
Een jonge, blanke, mannelijke, gezonde, Nederlandse, universitair geschoolde, gehuwde, 20e eeuwse gereformeerd-vrijgemaakte predikant (zoals ikzelf ben) zal vanuit zijn vooroordelen de Bijbel lezen. Dat zal zijn uitleg van de Bijbel sterk bepalen. Daarom moet hij ook luisteren naar andere ‘stemmen’. Bijvoorbeeld naar bijbeluitleggers uit andere tijden, uit andere culturen en andere kerkelijke tradities. Maar ook naar zijn gemeenteleden. Wat heeft de Bijbel ons te zeggen? Om Gods woorden van liefde te verstaan zijn alle gelovigen noodzakelijk. Alleen met allen die Hem toebehoren zullen wij in staat te bevatten hoe breed en hoe lang, hoe hoog en hoe diep de liefde van Christus is, en te begrijpen dat die liefde elke kennis te boven gaat (Efeze 3:17-18).
Consequenties voor bijbelstudiemethoden
Uiteraard moet niet alleen de predikant rekening houden met het brede spectrum dat de Geest ons aanbiedt. Iedereen die bijbelleest zal dat moeten inbrengen. Door bijvoorbeeld je zelfgevonden bijbeluitleg te leggen naast die van anderen.
Ook in de bijbelstudiemethoden kan gezocht worden naar de veelkleurigheid van de Geest. Zo zijn veel methoden gericht op een verstandelijk-verbaal begrijpen van een bijbeltekst. Mensen met sterke verstandelijke en verbale gaven kunnen hier goed mee uit de voeten en anderen tot steun zijn. Tegelijk blijven bij zo’n methode andere aspecten van het menszijn en dus andere gaven liggen. Bijbellezing met hulp van drama, vrije associatie, muziek, meditatie, tekenen en schilderen, etc. zal heel andere aspecten van de bijbeltekst doen oplichten. De Bijbel kan gelezen worden vanuit de verschillende mogelijkheden die mensen hebben. Zie voor een uitwerking hiervan hoofdstuk 12.
De Bijbel kan ook gelezen worden vanuit de verschillende situaties waarin mensen zich bevinden. Heel leerzaam kan het bijvoorbeeld zijn om een interkerkelijke of interculturele bijbelstudie te doen. Vanzelfsprekendheden blijken dan vaak veel minder vanzelfsprekend. De kritische kracht van de Bijbel wordt meer zichtbaar en de eigen veilige positie wordt onder de kritiek van het evangelie geplaatst.
Om de Bijbel vanuit een eigen perspectief te lezen vergt voor veel mensen oefening of emancipatie. Vaak is een bepaalde manier van bijbellezen (bijvoorbeeld vanuit het perspectief van een gezonde, blanke, westerse, gehuwde man) zo dominant dat mensen die in heel andere situatie leven, dit perspectief bij het bijbellezen overnemen. Het lukt niet zomaar om de Bijbel werkelijk te lezen vanuit de eigen situatie. Het vergt emancipatie van vrouwen, zieken, niet-blanken, etc. ook bij het bijbellezen.2
7. Tot slot
Wat je leest ben je zelf. Zonder eigen ‘vooroordelen’ geen begrip, maar tegelijk ook: door eigen ‘vooroordelen’ slechts een beperkt begrip van de tekst. Om tot een goed begrip te komen van de tekst is het niet genoeg om te zoeken naar de bedoelde betekenis, maar is het nodig de ‘goede vooroordelen’ te hebben. Die moeten we ontvangen van de heilige Geest, in de gemeente dus. In de omgang met elkaar van liefde en zorg, in het onderwijs van Gods plan worden onze ‘vooroordelen’ gevormd die het mogelijk maken de Bijbel te gaan begrijpen. Daarbij mag de diversiteit van de heilige Geest die werkt met zeer verschillende gaven en in zeer verschillende situaties nooit uit het oog worden verloren.
Als we zo de Bijbel lezen komen er dan oplossingen voor hete hangijzers als homoseksualiteit, de vrouw in het ambt of de doop? Ik geloof inderdaad dat dat zo is. (Al zal het heel wat vergen om zo in gezamenlijkheid te lezen en te leven.) Als we zijn wat we lezen, zal wat we lezen ook begrijpelijk zijn. Om wat concreter te zijn: Als vrouwen in hun eigenheid niet tot hun recht kunnen komen in de gemeente, als mannen krampachtig macht vasthouden in de gemeente, dan wordt Bijbels spreken over de positie van de vrouw onbegrijpelijk en dus onmogelijk. Als homoseksualiteit een taboe is in de kerk en de norm het gezinsleven is, dan wordt verstaanbaar bijbels spreken over homorelaties onmogelijk. Als de kinderdoop samengaat met volkskerkelijk denken en de oproep tot een nieuw leven te weinig klinkt, is het niet meer te begrijpen dat de kinderdoop gebaseerd op de Bijbel zou zijn. Kinderdoop lijkt dan op een excuus om je niet hoeven te bekeren.
Onze moeite om de Bijbel op sommige punten te verstaan hangt samen met ons praktisch tekort schieten op dezelfde punten. Meer begrip op deze punten zal nooit alleen door (theologische) studie bereikt worden, maar kan niet zonder een werkelijk christelijk leven met alle aandacht voor de diversiteit waarmee de Geest werkt.
Verwijzingen naar en citaten uit de Bijbel zijn (tenzij anders vermeld) uit de Groot Nieuws Bijbel (1996).
Personalia
Bram Beute (1972) studeerde in 2001 af aan de Theologische Universiteit in Kampen (Broederweg). Zijn doctoraalscriptie ging over het gebruik en de betekenis van taal in de systematische theologie. Hij is op dit moment parttime predikant van de Gereformeerde Kerk (Vrijgemaakt) van Sneek-Koudum.
- Johannes Calvijn, Institutie of onderwijzing in den christelijken godsdienst Eerste deel (Uit het Latijn vertaald door A. Sizoo), Meinema Delft, z.j., p. VIII-IX.
- Voor een ‘vrouwelijke manier’ van bijbellezen zie bijvoorbeeld: Carol A. Newsom en Sharon H. Ringe (red.), Met eigen ogen. Commentaar op de bijbel vanuit het perspectief van vrouwen (vertaald en ingeleid onder redactie van Mieke Heijerman en Caroline Vander Stichele), Meinema Zoetermeer, 1995.