Een tijdje geleden schreef ik een column in de Reformatie . Ik schreef daarin o.a. “Zondagavond kijk ik met veel plezier naar Studio Sport. Het herinnert me eraan dat Gods schepping veel groter is dan ik in mijn werk vaak beleef.” Ik kreeg er tot mijn verrassing veel reacties op met de vraag hoe ik als christen zo enthousiast kan zijn over topsport op zondag. Misschien moet ik het erbij laten dat ik dat anders beleef, maar omdat verschillende mensen vroegen om uitleg, doe ik hieronder een poging.
Je kunt met recht veel kritiek hebben op topvoetbal. Waarom moet een jongen die goed tegen een bal kan trappen vele malen meer verdienen dan een goede verpleegkundige die een gezin moet onderhouden van zijn inkomen? Waarom moeten er elke zondag honderden agenten en beveiligers werken om te zorgen dat de supporters elkaar niet de hersens inslaan? Waarom krijgt een spelletje voetbal zo buitensporig veel aandacht in de media?
Maar ook vanuit een ander gezichtspunt werden me vragen gesteld: “Zondagsrust, contemplatie, aanbidding, gemeenschap; het heeft met betaald voetbal weinig te maken tenzij we die begrippen gaan veranderen qua inhoud” schreef iemand me. En een ander schreef dat als veel christenen zich verzetten tegen de openstelling van winkels op zondag, dat je dan toch ook niet op zondag voetbal moet gaan kijken. Daar moeten voetballers en vele anderen ook voor werken.
En toch blijf ik op zondag voetbal kijken. Ik ervaar dat niet als ‘gereformeerd en hypocriet’, zoals iemand me wat onaardig schreef, maar meer als de eenheid van het leven. De God die ik prijs om Jezus Christus en zijn verlossing ben ik ook dankbaar om zijn schepping en het geweldig talent dat hij sommigen gaf om te voetballen. Veel voetballers zien dat zelf niet zo. Dat is jammer, maar daarom voor mij geen reden er niet naar te kijken en God ervoor danken. De schaduwzijden die aan voetbal zitten, poetsen niet al het mooie van voetbal voor mij weg. Juist het besef dat Jezus over deze hele wereld regeert geeft mij ruimte om te genieten van Studio Sport.
Voor wie het niet helemaal meemaakt nog een ander voorbeeld: veel christenen bekijken met veel bewondering de kunstschatten van het oude Griekenland. Grotendeels waren ze gewijd aan allerlei afgoden. En toch kun je genieten van het vakmanschap en de kunst en kun je daarin – ook al gaat het om resten afgodendienst – iets van God zelf herkennen.
Voor mij is zondagrust genieten van sport en spel en ook van voetbal op tv. Waarschijnlijk definieer ik “zondagsrust, contemplatie, aanbidding, gemeenschap” dan anders dan sommigen. Tot rust kom ik ook door me met zoiets zinloos en nutteloos bezig te houden als voetbal. Contemplatie komt er misschien niet veel bij kijken, maar God aanbidden om de sport voor mij wel en gemeenschap zeker ook. Nergens kan ik met een van mijn zoons zo intensief naar kijken als naar voetbal. Dat schept een band (ook al is hij voor de verkeerde club).
De theoloog Van Ruler overdreef denk ik toen hij zei dat “voetbal even belangrijk is als het gebed”, maar ik herken me in die andere beroemde uitspraak: “de ware zondagsheiliging is ’s morgens de kerkdienst, ’s middags de Galgenwaard en ’s avonds de leerdienst”, al zou ik liever naar de Kuip of PEC Zwolle gaan…
Als predikant van de Kruiskerk in Nunspeet en consultant en trainer bij De Verre Naasten maak ik van alles mee wat mij aan het nadenken zet over het leven, mensen en God. Sommige van die gedachten deel ik op deze site door blogs, artikelen en preken. In juni 2013 gaf ik een interview (53:36) op Groot NIeuws Radrio over mijn werk als predikant, mijn geloof en mijn twijfels.
COPYRIGHT © 2012 | ALL RIGHTS RESERVED