“Ze deed wat ze kon …." (gastblog Grethe Kruizinga)

“Ze deed wat ze kon ….” Dat staat op de mok waaruit ik vandaag mijn thee drink. Het staat er in Engels, Singalees en Tamil. Ik kreeg de mok van Vino, een ambitieuze dame met een groot hart voor vrouwen. Ze leidt de vrouwenbeweging van de Christian Reformed Churches in Sri Lanka. Ruim tweehonderd vrouwen uit dertig gemeenten zoeken elkaar elke drie maanden op. Mannen en kinderen zijn dan niet welkom. Zo hebben de vrouwen meer tijd om hun ervaringen en dromen te delen. Ze bidden voor elkaar, leren van elkaar, maken mooie uitstapjes. In 2013 willen ze graag maandelijks samen komen. Vino vertelt dat dat samenzijn behoorlijk ingewikkeld is. De vrouwen komen uit hele verschillende omgevingen. Er moet steeds vertaald worden tussen Tamil, Singalees en Engels. Sommige vrouwen zijn al lang lid van een kerk, anderen komen uit Boeddhistische gezinnen en zijn onlangs christen geworden. En de thema’s die worden behandeld zijn ook niet eenvoudig. Tijdens de laatste bijeenkomst vertelden gastsprekers over seksueel misbruik in Sri Lanka. Daarna bespraken de vrouwen hoe je hierover kunt (blijven) communiceren met je kinderen. Niet makkelijk, zo’n multi-etnische vrouwengroep. Maar wel nodig volgens Vino. Ze wijst naar de kokospalm in haar tuin: “Zie je die takken onderin? Als ze elkaar overlappen, dragen ze samen de rest van de bladeren. Wanneer vrouwen samen werken, dragen en versterken we onze huizen, onze kerken en onze gemeenschappen.”

We hebben in Sri Lanka meer bijzondere vrouwen ontmoet. Sujana (23) bijvoorbeeld. Ze komt uit het Noordwesten van Sri Lanka, en is naar het oosten verhuisd om theologie te studeren. Ze doet veel kinderwerk in de kerk, en is van plan na haar studie zondagsschoollerares te worden. Daarvoor wil ze de Bijbel goed leren begrijpen. Ze wil kinderen kunnen vertellen wat het betekent om te wandelen met God.

Of Padmini, de vrouw van een schoenmaker. Ze woonden in het Zuiden van Sri Lanka, in een moerasgebied. Zeven jaar geleden werden ze christen; kort daarna kregen ze een huisje van een zendingsorganisatie in de stad Colombo. Maar een corrupte dominee wilde die woning hebben en spande zes jaar lang rechtszaken aan tegen Padmini en haar man. Intussen werd haar man ziek: hij ontwikkelde ernstige longemfyseem, waarschijnlijk door leerbewerking. Padmini blijft veel thuis om voor haar man te zorgen. Ze hebben het financieel zwaar. Maar de rechter heeft onlangs besloten dat ze in hun huis mogen blijven wonen.

En Padmini is al die tijd een betrokken christen gebleven. Ze is tegenwoordig lid van de Grace Church. Haar predikant schrijft me dat ze in haar omgeving en in rechtszaken steeds enthousiast is blijven vertellen over haar Heer: “This sister is one of the most joyous people in our congregation. Her mouth is filled with praises to God and she is truly a challenge, even to me.”

De zin op mijn nieuwe theekop komt trouwens uit Markus 14. Het is het verhaal van een vrouw die zonder uitnodiging bij een feest opdaagt en vervolgens een peperdure fles olie over Jezus’ hoofd giet. Nogal brutaal, vind ik. Pure geldverspilling, vonden de andere feestgangers. Maar Jezus zegt: ‘Ze deed wat ze kon. Ze heeft mij alvast met olie gebalsemd met het oog op mijn begrafenis.’ En dan zegt Hij erbij: ‘Waar ook maar ter wereld het goede nieuws wordt verkondigd, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’

 

 

Grethe Kruizinga is een collega bij De Verre Naasten. Met haar bezocht ik vorige week een aantal kerken en een theologische opleiding in Sri Lanka.

COPYRIGHT © 2012 | ALL RIGHTS RESERVED