Training bij de Pygmeeen

Ik ben gisteren weer teruggekomen van een training die ik gaf in Mbandaka, een stad midden in het regenwoud van Congo, voor een kerk met vooral Pygmeeën. Hoe vertel ik in een paar zinnen hoe het was? Dat kan haast niet.

Je had erbij moeten zijn om te horen hoe prachtig Congolezen God zingend kunnen prijzen. Om te ruiken hoe armoede en klamme warmte stinken. Om te praten met mensen en te merken hoe het in bijna elk gesprek gaat over armoede en de vraag of je als blanke niet wat kunt doen. Maar je was er niet bij, dus toch maar kort een verhaaltje.

De deelnemers van de training waren zeer gemotiveerd. Ze waren met 39 man gekomen in plaats van met de afgesproken 20-25. De meesten hadden dagen gelopen (sommigen wel 180 km!) om in Mbandaka de training te kunnen volgen. Toen ik zaterdag daar aankwam met collega trainer Simon Weyu werden we in de kerk ontvangen met enthousiast gezang. Tijdens de training werd er hard gewerkt, vijf dagen lang van 8 (in de praktijk meestal wel iets later) tot 4 uur. Tijdens de vele groepsopdrachten deed iedereen daar enthousiast aan mee.

Voordat dit begint te klinken als een reclamepraatje voor de zending; natuurlijk was dit niet het hele verhaal. De trainingsweek in Mbandaka had ook z’n moeilijke kanten. De deelnemers waren van ver gekomen ‘voor het Woord van God’, zoals ze dat zelf zeiden. Maar ze hadden ook andere verwachtingen: een reisvergoeding, genoeg te eten tijdens de training, een gratis Bijbel, een schrift, een pen en misschien ook nog een andere vergoeding.

In het gebied waar we de training geven zijn grote ONG’s werkzaam die andere trainingen geven. Deelnemers van zulke trainingen krijgen vaak van alles en ook wat geld omdat ze de training volgen. Officieel is dat ter compensatie is van gederfde inkomsten tijdens de training in de praktijk lijkt het geld een stimulans op zich om die trainingen te volgen.

Ik geloof daar niet zo in. Hulp – in welke vorm dan ook – werkt vooral als mensen er zelf echt het nut van inzien en daar zelf ook iets voor over hebben. We verzorgen dus over het algemeen geen volledig verzorgde trainingen, maar verwachten zeker bij lokale trainingen dat de plaatselijke kerk(en) zelf ook actie ondernemen voor de organisatie van de training.

In Mbandaka stond de organisatie niet zo. De communicatie met de zendingsorganisatie in Kinshasa was niet goed verlopen. Men had veel geld vanuit Kinshasa verwacht en anders wel van de trainers. Dat was er niet genoeg. Ook omdat de beschikbare middelen met veel meer deelnemers dan gepland gedeeld moesten worden. Dat leverde veel discussie op. Als trainers hebben we ons best gedaan dat zoveel mogelijk buiten de training te houden, wat niet altijd meeviel.

Op de eerste dag dreigden de deelnemers zelf met een staking. Als trainers zijn we daar niet op in gegaan, maar ik had verwacht dat na de eerste dag een groot deel zou wegblijven. Maar de volgende dag kwam iedereen toch weer opdagen en werd er hard gewerkt.

In de eindevaluatie werd de inhoud van de training erg positief gewaardeerd. Tot mijn verrassing werd door de meesten als meest waardevolle onderdeel het Actieplan genoemd. In dat deel van de training gaat het erom dat mensen leren om een plan te maken dat ook SMART is, dus Specifiek, Meetbaar, Acceptabel voor God, Realistisch en Tijdgebonden. (Alleen dan in het Lingala.) “Nu weten we eindelijk hoe je je op een bepaalde taak goed kunt voorbereiden en hem uitvoeren.” De meeste deelnemers hebben een plan geschreven hoe ze de training die ze ontvangen hebben zelf in hun eigen omgeving gaan geven. Dat biedt ook hoop voor de toekomst. Ook voor toekomstige regionale trainingen. Daarvan is de organisatie de volgende keer vast ook beter.

 

COPYRIGHT © 2012 | ALL RIGHTS RESERVED